De Manissean Indianen hebben een vuurtje gestookt en dat werd opgemerkt door de italiaanse ontdekkingsreiziger Verrazzano, toen hij het eiland in de Narragansett Bay in 1572 passeerde. In 1609 werd het eiland herontdekt door de Hollander Adriaen Block. Uiteindelijk kwamen in 1661 de eerste immigranten aan. Het waren zestien Europese families, die met de boot werden afgezet. Ze moesten met hun vee naar de kant zwemmen, omdat er nog geen haven was. Dat gebeurde in een baai, die nu nog Cow Cove heet. Het eiland staat op de lijst van ‘The Last Great Places’ van de Nature Conservancy; een van de 12 plaatsen op het westelijk halfrond.
Het eiland wordt heel streng gereglementeerd om te voorkomen, dat het in de handen van het massa toerisme kan vallen. In principe bepaalt de lokale bevolking wat er geboden kan worden. Er is geen geweldige instroom van seizoenkrachten.
We wilden hier wel even koffie drinken op het terras, maar het prachtig oude hotelletje serveert alleen diners. Je zult op dit eiland nergens een Starbucks of Mac Donalds vinden. Daar zijn ze hier niet van gediend. Het gehele waterfront in Old Harbor is beschermd stadsgezicht en er wordt over het hele eiland op bescheiden wijze gebouwd. Het gaat niet om het gebouw, maar om het eiland.
We gaan op zoek naar Bill, die we in Culebra hebben ontmoet. Hij heeft bij Paine’s Dock een Pub en woont 6 mnd. per jaar hier en de andere 6 in Culebra, waar hij achter de bar staat van het befaamde Dinghy Dock Restaurant voor de gezelligheid. Hij woont op zijn boot.
Ook hier ligt het stampvol. Het is een geweldig breiwerk.
Als je eenmaal ligt, kun je er ook niet zomaar uit! Na alle passen en meten en gesjouw met elektriciteitskabels ben je afhankelijk van de buitenste boot voor je vertrek. Een uurtje langer wachten is met zo’n boot niet echt een probleem. Zij varen in een uur, afhankelijk van de zeegang, een afstand, waar wij een uur of zes over doen. Dan verbruiken ze wel in de buurt van de 200 liter diesel.
Bill is er niet. Hij is een dagje aan het zeilen. Wij gaan naar het stadje ‘Old Harbor’ om fietsen te huren, waarmee we het eiland kunnen verkennen. Aan de steiger is het vol, getuige de hoeveelheid rubberbootjes op het strand.
We huren eerst een tandem, maar de eerste heeft een ketting die overspringt, van de tweede kan het zadel niet omhoog en de derde stuurt levensgevaarlijk. Dat experiment geven we dus maar op en we zijn allebei maar op een eigen fiets gestapt. Dat is eigenlijk maar goed ook, want het is heuvelachtiger dan we gedacht hadden. We komen een paar stevige hellingen tegen op weg naar de vuurtoren ( Southeast Lighthouse). De kust heeft hier behoorlijk te lijden onder het geweld van de Atlantische Oceaan en kalft zodanig af, dat in 1993 besloten moest worden om het gehele gebouw een stuk landinwaarts te verplaatsen toen het nog maar 50 voet van de klif af stond. Het kan nu weer een hele tijd mee.
Dit is de aparte achterkant. In het gebouw zit een klein museum in en we kregen uitleg van een vriendelijke jongeman over de genoemde verhuizing.
Pim voelt zich topfit en gaat de 142 treden af en weer op. De trappen komen niet helemaal tot aan het strand. Het laatste stuk is een klimpartij over de rotsen.
Dit zijn de Mohegan Bluffs, waar de Manissean indianen strijd hebben gevoerd met de aanvallende stam van de Mohegan indianen. De Manisseans hebben overigens gewonnen.
Tijdens de Amerikaanse Revolutie verordonneerde George Washington, dat al het vee van de eilanden naar het vaste land gebracht moest worden om te vermijden, dat het als voedsel zou kunnen dienen voor de Engelsen. Het eiland bleef neutraal in dit conflict.
Dit stukje strand is rustig, maar verderop bij ‘Old Harbor’ is ‘t behoorlijk druk.
Franse piraten hebben het eiland tussen 1600 en 1700 vier keer leeggeplunderd. Ze konden hier makkelijk aan de kant komen.
Hotel Mannisses is een bezienswaardigheid. Een mooi gebouw en waarschijnlijk een voortreffelijke plek om te logeren. We wilden daar een drankje drinken, maar kozen uiteindelijk voor het hotel met het terras op de heuvel. De tuin van Mannisses is prachtig, maar we kijken toch liever uit op de zee.
We kiezen uiteindelijk voor dit prachtig gelegen terras.
Het is erg gezellig aan de buitenbar.
Pim heeft normaal helemaal niets op met Budweiser uit de VS. Hij maakt vandaag een uitzondering. Budweiser heeft een speciale editie voor the 4th of July uitgebracht en na zo’n stuk fietsen smaakt alles goed.
Er zijn op dit eiland 360 meertjes en 2/3 van het eiland is een natuurreservaat.
Schitterend uitzicht vanaf de veranda.
Recent Comments