We hebben genoten in St.Augustine en we hadden er best nog wel even willen blijven, maar we moeten eind van de maand echt in. Miami zijn, omdat Hanneke daarvandaan naar het huwelijk van haar nichtje Ellen gaat. Als je weet dat je ergens moet zijn, dan is het zinvol om voorsprong op je planning te houden, want anders riskeer je, dat je met onaangenaam weer moet gaan varen. Dus, met gemengde gevoelens nemen we afscheid van St. Augustine en de uitgebreide groep cruisers die we daar ontmoet hebben. We hadden best nog wel een paar biertjes met hen willen drinken.
St. Augustine is gezellig, klein en toegankelijk. Het is een geliefde plaats voor cruisers. Er is niet heel veel ruimte om te ankeren, maar er zijn wel een heleboel moorings beschikbaar voor een alleszins redelijke prijs van $20 per nacht. Aangezien de stroom met 2-3 knoop de haven in of uit loopt met het getij, vinden we ankeren, zeker als het hard gaat waaien, risicovol en slapen we beter aan een mooring. Er is ook een cruisersnetje (marifoon aanzetten s’morgens om 09.00, dan hoor je nog eens wat). Daar horen we dat er ‘s avonds een Happy Hour is georganiseerd.
Op weg naar de kant voor dat Happy Hour komen we deze scharrige reiger tegen op zijn paal. Hij vindt het niks waard.
Het is erg gezellig op het Happy Hour. We komen er een stel tegen, dat al 20 jaar de wereldzeeën bevaart. Uiteindelijk belanden we met hen in de Ierse Pub, waar Jeff en Rachel muziek zitten te maken met iedereen die er zin in heeft
Teruglopend door de winkelstraat komen we deze winkel tegen met alleen maar glitterjurken. Je moet je tegenwoordig wel ergens in specialiseren!
Rachel stuurde nog een paar foto’s die ze heeft genomen, toen we nog op weg waren naar St. Augustine. Deze foto maakte ze met een 300 mm lens toen ze ons net op de AIS zagen en wij anderhalve zeemijl van hen verwijderd waren. Samen op weg naar St.Augustine. Wij zeilden een stuk langer door, omdat Nelly Rose met veel minder wind toe kan, dan hun Island Packet ‘Aurora’.
Zij lagen dan ook al voor anker vóór de brug, toen wij binnenkwamen, en konden ons rustig fotograferen.
We overlegden even waar we zouden gaan bijpraten.
Aurora lag aan de noordkant van de brug, maar wij hadden, met het oog op het weerbericht, een plekje aan de zuidkant gereserveerd. Twee dagen later kwamen zij daar ook. Vanwege het slechte weer hebben ze enorm liggen dansen en konden bijna niet meer vanuit hun dinghy de boot inklimmen.
Na een dikke week vertrekken we weer en net als we door de brug heen willen komt dit vaartuig eronder door. We hadden voor vertrek al veel commotie gehoord op de marifoon. Zinnen zoals “it looks as if they’re chasing that boat” en “we’re gonna shoot you!” Ze hebben de poppen en de motor doorzeefd met kogels, dus kennelijk was de oefening geslaagd.
Spannend naar buiten varen tussen de hoge golven vanwege het ondiepe water vlak naast ons. Als we net op weg zijn komt deze boot van Boat US langs scheuren. Even later zagen we hem op de terugweg met een zeiljacht op sleeptouw.
Het waait lekker en we schieten goed op. Het doel is Fort Pierce. Het regent wel zachtjes de hele tijd, maar dat stoort niet echt. Er is niet veel wind en de golven van het heftige weer van de afgelopen dagen komen nog enthousiast aanrollen. Uiteindelijk zakt de wind er helemaal uit als we in de buurt van Cape Canaveral komen. Dat is een uitstekende punt, waaromheen ook de stroom harder tegen gaat staan. We starten de motor en komen slechts langzaam vooruit tegen de nog steeds forse zeeën. Het wordt een enorm gepriegel voordat we de Cape voorbij zijn, want uiteindelijk trekt de wind weer aan tot meer dan 20 knoop pal uit het zuiden en hebben we geen andere keuze dan te gaan kruisen. Nelly Rose is een briljant schip, maar hoog aan de wind met hoge zeeën mis je de bemanning van een stuk of zes goed doorvoede studenten op de loefrails wel behoorlijk. We hebben bovendien niet veel ruimte om lange slagen te maken. Langs de hele kust van Florida wordt je geacht een mijl of vijf uit de kust te blijven, omdat de bijna uitgestorven Right Whales daar hun winterverblijf hebben. Ze zijn net aangekomen en de kustwacht roept voortdurend op om te zorgen dat deze zone gerespecteerd wordt. Aan de oostkant van het vaarwater, waar het snel veel dieper wordt, komt de warme golfstroom voorbij, die met een knoop of vier – zoals we eind mei op weg naar het noorden hebben kunnen vaststellen – de verkeerde kant op gaat. We moeten dus op de smalle ondiepe strook voor de kust blijven en gaan ieder uur overstag.
Eenmaal bij Cape Canaveral doemt het volgende gevaar op. Op de kaart staan allerlei waarschuwingen, dat je nu door het gebied vaart, waar de verschillende onderdelen van de raketten na een lancering kunnen vallen. We besluiten ons daar niet al teveel van aan te trekken. Het risico, dat we net op het verkeerde moment precies op de verkeerde plaats zouden zijn, lijkt ons klein.
Inmiddels is het duidelijk, dat we pas in het donker bij onze oorspronkelijke bestemming, Fort Pierce, zullen aankomen. Deze inlet is een absolute afrader in het donker. Dat gaan we niet proberen, ook niet bij de prachtige volle maan, die best veel licht verspreidt. Vertragen heeft nu ook geen zin en we besluiten om er een extra nachtje aan te plakken en in een keer door te varen naar Palm Beach. Alsof de wind dat geroken heeft, krimpt die onmiddellijk naar pal oost. Hij neemt wel af tot rond de 15 knoop, maar dan gaat Nelly Rose als de brandweer. Ze legt zichzelf op één oor en snijdt door de golven. (Je kunt aan het schuinhangende fornuis zien hoe het is om te leven op één oor. Zelfs naar de W.C. gaan wordt een acrobatische tour.) Maar, met snelheden van meestal boven de 8 knoop, dreigen we ook in het donker bij Palm Beach aan te komen.
Klontje ligt voorop. Slepen is met deze golven en snelheden echt geen optie. Voorop is niet ideaal, maar het kan. Het liefst hebben we haar opgevouwen onder de giek, waar nu het brandstof-tankje ligt vastgebonden.
Deze bui was alleen op het vasteland gelukkig.
We gaan naar de brug in de veronderstelling, dat we eronder door kunnen om naar onze ankerplaats te gaan. Dat bleek een misrekening te zijn. Hoewel de doorvaarthoogte bij hoogwater hier 65 voet zou moeten zijn, geeft de meter naast de brug aan, dat er 62 voet beschikbaar is. Met 63 voet durven we het te proberen, maar bij 62 voet weet je vrijwel zeker, dat de windex er af zou gaan. Dat doen we dus niet. Op weg naar de brug ligt dit huis op een bok; gek gezicht.
We vinden een andere ankerplaats, maar die is ver weg van downtown Palm Beach. Waarschijnlijk zullen we daar niet veel aan missen. Wel doet de plaats zijn naam eer aan. Overal zie je palmbomen en het is heerlijk warm. Eindelijk kan het dekbed uit het laken worden gehaald en slapen we alleen nog onder het laken.
Recent Comments