Het grote verschil met varen op de Noordzee was gisteren, dat Pim op het
voordek door warm water werd natgeregend en overspoeld. Een situatie die wat
dat betreft dan misschien niet onaangenaam was, maar die toch geheel
voorkomen had moeten en mogen worden.
We hebben de hele dag heerlijk achter onze Genaker aan gezeild. Er was
weinig wind, maar het zeil gaf ons toch een beschaafde vooruitgang. Tegen de
avond, Hanneke had net uit de nog net niet verrotte groenten een heerlijk
menu samengesteld en stond op het punt met de voorbereiding daarvan te
beginnen, keken we nog even goed om ons heen en prezen onszelf gelukkig.
Overal om ons heen ontwikkelden zich grijze luchten, maar achter ons zag het
er allemaal nog mooi uit, hoewel, naast ons begon het ineens ook grijzer te
worden. (Terwijl Pim dit aan het schrijven is doet Hanneke even een
elastiekje om zijn haar. Dat voelt vreemd aan, maar is lekker koel in de
nek. Het zou goed kunnen, dat daar in de loop van de dag nog een foto van
wordt gemaakt.)It “It looks like it is on a converging course with us
Brian.” En die woorden zijn nauwelijks over zijn lippen, of een enorme
windstoot raakt de boot. Pim spring achter het roer en probeert het nog te
voorkomen, maar de boot wordt door de genaker vrijwel helemaal plat
getrokken. “Hanneke. Hatches!!!!”roept Brian en Hanneke gaat binnen aan het
werk om een grote puinhoop te voorkomen. Ook de wash boards gaan erin, zodat
de boot hermetisch voor indringend water is afgesloten. Brian laat de
genaker zo veel mogelijk vieren, maar dat kan maar beperkt, want dan heb je
helemaal geen contrôle meer over dat zeil. Pim stuurt zoveel mogelijk voor
de wind om de zijdelingse krachten te minimaliseren, maar we broachen nog
een keer voordat we het een beetje op de rit hebben. We gaan met een
bloedgang koers 240 graden. Voor het eerst, dat er een vleugje noord in de
windrichting zit. Het is duidelijk, dat zeil moet eraf, maar hoe gaan we dat
aanpakken. Zodra we het gevoel hebben, dat we de boot een beetje stabiel
hebben, neemt Brian het roer over en gaat Pim, stevig gezekerd, naar voren.
De snuffer moet over de genua getrokken worden. Dat is een lange slurf, die
aan een soort trompetkelk zit. Die trompetkelk is van carbon fiber, immens
sterk, licht en glad. Daarmee kun je de bolling van boven naar beneden uit
het zeil trekken en de slurf voorkomt dan, dat het zeil weer bol wordt. Het
overwinnen van die bolling is echter geen sinecure. Op dat moment schiet Pim
een tip van GertJan Poortman te binnen: “Zet een blok op het dek en haal
daardoor de retriever line, zodat je met je spieren en je gewicht kunt
trekken.” Op de demo video van de Genaker zie je immers, dat mensen het touw
rechtstreeks van boven naar beneden trekken. Ze gaan er als het ware aan
hangen. Nou, in die demo video niet hoor, die is bij windkracht drie op een
zonnige dag op de Solent geschoten en dat is toch heel wat anders dan de
huilende windstoten die met 25-30 knopen over ons dek jagen terwijl je
bekogeld wordt door – gelukkig hard smeltende – hagel. Aan de retriever lijn
hangen zou geen enkele optie zijn. Je zou zo overboord zwaaien. Pim belegt
de lijn met een slag over een kikker en benut iedere verzwakking van de
kracht op de lijn om hem beetje bij beetje binnen te halen. Hoe lang dat
heeft geduurd weten we geen van allen, maar best wel lang. Het blijft tot
het einde spannend, want als je de lijn zou laten schieten, zou de
trompetkelk zonder meer door het snel opbollende zeil weer naar boven
gekatapulteerd worden. Gelukkig lukt het de trompet aan dek te krijgen en
hem met de schoten vast te binden aan het dek. Brian laat de val zakken en
Pim geleidt de slurf naar beneden en brengt uiteindelijk het puntje naar de
cockpit. Brian trekt hem verder de cockpit in en Pim gaat weer naar voren om
de trompetkelk los te maken, zodat het geheel naar achteren kan.
Het ergste bovendeks is geklaard. Hanneke heeft benedendeks de zaken ook
weer op orde, we bergen de genaker op, ruimen de lijnen op, rollen een
puntje fok uit en we zeilen weer verder door een inmiddels hoogst
verontwaardigde zee. De golven komen van alle kanten en de boot probeert ze
allemaal te volgen. Van serieus koken kan geen sprake meer zijn. Hanneke was
net bezig met het fijnsnijden van een ui toen het spektakel begon en ze had
de meeste stukjes weer in het bakje kunnen krijgen. Tomatensla dan maar, met
een paar blaadjes van Basil, die gedurende dit hele avontuur onverstoorbaar
was blijven hangen. We hadden ook nog een paar blikken ravioli en het geheel
ging er voortreffelijk in.
Uiteindelijk kwam de wind weer wat tot rust en konden we de genua helemaal
uitrollen. Zo getuigd liepen we toch weer lekker hard door het water. Het
verschil met het gevoel van kracht dat er door een hard zeilende boot (7-8
knoop) gaat en een luxe drijfpartij bij rond de 5 knoop is enorm. We moesten
er echt weer even aan wennen. Gedurende de nacht bleef het onrustig en ook
nu is het nog niet echt lekker weer. Een gezapig tochtje is het niet. We
hebben nog zo’n 900 mijl te gaan.
Recent Comments