Our most western position thus far. Onze meest westelijke positie tot nu toe.

25 januari 2014 16:59

Our most western position thus far.

We left Marina Hemingway a week ago, maybe at the time still with mixed
feelings whether it was the right thing to do. You’re rarely ready
discovering a spot, certainly something as rich as La Havana. Hanneke and I
would normally hoist our sails and sail the 300 miles to our first
destination, the Golfo de Batabano, with probably two nights at sea. On the
day of our arrival we would be knackered, but we would be where we wanted to
be. This trip showed us clearly that what you normally do is not necessarily
the best. Being a creature of habit may take away a lot of the fun on offer.
Sheryl and Steve don’t like to do short overnights, because they don’t like
the day that they spend recovering. We agreed to follow their lead and as a
consequence we have been making the journey in daily instalments of about 40
miles, stopping along the way in beautiful quiet and secluded spots. The day
sailing was really nice and very relaxed each and every day, although you
have to be careful with your navigation in and out of the reef as well as
when sailing behind the reef. Some nights we stayed on board of our own
boat, and some nights we joined each other for dinner. Last night we
celebrated having reached the south shore in Maria La Gorda, where we
arrived from Los Morros.
In Los Morros Hanneke and I actually went alongside the dock there. In
contrast to what was written in the ‘A Cruising Guide to Cuba (Agirre and
Virgintino; 2013)’ there is plenty of water, at least on the west side of
the dock, to come alongside. We had 3.5 meters under the boat and more than
enough room to come around, so that we could moor with the bow into the
wind and the waves. That is the good news, but the bad news is, that the
position is untenable in anything but the mildest seas. The dock is pointing
directly to the north and offers no protection from any weather influences.
There are huge black fenders mounted alongside, so any fishing trawler or
similar might be OK in some of the conditions, but not our precious Nelly
Rose. We spoke to the Guarda, who was not interested in our paperwork after
we told them of our plans, and then hastily retreated to a nice anchorage in
3 meters of water south of the Ensenada Bolondron, there is not enough water
inside, that gave us plenty of protection against the northern winds that
were expected and would only be bad for anything from west to north-west.
For really bad weather there would be a natural canal, the Canal de Barcos,
that is very well protected with 3 – 6 meters of water and is supposedly a
bit of a hurricane hole. We didn’t have to go there as we spent a very nice
night with up to 20 knots of wind coming from the north, that didn’t bother
us at all.
From here on, I will refer to the guide mentioned above as the Cuba Guide
and to Calder’s book as such. The impression now is , that the Cuba Guide is
a hastily written superficial book, that is to be taken with a large pinch
of salt, whereas Calder’s guide, although out-dated, is well researched and
has excellent charts and navigational information. In a country that is
changing continuously, you’ll have to find your own way to a large extent
and no pilot can ever be as accurate as the ones we have been used to
sailing the south coast of England for instance.
Rounding the Cabo de San Antonio with its Roncali lighthouse was
unspectacular from a sailing perspective in a north east wind of about 15
knots. We lazily sailed behind our genoa, making enough speed. It was
spectacular for us, as the position of 85 degrees and 57,500 minutes West
was our most western position of this trip and will be for this year. Wonder
what next year will bring?
The wind being as it was we went to windward around the Punta Perpetua and
pointed just about high enough to follow the coast on our way to Punta del
Holandes. We sailed past that nicely named headland for about an hour and
then tacked onto starboard tack into the Bahia de Corrientes for about an
hour and then tacked again in the direction of Maria la Gorda. It was a rare
occasion that we sailed directly to windward and had to do some tacking. It
will however be an integral part of our journey east along Cuba’s south
coast. Cuba clockwise or anticlockwise it is one of those choices, that once
made, you have to live with. Thus far we like the life as we contemplated at
length in the beach bar accompanied by a live band that played the right
music for the tourists in this resort that is specialised in diving. I was
enjoying the music a wee bit too much in the rickety plastic chairs on the
terrace and crashed through one. I obviously wasn’t the first to whom this
had happened as the waitress immediately replaced the destructes example by
two chairs stacked in order to reinforce the construction. An also somewhat
heavyset gentleman sitting at a table next to us immediately saw the wisdom
of that construction and doubled up on his seating arrangement as well.
We will never know what we have possibly missed in our final destination if
we would have sailed there directly, but we have no reason to regret that;
none at all.

Onze meest westelijke positie tot nu toe.

Een week geleden verlieten we Marina Hemingway met misschien op dat moment
toch nog wel gemengde gevoelens of dat al het goede moment was. Je bent
zelden klaar met het ontdekken van een plaats, zeker niet als dat zo rijk en
divers is als La Havana. Hanneke en ik zouden normaal gesproken onze zeilen
hijsen en de 300 mijl naar onze eerste echte bestemming, de Golfo de
Batabano, in één keer zeilen met vermoedelijk twee nachten op zee. Op onze
dag van aankomst zouden we dan hartstikke moe zijn, maar we zouden zijn waar
we wilden zijn. Deze trip heeft ons duidelijk laten zien, dat wat je normaal
doet niet altijd het beste hoeft te zijn. Als je een gewoontedier bent kan
je dat een hoop leuke ervaringen kosten. Sheryl en Steve houden niet van het
‘s nachts doorzeilen voor korte reizen, omdat ze niet houden van de dag die
ze nodig hebben om daar van te herstellen. We besloten hun voorbeeld te
volgen en maakten de trip in etappes van ongeveer 40 mijl. Onderweg ankerden
we in prachtige verlaten, rustige beschermde baaitjes. De dagelijkse
zeiltrips waren heerlijk en erg ontspannend, hoewel je wel zorgvuldig en
geconcentreerd moet navigeren, als je het rif in of uit vaart en tijdens het
zeilen tussen het rif en het land. Sommige avonden bleven we aan boord van
ons eigen schip, andere nachten dineerden we bij elkaar. Afgelopen avond
vierden we het bereiken van de zuidkust in Maria La Gorda, waar we aankwamen
vanuit Los Morros.
In Los Morros legden Hanneke en ik de Nelly Rose eerst aan de kade, die daar
de zee in steekt. In tegenstelling tot wat er staat in de ‘A Cruising Guide
to Cuba (Agirre and Virgintino; 2013)’ is het, in ieder geval aan de
westzijde van de steiger diep genoeg om aan te leggen. Het is er 3,5 meter
diep en we hadden genoeg ruimte om rond te maken, zodat we konden aanleggen
met de boeg naar de wind en de golven. Dat is het goede nieuws, maar het
slechte nieuws is, dat het een onmogelijke aanlegplaats is in vrijwel alle
condities. De steiger wijst precies naar het noorden en biedt geen enkele
bescherming tegen de invloeden van het weer. Er zijn grote zwarte
stootwillen gemonteerd, zodat een vis trawler er in redelijke condities nog
goed kan liggen, maar niet onze dierbare Nelly Rose. We spraken er kort met
de Guarda, die geen enkele interesse had in ons papierwerk, nadat we hen onze
reisplannen hadden verteld en vertrokken snel naar een mooie ankerplaats in
3 meter water, ten zuiden van de Enseñada de Bolondron (erbinnen is niet
genoeg water) waar we perfect beschermd lagen tegen de voorspelde
noordenwind. Alleen met harde wind uit west tot noordwest zou het hier
onprettig kunnen worden. Bij echt slecht weer is er aan de andere kant van
de Enseñada de Bolondron een natuurlijk kanaal, het Canal de Barcos, dat
hele goede bescherming biedt in 3 – 6 meter water en dat kennelijk zelfs als
hurricane hole zou kunnen fungeren. Wij hoefden daar niet naar toe en
brachten een rustige nacht door met 20 knoop wind uit het noorden.
Vanaf nu zal ik aan bovengenoemde gids refereren als de ‘Cuba Guide’ en aan
‘Calder’s boek’ onder die naam. De indruk is nu, dat de Cuba Guide een
haastig geschreven oppervlakkig boek is, dat met grote korrels zout genomen
moet worden. Calder’s boek daarentegen, hoewel deels verouderd, is het
resultaat van zorgvuldige research en biedt excellente kaarten en nautische
informatie. In een land dat voortdurend veranderd, zul je toch grotendeels je
eigen weg moeten vinden en geen enkele gids of pilot kan hier zo accuraat
zijn als de gidsen waar we aan gewend zijn, zoals bijvoorbeeld over de
zuidkust van Engeland.
Het ronden van Cabo San Antonio met de Roncali vuurtoren was zeil technisch
heel plezierig en niet spectaculair met een noord oosten wind van 15 knoop.
We zeilden lekker lui achter onze genua aan. Dat ging snel genoeg. Het was
voor onszelf wel spectaculair, want we bereikten hier een positie met 85
graden 57.500 minuten West. Dat is de meest westelijke positie tot nu toe op
deze reis en zal dat ook dit jaar blijven. Wat zal het volgende jaar ons
brengen?
De wind was gunstig en we konden voorbij Punta Perpetua net hoog genoeg
oploeven om de kust te volgen tot Punta del Holandes. We zeilden een uur
voorbij dat punt met die welluidende naam en gingen toen overstag. We
zeilden over bakboord een uur de Bahía de Corrientes in en gingen toen weer
overstag in de richting van Maria la Gorda. Het gebeurt maar zelden dat we
moeten kruisen en dat we dus overstag gaan. Dat zal echter een vast
bestanddeel zijn van onze reis oostwaarts langs de zuidkust van Cuba. Cuba
met de klok mee of tegen de klok in; het is een van die keuzes waar je,
eenmaal gemaakt, mee moet leven. Tot nu toe vinden we dit een goed leven,
zoals we uitgebreid evalueerden gezeten op een terras van het strand café,
begeleid door een orkestje, dat de juiste muziek speelde voor de toeristen
in dit resort, dat is gespecialiseerd in duiken. Ik genoot een beetje teveel
van de muziek, en zakte door een van de krakkemikkige plastic stoelen.Ik was
duidelijk niet de eerste die dit lot beschoren was, want de serveerster kwam
ogenblikkelijk met vervanging voor het vernietigde exemplaar aan, dit keer
twee van de zelfde stoelen, maar dan gestapeld, een veel steviger
constructie. Een eveneens wat zwaar uitgevallen mijnheer aan de tafel naast
ons zag meteen het voordeel van deze constructie en verdubbelde zijn zetel
ook meteen.
We zullen nooit weten, wat we mogelijk hebben gemist op onze uiteindelijke
bestemming, nu we er niet direct naar toe gevaren zijn, maar we hebben geen
enkele reden om daar spijt van te hebben; helemaal niet.