13-1-2014 18:38
Like regular tourists
I write this guided by the pictures we took of our great weekend. We dearly
wanted to see some more of Cuba than just La Havana and the marina and it
proved justly so. We took a trip to Viñales, to the west and pretty much
landlocked, so that we could never get there by boat when eventually we
start sailing around Cuba. My Spanish lessons seem to be paying off and they
did help us a lot to find our way, although I’m still a long way from
striking up any form of discussion with a Spanish speaking native. It helps
however, that I can ask them to repeat themselves and to please slow down.
These Cubans do speak a mile a minute.
We were guided to the bus by Hanneke’s new found friend Rubens, an art
history professor, who is in the process of setting up his own tourist
business with his sister, on our way from La Havana Vieja to the bus station
which is conveniently (not) located in the newer parts of Havana. We really
hope, we will shortly be able to upload some of our photos, because even a
relatively short and purposeful trip takes you past great sights. The sense
of decay remains very overpowering and it is weird to realise, that we
admire the remains of a city that was built over the backs of slaves,
hundreds of thousands of them. The foundations of Cuba for its place in
western history may have been its place on the trade route of the stolen
goods from America Latina, the forts still stand witness to this, but the
city as it stands today owes more to plantations of tobacco for fine but not
very healthy cigars, sugar cane for sugar and rum and its rather depraved
version of tourism in the first half of the nineteenth century. You build
something on slavery then it will fall apart when slavery disappears. Cuba
was the last by more than 30 years to abolish slavery in 1886 and never
quite managed to recover from there. The chasm between the rich and the poor
was unhealthy and unsustainable and lead to the Revolution that culminated
in the formation of the current socialist, Marxist or communist – take your
pick – state in 1959. That state in itself has gone through formidable ups
and downs as things in the country and on the global stage changed, but that
inequality has disappeared. Everybody is basically poor – but not hungry,
they are well dressed and have a roof over their heads – and with a sense of
solidarity in the community that allows people to have a good time. We are
not sure we will find the same later on in our travels in Jamaica and the
Dominican Republic and we will bypass Haiti as it is deemed too dangerous to
go to. All these islands come from a different background and have developed
depending on exports of goods that are no longer needed by our western
world.
All things considered, from what we have seen, La Havana has coped
admirably, but that’s the city, the capital. What would things look like in
the country? Don’t get up your expectations. We went to Viñales, which
probably doesn’t even begin to resemble the real Cuba in a socio-economic
sense, but it owes that to its beautiful nature. However we did have some
adventures before we got there.
Rubens took us through the narrow streets of Habana Vieja, past the
Capitolio where the finest examples of restored American Ford Fairlane 500’s
and a Thunderbird, Chevy Impala’s and many more cars from the fifties are
waiting to drive tourists around. If you pay $2 you are allowed to sit in
them and have your picture taken. The real ride costs a lot more. From there
we entered Central Havana where we took a taxi collectivo, that took us
close to the Zoo (don’t get me started on that one, but it is a nice garden)
from where we had to walk about a mile to get to the bus station.
Fortunately we were travelling light, with only a small backpack. At the bus
station we joined the confusion to see if we could get on the bus. Basically
you have to make reservations a couple of days ahead, but since this idea
came up only a couple of days ago, we had to try our luck and with success.
The bus departed right on time and we settled back for the three hour
journey to Viñales, but not for long. We had barely joined the highway
(three lanes in each direction) when an old American car in front of us had
to brake, to avoid a power cable that was lying over the road and our bus
thumped into the back of him. It was not really a heavy thump, but having
accidents in Cuba is not a good idea. First you have to wait for the police.
They showed after about 15 minutes on two Yamaha Viragos for the underlings
and a bigger engined Moto Guzzi for the lead investigator. In the meantime
the Chinese built bus showed more damage than it should have had from the
light collision and started leaking water from its air-conditioning system
from both front corners. It was obvious we would have to change busses. The
driver kept the engine and the a/c running as it slowly ran out of water. It
was starting to make frightening sounds by the time the replacement bus
finally showed after two and a half hours.
The accident probably came out worst for the blameless driver of the
American classic that really had looked pristine from the outside before the
incident, but now obviously had been bent considerably as the right rear
door had been forced open by the collision. As an old car it is not
illegible for any insurance money and – as the driver managed to explain to
me while he showed me the Russian Volga four cylinder engine that was
mounted in place of the original straight 6 or V-8 engine of the Dodge – it
would cost him about 500-600 Pesos National to get it all fixed again. That
is about $25; an unbelievable amount for such a repair, but nonetheless a
month’ wages for him.
To cut a long story short for today, we arrived in Viñales almost 3 hours
late. That was unfortunately after dark so we did miss the scenery of the
last part of the trip, but that would be corrected on the way home. I will
continue this account tomorrow.
Als echte toeristen
Ik schrijf dit verhaal aan de hand van de foto’s, die we van dit heerlijke
weekend hebben gemaakt. We wilden erg graag iets meer van Cuba zien dan
alleen maar La Havana Vieja en de marina en dat bleek een uitstekend idee.
We hebben een trip gemaakt naar Viñales. Dat ligt ten westen van de marina
en midden in het land, zodat we er vanaf de boot nooit zouden komen als we
rondom Cuba gaan zeilen. Mijn lessen Spaans beginnen vruchten af te werpen
en bleken heel nuttig om te komen waar we wilden zijn, hoewel het nog
behoorlijk wat inspanning zal kosten, voordat ik een beetje een normaal
gesprek in het Spaans zal kunnen voeren. Het helpt al een heleboel, dat ik
de Cubanen kan vragen of ze iets willen herhalen en of ze langzamer kunnen
spreken. Donders, wat spreken die Cubanen snel.
We werden op weg naar de bus door La Havana geleid door Ruben, een nieuwe
vriend die Hanneke ergens heeft opgeduikeld. Hij is een leraar
kunsthistorie, die samen met zijn zus bezig is om een eigen bedrijf voor het
begeleiden van toeristen op te zetten. Het bus station is heel handig ver
buiten het centrum in een van de nieuwere delen van La Havana, zodat het
voor toeristen niet al te makkelijk is om er te komen zonder gebruik te
maken van een van de dure taxi’s voor buitenlanders. Met Rubens erbij was
dat niet nodig en ik hoop echt, dat we een dezer dagen een mogelijkheid hebben om
foto’s op de site te zetten, want zelfs deze korte en rechtstreekse trip
voert langs allerlei mooie plaatjes. Het gevoel van verval blijft
overweldigend aanwezig en het is eigenlijk bizar als je er over nadenkt, dat
we de resten van een stad bewonderen die is gebouwd over de rug van slaven,
honderdduizenden slaven. De grondvesten van de plaats van Cuba in de
westerse geschiedenis was natuurlijk de rol die het speelde in de
handelsroute van gestolen goederen uit Latijns Amerika, de forten die
daarvan getuigen staan er nog steeds, maar de stad zoals we die vandaag zien
is veel meer het resultaat van de tabaksplantages en de productie van
heerlijke maar niet erg gezonde sigaren, van het suikerriet voor de
productie van suiker en rum en de decadente en perverse versie van het
toerisme in de eerste helft van de negentiende eeuw. Als je iets bouwt over
de rug van slavernij, dan stort dat in elkaar als de slavernij verdwijnt.
Cuba was het laatste land, dat – dertig jaar na de andere landen – de
slavernij afschafte en dat nooit helemaal daarvan herstelde. De kloof tussen
arm en rijk was ongezond en niet duurzaam en leidde tot de Revolutie die
uitmondde in het uitroepen van de huidige socialistische, marxistische of
communistische – kies zelf maar uit – staat in 1959. Die staat zelf heeft
een wilde rit in de achtbaan achter de rug als gevolg van interne
veranderingen en gebeurtenissen elders in de wereld, maar de grote
ongelijkheid is verdwenen. Iedereen is in principe behoorlijk arm – men
leidt geen honger, mensen gaan goed gekleed en zij hebben een dak boven het
hoofd – en ze leven met een gevoel voor solidariteit in een gemeenschap
waarin mensen het goed naar hun zin hebben. We weten niet wat we hetzelfde
later op onze reis zullen tegenkomen in Jamaica en de Dominicaanse
Republiek. Haïti zullen we zelfs links laten liggen. Dat is echt te
gevaarlijk om te bezoeken. Al deze eilanden hebben een gemeenschappelijke
achtergrond, waarbij ze afhankelijk waren van de export van producten die
niet langer gewenst worden door onze westerse wereld.
Als je dat allemaal in aanmerking neemt, dan heeft La Havana zich
opmerkelijk staande weten te houden, maar dat is de stad; de hoofdstad. Hoe
ziet het er uit in de rest van het land. Ik zeg het maar meteen. Wij zijn
naar Viñales gegaan. Viñales is een beetje als Valkenburg; niet te
vergelijken met het sociaal-economische landleven in Cuba. Het dankt die
positie aan de prachtige natuur. We hadden echter een avontuurlijke reis
voordat we daar aankwamen.
Rubens voerde ons door de smalle straten van La Havana Vieja, langs het
Capitolio. Voor dat gebouw staan prachtige goed gerestaureerde exemplaren
van Amerikaanse Ford Fairlanes, een Thunderbird, Chevy Impalas en meer van
dat fraais geparkeerd, wachtend op toeristen die er in rond gereden willen
worden. Als je $2 betaald mag je er even in zitten om je te laten
fotograferen. Een rit in zo’n auto kost behoorlijk veel meer.
Daarvandaan liepen we naar Central Havana, waar we een taxi collectivo namen
tot vlak bij de dierentuin (daar ga ik het gewoon niet over hebben, maar de
tuin is mooi). We gingen te voet verder en kwamen na een anderhalve
kilometer bij het busstation. Gelukkig hadden we alleen een kleine rugzak
als bagage. Bij het busstation werden we een onderdeel van de totale daar
heersende verwarring te midden van allerlei andere mensen die een plaatsje
in de bus naar een of andere bestemming wilden hebben. Eigenlijk moet je een
paar dagen van te voren reserveren, maar omdat dit idee pas een paar dagen
geleden bij ons was opgekomen vertrouwden we gewoon op een beetje mazzel en
met goed gevolg. De bus vertrok exact op tijd en we installeerden ons
comfortabel voor de drie uur durende reis naar Viñales. Dat viel tegen. We
zaten nog maar net op de grote weg (drie banen in beide richtingen) toen een
Amerikaanse classic, een Dodge, voor ons moest remmen voor een
hoogspanningskabel die over de weg lag. De bus botste tegen hem aan. Het was
geen harde klap, maar het is geen goed idee om in Cuba ongelukken te hebben.
Het begint met wachten op de politie. Die kwam na 15 minuten. Twee
ondergeschikten op hun Yamaha Viragos en de man met de strepen op een ruim
zwaardere Moto Guzzi. ondertussen bleek, dat de Chinese bus meer had geleden
van de klap dan je zou verwachten, maar hij begon voor op beide hoeken water
te lekken uit het airconditioning systeem. Het was duidelijk dat er een
vervangende bus zou moeten komen. De chauffeur liet volkomen onbegrijpelijk,
maar prettig voor de passagiers, de motor draaien, zodat de a/c bleef
koelen, terwijl daar langzaam alle vloeistof uit stroomde. Hij begon
angstaanjagende geluiden te maken toen de vervangende bus na twee en een
half uur eindelijk verscheen.
Het ongeluk zal waarschijnlijk het slechtste aflopen voor de totaal
onschuldige chauffeur van de Dodge. Van buiten een perfect gerestaureerde
auto, maar nu duidelijk niet meer helemaal recht. Het portier rechts achter
was open gewrongen door de klap. Oude auto’s in Cuba krijgen geen geld van
de verzekering bij aanrijdingen – zo wist de chauffeur mij uit te leggen,
terwijl hij mij liet zien hoe de Russische Volga vier cilinder was
geïnstalleerd om de oorspronkelijke 6 cilinder lijnmotor of V-8 te
vervangen – en hij verwachtte dat de reparatie ongeveer 500-600 Pesos
Nacional zou gaan kosten. Dat is ongeveer €20; een ongeloofwaardig bedrag
voor zo’n reparatie, maar toch het inkomen van een maand voor de man.
Om dit verhaal voor vandaag af te sluiten; we arriveerden drie uur te laat
in Viñales. Dat was helaas in het donker, waardoor we het vermoedelijk
spectaculaire uitzicht van het laatste deel van onze rit misten, maar dat
komt op de terugweg wel weer goed. Ik verhaal morgen wel weer verder.
Recent Comments