25-12-2013 18.35
Na ruim een half jaar in de Verenigde Staten zijn we nu in Cuba. Dat zal een beetje van het ene uiterste in het andere blijken of lijken te zijn. Wat betreft de bureaucratie zullen de verschillen minder groot zijn. Wat kunnen Amerikaanse overheidsdienaars onaangenaam zijn. Volgens onze informatie moeten niet commerciële vaartuigen die de intentie hebben om binnen de 12-mijls zone van Cuba te gaan varen een ‘Acknowledgement of Security Zone and Permit to Depart During a National Emergency’ hebben. Die zou te krijgen zijn bij de US Coast Guard. Als je niet aan deze voorwaarde zou voldoen hangt inbeslagname van je schip, $10.000 boete en tot 10 jaar gevangenisstraf boven het hoofd. Er is behoorlijk intensieve USCG controle en ze gaan regelmatig ook aan boord bij jachten zoals het onze, dus werd ons wel degelijk aangeraden deze formaliteiten serieus te nemen.
Dat was het begin van een eindeloze reis van het kastje naar de muur, die Hanneke met bewonderenswaardig geduld aflegde. Het gevolg van de nodige ervaring inmiddels met dit soort instanties in de States. De toon die sommige overheidsdienaren daarbij aan durven te slaan is ongelooflijk. Hanneke werd toegesnauwd omdat ze volgens een official zou schreeuwen. Daar was geen sprake van, maar de halve stemverheffing die gepaard gaat met het woord ‘wàt’ in de vraag ‘wat zegt u’ was voldoende om van deze vermoedelijk zwaar overwichtige, gedrogeerde en aan PMS lijdende mevrouw in een kantoor zonder ramen en zonder air conditioner een ware duivelin te maken. Zij schreeuwde: “MADAM DON’T RAISE YOUR VOICE TO ME!!!!” en haar spuug kwam bijna met de GSM verbinding mee. Ik zat tegenover Hanneke, en had eigenlijk de telefoon uit haar handen willen nemen om die mevrouw haar vet te geven, maar ja, je hebt zo’n papiertje nodig. Deze mevrouw was niet het juiste contact en Hanneke slaagde erin haar voldoende te kalmeren om een ander telefoonnummer aan haar te ontlokken. Dat was een nummer in Miami waar een man Hanneke omstandig begon uit te leggen,dat het dom zou zijn om naar Cuba te gaan. We zouden ons grote zorgen moeten maken over onszelf en ons schip. Ook niet de goede man. Daarna kwam er weer een mevrouw, die het ook onverstandig vond om naar Cuba te gaan en die Hanneke probeerde te laten zeggen dat we dan maar niet zouden gaan. Vervolgens draaide Hanneke per ongeluk hetzelfde nr. nog een keer, waarop het mens haar durfde toevoegen: “Madam, you are disgusting. Don’t you ever, and I mean EVER dare to call here again”. Uiteindelijk kregen we dan toch een vriendelijke mevrouw aan de telefoon, die ons uitlegde dat wij als boot onder een buitenlandse vlag en zonder Amerikanen aan boord dit papier niet langer nodig hadden. Gezien onze ervaringen met de andere instanties of andere afdelingen van dezelfde instantie, vroegen wij de mevrouw of ze ons dat per email kon bevestigen. Binnen de vijf minuten hadden we de gevraagde email binnen.
Het zijn niet allemaal hufters en kennelijk zijn ze dat alleen, als ze niet weten waar het over gaat, want het hele circus had een tweede aflevering toen we maandag gingen uitklaren bij de CBP, de Customs and Border Patrol. We hadden vrijdag daarvoor een afspraak gemaakt bij het ‘town office’van de CBP in Key West, maar daar aangekomen was er niemand. De gespannen vriendelijkheid die je dan moet volhouden om de wel aanwezige mensen ertoe te brengen om uit te vinden, waar we dan wel moesten zijn, leidde uiteindelijk tot een taxi rit naar het vliegveld, waar we afgezet werden voor het kantoor van de CBP. Dat is een ‘secure facility’ en daar kun je alleen naar binnen als je de mensen binnen belt om de deur te openen. Daar sta je dan als buitenlander zonder telefoon. Het is kennelijk een burgerplicht geworden in het 21e eeuwse Amerika om een telefoon te hebben. We gingen bij het kantoor van de Sheriff daarnaast naar binnen en die was zo vriendelijk om voor ons te bellen. We moesten maar even wachten. Er zou zo iemand komen.
We stonden daar vijf minuten te bakken in de zon, toen iemand de deur kwam opendoen. Hier begon het hele theater weer van voor af aan. We mochten niet naar Cuba. De mevrouw van de Coast Guard wist niet waar ze het over had gehad. Als we zouden gaan zouden we onze cruising license kwijt raken en wisten ze niet of we er ooit nog een voor de VS zouden kunnen krijgen. Voor onze ogen werd onze Cruising License doormidden gescheurd. Na dit gehele theater werden onze paspoorten ingenomen en voelde ik me slechter dan ik me waar ook ter wereld, zoals bijvoorbeeld in Rusland, ooit gevoeld heb. We moesten wachten in een ruimte achter een glazen pui, waar de zon volop stond te schijnen en waar de A/C uitgeschakeld was. In een orchideeën kwekerij in het Westland zouden ze trots zijn op de temperatuur en het vochtgehalte dat hier bereikt werd. Na een klein half uur kwam er eindelijk een mijnheer met een half ingevuld formulier, waar de bestemming nog op ingevuld moest worden. We hebben uiteindelijk opgeschreven, dat we naar de Dominicaanse Republiek zouden varen en die leugen met een handtekening bezegeld. De man slaakte een zucht van verlichting en ging weer achter de gesloten deur, waarschijnlijk om zijn baas te vertellen dat hij ons toch had kunnen overtuigen. Na nog een kwartier mochten we betalen en daarna kregen we onze paspoorten terug. Oeffff.
Ik beschrijf dit zo uitvoerig, omdat we nu van het vrije Amerika naar de bureaucratie Cuba zijn gegaan. Het welkom hier was hartelijk. We moesten ons via de marifoon melden bij het binnenvaren van de 12 mijls zone, maar het duurde tot ongeveer 6-7 mijl uit de kust voordat de havenmeester van de Marina Hemingway reageerde. Hij wenste ons heel hartelijk welkom in Cuba en gaf ons instructies voor het binnenvaren en afmeren bij het gebouw van de maritieme politie. Er kwam iemand met een bruin uniform aan boord, die achtereenvolgens een arts en daarna twee mannen van de Cubaanse maritieme politie aan boord bracht. Vervolgens kregen wij onze ligplaats aangewezen, waar de havenmeester en nog twee mannen van de agrarische en veterinaire dienst aan boord kwamen. Dat kostte wat tijd en zo, maar iedereen was vriendelijk en blij dat we naar Cuba kwamen. Allen wensten on ‘Feliz Navidad’.
De overtocht was op zich niets bijzonders. We hadden een dag met licht weer uitgekozen, zodat we de motor veel zouden kunnen laten draaien. De accu’s hadden echt wel weer een keer iets extra’s nodig. Onze informatie over de stroomvoorziening in de Marina Hemingway was bovendien niet erg positief. Dat bleek overigens geheel onterecht. Toen de formaliteiten waren afgewikkeld kwam er een elektricien, die ons in no-time aan de 220 volt had liggen. Dat hebben onze accu’s in het 110 V Amerika lang moeten ontberen. Dat motoren hadden we ons kunnen besparen, maar het blijft handig om een rustige dag uit te kiezen. De golfstroom loopt tijdens de overtocht van west naar oost en de heersende wind is oost. De koers is bijna zuid (209 graden) en dan kan het samenspel redelijk oncomfortabel worden.
We zullen vanaf nu overigens in twee talen gaan communiceren. Een aantal mensen uit Amerika en andere Engelstalige vrienden volgen onze wederwaardigheden en dat gaat goed aan de hand van de foto’s, maar foto’s plaatsen wordt vanaf nu uiterst moeilijk. Er is wel internet, maar dan op vaste computers. We zien wel wat we kunnen doen. Eventueel plaatsen we via broer Pieter, onze trouwe Webmaster, af en toe wat foto’s. Anders worden het woorden, veel woorden. Want er valt veel te vertellen.
We hebben ondanks die laatste avonturen met de autoriteiten genoten van Amerika en we zijn benieuwd hoe de andere kant van het menselijke spectrum ons gaat bevallen.
Recent Comments