We vertrekken uit Staniel Cay langs de ondersneden eilandjes. Het zijn koraal eilanden en dat is toch zacht spul. Tot de vloedlijn viert de erosie hoogtij. We gaan op weg naar het Exuma Cays Land and Sea Park
De gewone werkverdeling. Pim verzorgt het anker en Hanneke vaart. Hier loodst zij Nelly Rose tussen de eilandjes en de ondieptes door.
We gaan vandaag niet zeilen, hoewel het absoluut heerlijk weer daarvoor zou zijn. We varen op de motor om stroom te laden en water te maken. De accu’s moeten gewoon soms een extra duwtje in de rug hebben.
Het is mooi om de streep turkoois langs het eiland te zien. De hele tocht is een fantastisch kleuren spel met alle tinten blauw die je kun bedenken. Wij varen aan de Caribische kant, waar het over het algemeen ondiep is, maar de diepe stukken zijn donkerder blauw en op de ondiepe stukken heb je de verschillen van de bodem; al dan niet begroeid.
We vertelden de parkwachter ‘s morgens, dat we met de boot uit Nederland waren gekomen en dat dit onze eerste bezoek aan de Bahama’s was. waarschijnlijk hebben we daarom de mooiste plek in het natuurpark gekregen. We liggen direct naast, zeg maar boven, de favoriete snorkel plekjes van het park.
Voordat we daar van gaan genieten gaan we ons eerst registreren bij het kantoor van het park. Met Klontje naar de kant. Het is op dat moment nog rustig, maar langzaam komen er toch aan alle moorings boten te liggen.
Die moorings liggen in de wat diepere geul. In het hoogseizoen moet je van te voren reserveren en dan kom je op een wachtlijst te staan, maar wij hebben ons pas vanmorgen aangemeld. Gisteren, toen het venijnig hard woei, waren er maar vier boten in het park. Het einde van het seizoen nadert. Iedereen is weer op weg, of naar het zuiden of naar het noorden.
Andrew is de parkwachter en de shopkeeper. Hij vertelt over het park en de trail. Er is natuurlijk ook een bookswap en een giftshop. Het is de tweede helft van de middag en niet meer heel erg warm. We besluiten meteen de Boo Boo hill trail te gaan lopen. We maken er dan een rondje van door ook de Hutia Highway te nemen. Een hike van anderhalf uur over limestone.
De Hutia is een knaagdier, waarvan men zegt dat het een beetje een gemiddelde is van een konijn en een rat. Het is een nachtdier en we zullen het dus niet te zien krijgen. Een of andere halve zool, vergelijkbaar met de initiatiefnemers voor het “natuurexperiment” bij de Oostvaarders plassen, heeft besloten, dat het een goed idee zou zijn om de Hutia op Warderick Wells uit te zetten. Het is een beest dat alleen in Cuba, de Dominicaanse Republiek, Haiti en op Mayaguana in de Bahama’s voorkwam. Deze man had echter bedacht, dat het vroeger waarschijnlijk op alle eilanden geleefd moest hebben. Het beest heeft geen enkele natuurlijke vijand op het eiland en het plant zich voort zoals een goed knaagdier betaamt, hoewel ze per stel niet echt veel jongeren per worp schijnen te leveren. Hoe dat ook zij, ze hebben het eiland overgenomen.
Vroeger waren deze eilanden behoorlijk bebost, maar toen de scheepvaart hier in de 16e en 17e eeuw goed op gang kwam, zijn veel eilanden volledig ontbost, voor het onderhoud en de reparatie van de zeilschepen. Daar was enorm veel hout voor nodig. (Ook Schotland is in die tijd volledig ontbost.) Aangezien er geen begroeiing meer was, kreeg de wind vrij spel en de erosie was enorm. Toch begon er weer wat loofhout te groeien. Als je de natuur de tijd geeft, kan hij zich herstellen. De introductie van de Hutia was echter teveel van het goede. Zij vraten de bast van het inmiddels manshoge loofhout aan de onderkant weg en de bomen stierven. Het barst van het witte dode hout op het eiland en er is geen blaadje gras meer te vinden.
Op een ander, kleiner, eiland was de Hutia ook uitgezet. Daar voltrok zich hetzelfde drama, maar in kortere tijd. Het samenvallen van de bevolkingsexplosie van de Hutia’s met het opvreten van de begroeiing leidde snel tot een ineenstorting van de populatie van de Hutia’s. Op dat eiland schijnt een soort evenwicht ontstaan te zijn, zodat de vegetatie zich langzaam kan gaan herstellen. Uiteindelijk zal op Warderick Wells de Hutia populatie ook ineenstorten, door ondervoeding, ziekte en onderlinge strijd, en zal de natuur zich weer een beetje kunnen gaan herstellen. Eén enkel ondoordacht besluit, heeft de klok hier ongeveer honderd jaar teruggezet.
Pim in de wallevis. Deze waarlijk niet kinderachtige “spermwhale” is hier in de 90’er jaren aangespoeld. Pim (1.83m) kon makkelijk staan in de ribbenkast.
Hier begint de trail. Aan de linkerkant kun je zien wat een schade de Hutias aanrichten. Dit waren eens hoopvol groeiende loofbomen.
Dit zijn vetplanten en een soort palmbomen, die de Hutia’s kennelijk niet lekker vinden. Waarschijnlijk zijn ze giftig voor hen.
We maken onze wandeling met half tij. Het water is grotendeels weg uit de mangrove, die een soort van kraamkamer voor de omgeving is. Hier komen heel veel kleine visjes tot ontwikkeling, voordat ze naar buiten het rif opgaan.
Gekken en dwazen schrijven hun namen….. In dit geval op wrakhout. Alle andere vormen om je identiteit hier achter te laten zijn verboden. Het is een mooie stapel met soms leuke, soms bizarre en soms ook traditionele scheepsnamen. Wij houden van onze traditionele scheepsnaam Nelly Rose. Stel je voor, dat je iedere dag weer met de eens geestige scheepsnaam “Captain Sir!” geconfronteerd wordt. Een reden om een hekel aan je schip te krijgen.
Bakboord: Caribische zee, Stuurboord: Atlantische oceaan – Exuma Sound
Deze hagedis had het helemaal begrepen. Als hij doodstil zou blijven zitten, dan zouden we hem niet zien.
Om de hagedis heen, zie je op de grond de uitwerpselen van de Hutia liggen. Het eiland ligt daarmee bezaaid. Je loopt hele stukken eroverheen alsof je op aarde loopt.
Recent Comments