We logeren in een echt huis bij nicht Marlies en haar man Nico. Dat is toch weer even heel wat anders. Zo genieten we van de voetruimte in bed. Aan boord slapen we in de punt met de voetjes op een breedte van 40 cm en nu hebben we beneden net zoveel plek als boven. Eigenlijk is ook dat gewoon weer even wennen.
Nico en Marlies wonen boven het dorp en tussen de boeren bedrijfjes. Die hebben allemaal een waterreservoir. dat is natuurlijk een algen en muggenkweek. Dat bleek weer een hele vruchtbare omgeving voor de drie visjes die ze in dat reservoir hadden uitgezet. Dit is een deel van nakomelingen van die visjes. Sindsdien hebben je op het heerlijke terras nauwelijks nog last van muggen. De vissen vielen uitgehongerd aan op een homp brood die we erbij gooiden, maar ze eten vooral de algen, zodat behalve de muggen ook de stankoverlast verdwenen is. De tuin is verder een miniboerderij. Er groeit van alles en met hele lange seizoenen.
Nog even wachten en dan dus gewoon uit de boom plukken! De plant sterft dan af, maar heeft een steunboom ernaast, die de functie gaat overnemen.
Dit kenden we nog niet: de Aloë Vera mét bloem.
In schijfjes bij de heerlijke visschotel.
We worden dagenlang schandalig verwend. Dit soort taartjes eten we aan het ontbijt: Ruccola en zongedroogde tomaatjes uit eigen tuin op een paar plakjes geitenkaas: mmmmm!
We maken een tochtje naar de andere kant van het eiland en bezoeken een prachtig, eenvoudig kerkje opgedragen aan de eerste heilige van de Canarische eilanden, Hermano Pedro. Hij was herder tot zijn 24e en vertrok in 1649 naar Guatamala, Cuba en Puerto Rico, waar hij ziekenhuisjes enz. heeft opgericht.
Pim loopt in het midden, de schim van Pim
Zoekt iemand nog een leuk stekkie? De foto is genomen vanuit de dorpskroeg. Tegen de tijd dat je de trap weer bent opgelopen kun je er weer tegen.
Deze berg noemen ze het hoedje, omdat ie op een sombrero lijkt.
Overal die terrassen. Er worden er weer steeds meer in gebruik genomen vanwege de slechte economie. Weinig banen en dus tijd om voor het stukje land te zorgen.
In de verte zie je de rode rots, daar gaan we vanavond naar toe voor een biertje op het strand.
Er hebben hier afgelopen juli enorme branden gewoedt.
Hier worden films opgenomen als er maanlandschappen nodig zijn.
Nico en Pim lezen alle wist-u-datjes over dit vulkaanlandschap.
Gezellig samen op een randje muur.
Dit is het favoriete strandtentje van Nico en Marlies vlakbij de Rode Berg. Bij die berg wordt enthousiast gekitesurft. Pim kijkt met meer dan gemiddelde interesse naar alles wat met die sport te maken heeft. In theorie heeft hij het al onder de knie. (Het is een sport, waar je geen speciaal schoenen voor nodig hebt, tenzij je dat minuscule surfboard als schoeisel wilt zien.
De rode rots waar altijd kitesurfers te vinden zijn.
En dan met ondergaande zon, heel mooi.
Ceviche is inmiddels onze favoriete tapas. Het zijn plakjes rauwe vis die in citroensap ‘gegaard’ zijn. Dan een beetje olijfolie, peper en zout en het is heerlijk.
Aan mijn nog wapperende haren kun je zien dat deze met de zelfontspanner is genomen, ik haalde het nét.
Basil’s back!
We zijn weer thuis en halen meteen Basil op bij de buurman. De Welshman heeft er voortreffelijk voor gezorgd en de plant lijkt wel gegroeid. De man claimt goede gesprekken met Basil te hebben gevoerd, maar vraagt ook de volgende keer wat andere typisch Nederlandse teelt mee te nemen. Dat lijkt ons geen goed idee. We zijn op zich al erg benieuwd of we Basil tot aan de overkant gezond kunnen houden en of we hem dan mogen behouden.
Basil is een prachtige plant om aan boord te hebben. Normaal houdt hij zich geheel rustig, maar als je in de buurt komt, dan laat hij zich ruiken. We weten nog niet of de geur hetzelfde is bij de liefdevolle verzorging van Hanneke en bij het verwijderen van wat blad voor de salade. Zo goed kennen we hem nog niet dat we verwengeur en angstzweet kunnen onderscheiden, maar het fenomeen is absoluut duidelijk. Onze Basil reageert op zijn omgeving.
Recent Comments