We hebben het de afgelopen dagen erg druk gehad. Dat is natuurlijk een beetje een relatief begrip, maar laten we zeggen dat we het druk hebben gehad. Zaterdag zijn we met een van de havenmeesters van Annapolis boodschappen gaan doen. We hadden Stanley in juni, toen we hier voor het eerst zijn geweest, al ontmoet. Hij was toen in zijn functie als havenmeester en we raakten toen meteen aan de praat. Hij was toen herstellende van een zware hartaanval en was aan het wachten op zijn oproep voor een open-hart operatie. Die heeft hij in augustus ondergaan en hij is langzaam bezig op te krabbelen. Hij vond het leuk, dat we contact met hem zochten en we maakten een afspraak om weer te gaan winkelen. We gebruiken dan zijn klantenkaart en krijgen daardoor korting. Hij krijgt bovendien korting op zijn volgende tankbeurt bij de supermarkt. Dankzij onze volgeladen boodschappenkar krijgt hij de volgende keer dat hij gaat tanken $0,35 korting per gallon. Hij had nog een paar van dit soort uitjes in het verschiet en zijn volgende tank zou verdomd goedkoop worden.
Het was gezellig met Stanley. Hij woont alleen op zijn boot de Corsaire, waar hij vroeger veel mee gecruised heeft. Hij kent de oostkust goed en zijn tips zijn dan ook nuttig en leuk om te horen. We reden ook nog langs de liquor store – in veel Amerikaanse staten mag er geen alcohol verkocht worden in de supermarkt – en West Marine en een tuincentrum. In het tuincentrum kocht ik een nieuw spuitpistool voor op de slang van de dekwaspomp. Daar gaat zout water doorheen en hoewel die dingen vrijwel helemaal van plastic zijn, zitten er toch net een of twee ijzeren piefjes in, die daar helemaal niet tegen kunnen. We hadden gelukkig een reserve aan boord toen de eerste het begaf en nu hebben we weer een nieuwe reserve.
Inmiddels was het lunchtijd geworden en Stanley stelde voor om naar ‘Naval Bagel’ te gaan. Wij weten niets van bagels, en kennelijk is dat de beste bagel in de staat. Daar in de buurt gekomen veerde Stanley ineens op en vroeg of we van ‘Knockwurst with Kartoffelsalad’ houden. Er was geen twijfel over mogelijk, dat hij enthousiast was over dat idee. Ik zei dat ik dat een heerlijk gerecht vond en hij vertelde over ‘Regina’. Een Duitse vrouw, Regina, die na de oorlog met een GI mee terug was gekomen uit Duitsland en daar een ‘diner’ wilde beginnen. Ze kreeg – als vrouw – van de bank geen lening (zie All in the Family ‘Edith versus the Bank’ http://www.youtube.com/watch?v=_F3Ic1-Lvhc voor het tijdsbeeld) en begon op heel kleine schaal Duitse gerechten te verkopen. Ze bouwde zonder enige hulp van de bank een bloeiende tent op, die vandaag door haar kinderen wordt gerund en onder de naam Regina loopt als een trein (geen Fyra).
Stanley en ik namen een ‘Bockwurst mit Kartoffelsalat”, terwijl Hanneke zich volstrekt te buiten ging aan een gigantische portie ‘French Toast’ (wentelteefjes). We ondervroegen Stanley vooral over de Intra Coastal Waterway. We willen daar op zijn minst een stuk van varen, maar de verhalen erover zijn zo dramatisch, dat we er meer tegen opzien dan een Atlantische oversteek. Stanley stelde ons gerust en we kregen er weer meer vertrouwen in.
’s Middags hadden we een grote teleurstelling. We wilden in de Naval Academy naar het museum, waar een grote tentoonstelling was over de ‘naval battles of the 1812 war’, de tweede oorlog van de Amerikanen tegen de Britten en hun kolonies om de onafhankelijkheid veilig te stellen. Helaas, ‘due to the sequester’ was het museum gesloten. Daar hadden we goed de pest in. We hadden het toch in juni moeten doen toen we er ook alle kans toe hadden.
Zondag zijn we weer naar de beurs gegaan. Dit keer voor een lezing over de ICW, de Intra Coastal Waterway. Die heeft duidelijk twee stukken. Het eerste stuk tot Beaufort gaat eigenlijk over meren en heeft nauwelijks (dat is het spannende woord) restricties voor onze diepgang van een kleine 2 meter. Het tweede deel heeft behoorlijk forse tijverschillen tot meer dan twee meter en de daarbij behorende harde stroom. De lezing bevestigde de indianenverhalen die de Amerikanen ophangen over de ICW. In het eerste deel zijn vooral de sluizen heel erg eng. Nou zijn we in Nederland iets meer gewend aan sluizen, maar als je met een hele vloot boten naar binnen vaart die het niet gewend is en die het eng vindt, dan wordt het dat ook weer.
Toch was het verhaal nuttig voor ons en we hebben besloten om in ieder geval tot Beaufort over de ICW te gaan. Daarna zien we dan wel weer. Over dat tweede stuk was ook Stanley iets voorzichtiger, hoewel hij er ook enthousiast over was. We zien wel wat we doen na Beaufort. We hebben de keuze om de kust langs te varen of binnendoor te gaan. We willen in ieder geval naar Charleston, want dat schijnt echt leuk te zijn. Die beslissing betekende wel dat we meteen op de beurs zaken moesten doen. We hebben een pilot en een kaart nodig en vooral ook een verzekering voor de sleepdienst van TowBoat US. We worden lid van Boat US en krijgen daarmee een geweldige korting op de verzekering voor de sleepdienst. TowBoat US heeft op een heleboel plaatsen, zowel langs de kust als in de ICW, bootjes liggen om je los te trekken als het toch fout is gegaan. Het schijnt onlosmakelijk met het bevaren van de ICW te zijn verbonden en ook de inlets en de kustwateren van South Carolina en Georgia hebben veel ondieptes en wandelende zandbanken. Ik hoop, dat we over een paar maanden zeggen, dat het echt zonde van ons geld is geweest.
We kopen ook nog een ClampTite van AKcooltools (www.akcooltools.com). De foto’s verduidelijken wat dit wonderbaarlijke apparaatje mogelijk maakt. Om een ons bekende Nederlander te citeren: “Hoe hebben we ooit zonder gekund.”
’s Avonds hadden we een afscheidsdiner met onze Duitse vrienden. Zij blijven om verschillende redenen nog langer hier hangen en Wolfgang en Ute gingen weer terug naar hun boot op de Bahama’s. Wij zijn nu op weg naar St. Michaels aan de oostkant van de Chesapeake Bay. Dat schijnt heel leuk te zijn. De zon schijnt eindelijk weer, dus de camera wordt binnenkort ook weer in gebruik genomen.
Recent Comments