Het is een museum dat een groot gebied beslaat met meerdere gebouwen, waarin exposities zijn over de historie van en het leven in de baai. De bodem onder het museum bestaat voor een groot deel uit oesterschelpen. Oesters waren een belangrijke bron van inkomsten hier en het tart de verbeelding, als je je een voorstelling maakt van de bergen oesters, die hier ooit aan land werden gebracht.
De eerste loods wordt gebruikt voor het restaureren van schepen. Het museum heeft een aantal schepen gerestaureerd, die op zichzelf nu als nationaal monument worden gezien. Het museum organiseert ook cursussen in houtbouw en restauratie, zodat belangstellenden kunnen meehelpen met de restauratie van de oude schepen. Pim zou het wel weten als hij hier zou wonen.
Pim staat dan ook geboeid met een van de scheepstimmerlui over de verschillende projekten te praten. Vorige week is net de Rosie Parks voor het eerst te water gelaten. Voor het eerst, zodat de romp kan dichttrekken. Daarna gaat ze weer de kant op om het staand en lopend wand te installeren en de romp nog een keer te breeuwen. Tijdens de oesterfeesten in november is dan de officiële tewaterlating.
Voor het lopend wand heeft het museum nog voor heel veel schepen blokken in voorraad; allemaal afkomstig van schepen die niet meer in de vaart zijn. Zo’n schip versleet, maar de blokken moesten bruikbaar blijven, zodat ook op een schip, dat alleen nog maar geschikt is voor de sloop, nog goede blokken te vinden te zijn.
Met deze modellen kun je de verschillende fases zien van een romp die over de spanten wordt gebouwd.
Buiten liggen er een aantal historische schepen, die allemaal nog kunnen varen. Hier ligt ook de Rosie Parks, een skipjack, zoals die boten hier genoemd worden. Ze is net te water gelaten. Ze lijken behoorlijk veel op de Friendship Sloops, die we in New England tegenkwamen. Deze skipjack werd in 1955 oorspronkelijk gebouwd door Bronza Parks voor zijn broer Orville Parks en genoemd naar hun moeder Rosie. Het was een van de laatste skipjacks, die ooit is gebouwd. Dat jaar 1955 was ook het jaar van Rosa Parks, de zwarte vrouw, die in Alabama in de bus weigerde op te staan voor een blanke en vervolgd werd voor burgerlijke ongehoorzaamheid. De mevrouw van het museum zei, dat de boot naar Rosa Parks was genoemd. Dankzij Wikipedia weten we beter, maar het is een mooi toeval. Het incident van Rosa Parks vond plaats op 1 december, en toen lag de Rosie Parks allang in het water.
Jammer van de condens in de lens. Daar heeft de kleine Nikon helaas af en toe last van.
Tussen de gebouwen door in de baai erachter ligt Nelly Rose.
We gaan nog een kijkje binnenin de vuurtoren nemen.
Het is er zeer eenvoudig. (Helaas weer condens.)
Boerenbont was hier ook al ‘in’.
Hout of kolen? Alles wat brand.
Krabben werden gekookt en verpakt. In het begin van de 20e eeuw werd door Frederick Jewett, van de ‘black-owned’ onderneming van Coulbourne en Hewitt, een kwaliteitsgradatie voor ingeblikte krab ontwikkeld (regular, claw, special, backfin, lump) geïntroduceerd, dat vandaag nog wordt gebruikt.
Het schoonmaken van de krabben was een arbeidsintensief karwei, en er werd gezocht naar machines om de hordes vrouwen en kinderen te vervangen. Dit apparaat heeft in ieder geval nooit goed gewerkt. Er kwamen teveel schaalresten in het vlees mee.
Hij wordt dan ook niet meer gebruikt. We konden niet uitvinden of het tegenwoordig wel machinaal gaat. Daar blijven we nieuwsgierig naar.
Ook oesters waren heel belangrijk als bron van inkomsten. Er werd een film vertoond, waar we de meer dan manshoge bergen konden zien van de aan land gebrachte oesters, die ook ingeblikt werden. De schalen liggen onder het museum.
Het zicht op het museum vanuit de oester afdeling.
Oesters werden met ‘tongs’ naar boven gehaald. Pim heeft hier zo’n tong in de hand en haalt oesters naar boven.
Er zitten er zowaar een paar in. Deze zijn vandaag al een aantal keren gevangen…
Recent Comments