We zijn gisteren om vijf uur ‘s middags uitgevaren op weg naar Charleston in South Carolina. Het is 220 mijl varen en daar doen we normaal gesproken zo’n 36 uur over. We zouden ‘s morgens in alle vroegte kunnen vertrekken. Het begint om 6 uur licht genoeg te worden om het toch relatief onbekende vaarwater uit te kunnen varen en dan zouden we de maandagavond om 6 uur aan kunnen komen. Dan mag er echter niets tegen zitten, want anders moet je in het donker een volstrekt onbekende haven met veel stroming binnen varen. Dat doen we eigenlijk uit principe niet. De maan is in het laatste kwartier en komt pas na middernacht op, dus daar moet je het ook niet van hebben. We kiezen liever voor een vertrek aan het einde van de dag. Dat betekent dan wel twee nachten op zee en langzaam aan doen, maar dan hadden we ook nog een kans, dat we een stukje kunnen zeilen. Als dat zou lukken, dan zou het zeker langzaam geweest zijn, want de weersverwachtingen geven weinig hoop op wind van enige betekenis, hoewel waarschijnlijk wel uit de goede richting. Terwijl ik dit schrijf is inmiddels gebleken, dat de hoop om een stukje te zeilen volstrekt ijdel is. Er is minder dan 1 knoop en de oceaan ligt erbij als een spiegel. Op de motor, met een gereduceerd toerental, mikken we nu op een aankomst in Charleston dinsdag ochtend rond een uur of zeven.
Later vertrekken was ook niet echt een optie, want er komt een rest van een tropische storm aan, die nog steeds 35 knoop wind geeft, en dan recht op de neus. Daar hebben we ook geen zin in en we willen echt om Cape Hatteras heen. We verwachtten daarvan een zelfde effect als het verschil tussen de noordkant en de zuidkant van Cape Cod opleverde, maar dan met een nog aangenamere stap in de temperaturen en die verwachting is inmiddels volledig uitgekomen. Het zeewater is in temperatuur gestegen van 20 naar 24 graden en we zitten overdag weer in luchtige zomerkleding aan dek. ‘s Nachts voldoet ‘iets’ extra’s met lange mouwen, maar is het nu ook aangenaam.
We hadden wel een onrustige nacht, dankzij de US Navy. Het lokaal varende verkeer (wij, nog een andere zeilboot en een visserman) werd regelmatig opgeroepen door de US Aircraft Carrier 5 km afstand te houden. Ze voeren met ‘niet standaard verlichting’ – zeg maar onder vrijwel volledige black out – en deden nachtvliegoefeningen. Voortdurend vlogen 4 helikopters af en aan. Er was één ontzettend grote heli bij. De carrier lag eerst nog stil, maar ging uiteindelijk varen. Dan gaan ze hard. Hij kruiste ons pad een kleine mijl voor ons. Het hield ons goed bezig, vooral toen het apparaat in beweging kwam. We hebben hen toen opgeroepen en kregen de geruststelling dat we onze koers en snelheid mochten aanhouden.
De rest van de wachten verliepen rustig. Tot ik (Pim) bezig was met mijn ochtendslaapje. Vlak voor het wisselen van de wacht riep Hanneke ineens “Dolfijnen”! Daarvoor maken we elkaar bij nacht en ontij altijd wakker en het was al heel lang geleden, dat we ze op open zee nog uitgebreid hadden kunnen bewonderen. De tuimelaars in de noordelijke wateren zijn niet zo sociaal als hun grotere verwanten in deze buurt. Het waren er een stuk of zes, die gezellig met ons kwamen spelen. We hebben er een paar foto’s van, maar de mooiste sprongen staan er helaas niet op. Daar hebben we nog meer oefening voor nodig en die krijgen we maar zelden. In ieder geval nooit genoeg, want we krijgen er nooit genoeg van om deze beesten om ons heen te mogen bewonderen.
We gaan in Charleston een plekje zoeken waar we de boot een paar dagen met een rustig gevoel kunnen achterlaten, want we gaan naar Charlotte in North Carolina, waar een nichtje van Hanneke met haar man (en hun honden!) woont.
Morgen komen er weer foto’s.
Recent Comments