Lobster fishing / Kreeften vangen

9 februari 21.00

Lobster fishing

We did enjoy our lobster fishing with the keepers of Cay Santos. Steve
actually managed to catch one, once we had figured out, that you have to
catch them from behind. A lobster moves backwards whilst maintaining strong
eye contact as he whips up as much sand as possible in order to obscure
visibility. If you manage to keep the noose of the lobster catcher behind
him, he will wiggle straight into it. All of this is easier said than done,
but it does work. Finding the lobster was relatively easy. There are
numerous steel plates lying around on the bottom of the bay in very shallow
water. Lobster like to hide under things and basically these steel plates
are the only thing they have for cover in the area. The trick was to find
the steel plates and hook the anchor of the keepers boat (Concrete wire bent
in the shape of a dredge) under the plate. One of us would do that standing
hip deep in the water. Then the guy on the boat would lift the plate and the
Cubans would then swing a pole with a sharp hook under the plate aimed at
one of the lobsters that would be hiding there. Some of them scarpered, but
would then run into Steve trying to catch them with the noose. All in all it
took us less than an hour to catch 6 mighty fine lobsters, that Hanneke and
I had to take on board.
We cooked them immediately and ate the smallest ones for lunch. The rest of
them were converted into a mighty fine curry that would feed us for days to
come. In the evening we were again invited for dinner at the keepers cabin.
On the menu was grilled lobster and that was enough of a variation to our
lunch to make it immensely enjoyable. In the meantime we had discussed with
the crew of Emma Louise how to best show our gratitude for the two
unforgettable days the keepers had organised for us. We decided to give them
a financial reward rather than stuff. The men make 305 pesos national (12 dollar) a
month and although – thanks to everything the island has to offer – life is
plentiful whilst at work, it is rather challenging to make ends meet during
their month on leave. We decided to give them a bit more than a month’ wages
each, for which they were indeed very grateful. It is very hard to view
their lives through our eyes.
The following morning we left Cayo Campos, a destination we can only
recommend to people fortunate enough to sail these waters. They have to
excercise due care though, when trying to get straight from the bay to the
open sea. According to the keepers we would have 2.5 meters of water on our
way out, but that was highly optimistic. It was a fortunately sandy bottom,
but we did leave a clear track in it with our keel. Even Emma Louise got
really stuck for a bit and they draw a foot less than we do, so I guess we
can consider ourselves very lucky to have come through at all. It is
possible to sail out along the north shore of the island with much more
comfort and it is only ten miles longer.
Hanneke and I decided to go straight from Cayo Campos to Cienfuegos, in
order to prepare for our journey home to the Netherlands. That always
involves more work than you think, especially because we don’t want to
return to the job-list when we get back on board. We also want to leave the
boat spotless, knowing full well, that she’ll be dirty again once we come
back. The journey to Cienfuegos was 125 miles long, an easy overnight in
very light airs straight on the nose. We decided to beeline it. This meant
forgetting about sailing, because that would have probably doubled the
journey time and that was not what we wanted whilst having to hand steer the
boat. A wind vane steering is rapidly on its way to gaining top spot on our
list of priorities.
We received a warm welcome from the harbour master and the authorities in
Cienfuegos. We were lucky to come from a destination within Cuba, because
boats coming in from Jamaica get a much more involved boarding party to
check them out, including sniffer dogs. In the afternoon we went into town
to make our reservations for the bus to Varadero on Tuesday, to be on time
for our flight on Wednesday. You won’t be hearing from us again until
Thursday when we land in Holland. However, the coming month will not bring
total silence on the blog. We will relive the Cuban experience thus far when
we put all the photos of the past seven weeks on the blog. Comments will be short, but
the pictures will be colourful.

Kreeften vangen

Het was geestig om met de opzichters van Cayo Campos op kreeftenvangst te
gaan. Steve heeft er zelfs een gevangen toen we eenmaal door hadden, dat je
ze van achteren moet vangen. Een kreeft beweegt achterwaarts, terwijl hij
duidelijk oogcontact houdt, terwijl hij zoveel mogelijk zand op wervelt om
het zicht te verstoren. Als je erin slaagt om de strop van het
kreeftenvangapparaat precies achter hem te houden, zal hij er zich vanzelf
in wurmen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar het werkt wel. Het was
nogal makkelijk om de kreeften te vinden. Er liggen een groot aantal stalen
platen op de bodem verspreid in de baai in heel ondiep water. Kreeften
verschuilen zich graag ergens onder en eigenlijk zijn deze stalen platen de
enige dingen die ze hier in heinde en verre kunnen vinden om zich te
verstoppen. Het kunstje was om een van de platen te vinden en het anker van
de boot (betonijzer gebogen in de vorm van een dreg) eronder te haken. Dat
deed een van ons terwijl hij tot zijn heupen in het water stond. De man in
de boot trok dan de plaat aan het anker omhoog en de Cubanen zwaaiden dan
met een stok met een scherpe haak er aan naar een van de kreeften die daar
verscholen zaten. Sommigen gingen er snel van tussen, maar die kwamen dan
Steve tegen met zijn strop aan een stok. Alles bij elkaar kostte het minder
dan een uur om 6 prachtexemplaren te vangen, die Hanneke en ik aan boord
moesten nemen. We kookten ze onmiddellijk allemaal en aten de kleinsten voor
de lunch. De rest verwerkten we in een heerlijk curry, waar we nog dagen van
konden eten.
Voor de avond werden we weer uitgenodigd om bij de heren in hun hut te komen
eten. Dit keer stond er gegrilde kreeft op het menu en dat was genoeg
variatie ten opzichte van onze lunch om er toch weer een feestmaal van te
maken. We hadden ondertussen met de bemanning van de Emma Louise besproken
hoe we het beste onze dankbaarheid voor deze twee geweldige dagen kenbaar
zouden kunnen maken. We besloten nu om hen geld te geven in plaats van spullen
en spulletjes. De mannen verdienen 305 pesos ($12) per maand, en hoewel er
overvloedig voedsel is als de heren op het eiland aan het werk zijn, ziet
het leven er heel anders uit, als ze gedurende hun maand verlof de eindjes
aan elkaar moeten knopen. Ze mogen niets meenemen vanaf het eiland, geen
kreeft of vis, en ze worden daar op gecontroleerd, zodat zelfs cadeautjes
een probleem zouden kunnen zijn. We besloten om de heren iets meer te geven
dan een maand salaris, iets waar ze geweldig dankbaar voor waren. Het is
heel erg moeilijk om hun leven te kunnen bezien door onze ogen.
De volgende ochtend verlieten we Cayo Campos, een bestemming die we echt
warm aan kunnen bevelen voor die mensen die fortuinlijk genoeg zijn om hier
in de buurt te mogen varen. Je moet dan wel oppassen als je van de zee naar
de baai of – zoals wij – van de baai door het rif naar de zee wilt varen. De
opening door het rif is breed en diep genoeg. Dat is geen probleem, maar de
‘doorgang’ vanaf de baai naar het rif is lastig. Volgens de opzichters zou
er 2.50 meter water moeten staan, maar dat was echt te optimistisch. Wij
waren dicht in de buurt van doodtij en dan halverwege hoog water, zodat we
hooguit 10-20 cm water meer hadden kunnen verwachten, en we trokken echt
een spoor door het zand. Zelfs Emma Louise kwam even echt vast te zitten en
die steekt een voet minder dan wij, dus we mochten ons gelukkig prijzen, dat
we er door gekomen waren. Je kunt ook langs de noordkant van het eiland
varen. Dat is een mijltje of 10 om, maar het is een stuk plezieriger.
Hanneke en ik besloten om meteen naar Cienfuegos te varen, zodat we ons op
ons gemak zouden kunnen voorbereiden op onze reis naar huis in Nederland.
Daar komt altijd meer bij kijken dan je zou denken, want we willen niet bij
de boot terugkomen en meteen weer met de kluslijst geconfronteerd worden. We
willen de boot ook brandschoon achter laten, in de wetenschap, dat ze toch
weer smerig zal zijn als we terugkomen. De tocht naar Cienfuegos was 125
mijl lang, een prima afstand om met een nachtje doorvaren af te leggen. De
wind was echter precies op de neus en erg licht. We besloten om rechtstreeks
te varen en niet te gaan zeilen, dat zou waarschijnlijk de reistijd hebben
verdubbeld en daar hadden we geen zin in, nu we de boot met de hand moeten
besturen. Een windvaanstuurinrichting is hard op weg naar de eerste plaats
op onze wensenlijst. Als we volgend jaar de Pacific in zouden gaan, dan moet
die er op.
We werden in Cienfuegos hartelijk welkom geheten door de havenmeester en de
autoriteiten. We waren blij, dat we van een bestemming van binnen Cuba
kwamen, want boten die hier aan land komen vanuit Jamaica krijgen een heel
grondige ontvangst, inclusief drugshonden. We konden ‘s middags al naar de
stad om daar onze bus naar Varadero te regelen voor dinsdag, zodat we op
tijd zijn voor onze vlucht op woensdag. We zullen niets meer van ons laten
horen tot we donderdag aankomen in Nederland. Toch zullen we de komende
maand niet volledig afstand nemen van het blog. We zullen onze ervaringen
van Cuba tot nu toe herbeleven aan de hand van de foto’s van de afgelopen 7
weken. De toelichting zal schaars zijn, maar de beelden kleurrijk.