Mayaguana verslag

Dit verhaal komt weer tot u via de satelliet telefoon. Internet op Mayaguana
bestaat wel, maar is niet echt makkelijk toegankelijk. Hanneke vond een
plekje, zittende op de stoep voor het overheidsgebouw, waar ze op het web
kon, maar verder was het allemaal lastig.
We kwamen eergisteren aan het einde van de middag aan in Abraham’s Bay, met
voldoende licht om de “bombies” (soort grote bloemkolen van rots en koraal
onder water) te kunnen zien, zodat we ze goed konden ontwijken. Pim op de
punt en Hanneke aan het roer. De hele baai is ondiep en wordt, naarmate je
dichter bij de settlement Abraham’s Bay (de hoofdstad) komt, te ondiep voor
Nelly Rose. We ankeren rond een uur of 5 op ongeveer 1 mijl van het
Government dock. We besloten pas de volgende ochtend aan de kant te gaan.
De volgende dag blijkt het zelfs voor onze dinghy te ondiep te zijn. We
moeten uitstappen en door glibberige modder Klontje voortslepen. Dat was dom
van ons, want er is een “paadje” met staken aangegeven waar we wel genoeg
water gehad zouden hebben. Dat was, na een hartelijk welkomstwoord, het
eerste wat Yule Charlton ons wist te vertellen. Het is even een weetje.
Je moet verder naar buiten varen, dan je zou denken om dat pad op te pikken.
Yule, genoemd naar Yule Brunner (the koning van Siam), was van plan om een
hoop geld aan ons te gaan verdienen. Hij kon alles regelen. Probleem is
wel, dat wij niets nodig hadden. Hij liep verder gewoon met ons mee en was
eigenlijk niet bij ons weg te slaan. Hij wees ons het kantoor waar we konden
inklaren en onze cruising permit voor de Bahama’s konden kopen. Hanneke aan
het internet en Pim anderhalf uur lang bezig met de procedure. Het was
gewoon echt druk op het kantoor. Het importeren van 100 kg van iets levert
net zoveel papierwerk op als het importeren van een veelvoud daarvan. Er
wonen 225 mensen op het eiland, maar die hebben natuurlijk vrijwel net
zoveel verschillende spullen nodig als op een meer bevolkt eiland. Ik moest
tussendoor geholpen worden. Als dank voor de “vlotte”afhandeling mocht ik,
naast de $300 voor de permit, ook nog $10 doneren aan de reis voor de
jongeren van de St. James kerk (een van de drie kerken in deze settlement
met 90 inwoners) naar Dominíca. Ik hoop tenminste dat het Dominíca is en
niet de Dominicaanse republiek.
Yule had staan te wachten, terwijl Hanneke de Wi-Fi van de overheid
gebruikte. Hij wist een internet café. Daar aangekomen bleek dat gesloten,
zoals eigenlijk alles gesloten was. We waren ook echt de enige boot in de
baai op de boot van een local na. Yule leidde ons rond door de settlement.
We zagen de kliniek waar 2 zusters werken. Eén van hen is ook dominee in de
St. James kerk. De dokter komt eens per maand ingevlogen van een ander
eiland. Daarna kwamen we bij de Abraham’s Bay High School, waar we kennis
maakten met principal Brian Williams. Hij liet ons zijn kantoor zien met
alle trofeeën die de “Pitons”, het track team en het basketbal team van de
school, hadden gewonnen. Er waren 3 lokalen voor de 30 leerlingen van groep
7 tot 12. De lagere school is in Pirates Well aan de andere kant van het
eiland, zodat er optimaal gebruik gemaakt kan worden van de schoolbus.
We zagen ook nog een afgebrand huis. Er is geen brandweer op het eiland en
de bevolking had geprobeerd met emmers het vuur te blussen. Ze hadden de
strijd verloren. Midden in het dorp is een verzamelplaats, waar een aantal
mensen geanimeerd met elkaar stond en zat te praten. Daar in de buurt was
ook een kerk met een merkwaardige voorbouw, bedoeld om bij regen droog
binnen te kunnen komen vanuit de auto.
Het eiland heeft 3 politie mensen met twee auto’s, waarvan er één helaas de
geest heeft gegeven. Of zij er iets mee te maken hebben, weten we niet, maar
het eiland zag er overal goed opgeruimd en schoon uit. De huisjes stonden
meestal goed in de verf en zagen er gezellig uit. Eén ervan had zelfs een
tuin aangelegd. De rest deed daar niet aan. Rondom de huizen werden de resten
van de oude sisal en katoen plantages weggerooid, maar verder gaat dat
gewoon zijn gang.
De meeste huizen hebben een waterput, waar glashelder water uitkomt. In het
midden van de settlement staat ook een grote schuur met een golfplaten dak
waar regen mee wordt opgevangen. Dat water wordt gefilterd en in een kelder
opgeslagen en smaakt werkelijk voortreffelijk.
Na deze rondleiding, van ruim een uur, waren we weer terug bij het begin,
het restaurant van Reggie. Daar hebben we een hamburger met een frisdrank
genuttigd. Yule werd voor de frisdrank naar de winkel gestuurd. De burgers
kwamen uit de vriezer, waarvan de deur met een stok tussen de bar en de deur
werd dichtgehouden.
Het was een bizarre rondgang door een kleine leefgemeenschap, die verder
overal op de Bahama’s familie heeft wonen, maar de Charlestons wonen hier al
zes generaties (de helft van het eiland heet Charleston) en uiteindelijk komen
ze dan toch graag weer hier terug.
Wij zijn vanmorgen om half 11 vertrokken naar San Salvador, een tocht van
ongeveer 24 uur. De Bahama’s zijn ontzettend groot en er zijn heel veel
eilanden. Er zijn hier in de zuidelijke Bahama’s ook veel banken en riffen,
en dan vooral aan de lijzijde van de eilanden, waardoor het niet echt
makkelijk is om beschutte ankerplaatsen te vinden. we zijn benieuwd naar San
Salvador. Vanaf daar komen we in het meer ontwikkelde deel van de Bahama’s.
De foto’s volgen.