We zijn vandaag met de bus naar St. John gereisd. St. John is de grote stad van het eiland en bovendien ook de haven waar de cruise schepen binnenkomen. Een groter contrast tussen een aankomst in English Harbour met je eigen boot en de aankomst aan boord van één van de drie cruise liners die er vandaag voor anker lagen kun je je nauwelijks voorstellen.
We reizen met mini bussen, waar in Nederland misschien een man of 15 in zouden kunnen plaatsnemen, maar die hier, dankzij de klapstoeltjes in het gangpad 25 mensen kunnen vervoeren. Je gaat gewoon langs de kant van de weg staan en houdt de hand op en de bus stopt. Als je dan weer uit wilt stappen roep je gewoon, dat je eruit wilt en dan stopt de bus. Dan stop je de buschauffeur per persoon drie Eastern Caribbean Dollars in de hand en rijdt hij weer tevreden verder. Voor een ritprijs van €1,- zijn wij aan de andere kant van het eiland.
Zodra je het gebied van English Harbour verlaat, verandert de wereld. Het is echt een gated community en daarbuiten woont de lokale bevolking. Eenmaal buiten de poort staan er weer kriskras door elkaar , vooral, houten huisjes en cafeetjes en restaurants in een bonte verscheidenheid van kleuren. Het toerisme en de jachthaven zijn hier aan deze kant van het eiland duidelijk de bron van inkomsten. De baai van Falmouth is een stuk groter dan het ernaast gelegen English Harbour en er liggen veel meer schepen; gewone cruisers en superjachten. Echte cruiseliners kunnen hier niet naar binnen, omdat het te ondiep is.
We komen aan op het busstation van St. John, dat meteen naast de public markets ligt. Speciale gebouwen voor vlees, vis en groenten en fruit.
Op de markt voor groente en fruit is dit meisje erg geïnteresseerd in de foto’s die Hanneke van haar maakt. Helaas mag het spelletje van de moeder, oma of tante niet al te lang duren. Die ziet er kennelijk iets in wat haar niet bevalt. Jammer.
De weeg systemen zijn nog van voor de tijden van Van Berkel’s patent. Het muntgeld dat er naast ligt zijn EC$. Bij harde wind, en ook bij niet zo heel harde wind, kun je ze beter niet zo laten liggen.
De kinderen gaan gewoon mee naar het werk en slapen dan in een mand onder de toonbank.
Barbecue op straat. Het rook heerlijk, maar we hadden net geluncht.
De vader des vaderlands, Sir Vere Cornwall Bird, father of the Nation and National Hero. De bloemen op het monument zijn vers.
Ook Mondriaan kent een rastavariant.
En aan de andere kant lag er nog zo een. Dit zijn relatieve kleintjes, met maar een paar duizend passagiers. Veel passagiers van de Duitse boot waren ‘s morgens al met een hele serie busjes naar English Harbour getransporteerd. Verder zijn er ongetwijfeld een grote hoeveelheid mensen naar de eindeloze stranden aan het Noorden van het eiland gebracht.
In de stad liepen er merkwaardig weinig blanke mensen rond.
Kennelijk zijn de oude telefooncellen omgebouwd tot hotspots.
Na een week het voortreffelijke Kubbuli (naar de oude naam die de Carib aan Dominíca hebben gegeven) zijn we nu toe aan Waddadli, hetgeen zoveel betekend als ‘welkom’.
Dat doet overigens denken aan een shoppingtrip van Pim met Hilton, nog in Dominíca. Ze moesten naar een chandler om vlaggetjes voor deze eilanden te kopen. Toen dat gelukt was moest er een biertje gedronken worden. Tijdens dat biertje vertelde Hilton, dat hij zich altijd liet scheren in Roseau. Dat leek Pim ook wel wat. Op naar de kapper van Hilton, die overigens vertelde, dat de kapper hem altijd elektrisch scheerde. Dat bevreemdde Pim, maar hij had ‘A’ gezegd. Eenmaal binnen in het hard oranje geschilderde huisje, keek de kapper hem aan en vroeg of hij niet de voorkeur gaf aan het mes? Pim sprak die voorkeur uit, waarop zijn gezicht nat werd gespoten en de barbier met het – weliswaar vlijmscherpe – mes meteen aan het werk ging. Scheerschuim blijkt een overbodige luxe of beter gezegd, lijkt overbodig. Toen hij na de behandeling de after shave of alcohol over het gezicht spoot dacht Pim daar even anders over. Het leek wel alsof er jodium op een schaafwond werd gedaan. Na afloop moest dit succes natuurlijk ook weer even gevierd worden met een Kubbuli.
Het schoonheidsideaal is kennelijk tegenwoordig ook afhankelijk van de attributen. Het mobieltje komt op dezelfde plaats als het haar en de cosmetica.
Religie lijkt heel belangrijk op het eiland.
Op weg naar de stad telden we zeker een twintigtal kerken. De ene kerk zit strakker in de lak dan de andere en dat heeft misschien iets te maken met de buurt waar die kerk staat. Zo lijkt het er ineens op, dat er een sociale structuur rondom het kerkbezoek op het eiland bestaat.
In de bus mochten we niet vloeken. Dankzij de flits merkten we, dat dit zelfs in lichtgevende letters was geschreven.
We naderen de thuishaven weer. Dit is het uitzicht over de baai ernaast, de baai van Falmouth. Uit het Engelse Falmouth vertrokken wij op 21 augustus naar de overkant van de Golf van Biskaje. Nelson deed dat in de 17e eeuw en ging meteen hiernaartoe.
We naderen de eigen veilige souvenir winkeltjes van onze gated community weer.
In Nelson’s Dockyard de gangspillen die werden gebruikt om de schepen te hellen. Er waren er vier, maar één ervan heeft het niet overleefd.
Om deze assen werden lijnen gespannen vanuit de top van de tuigage, waarmee de boten scheef getrokken konden worden. Het onderhoud werd in vredestijd door de bemanningen van de schepen zelf gedaan, maar als de Fransen weer eens lastig waren en er oorlog was, was er een professionele ploeg aan het werk, om de fregatten zo effectief mogelijk in de vaart te kunnen houden.
Recent Comments