Toen we eenmaal besloten om de geneugten van de D.R. verder aan ons voorbij te laten gaan, wilden we ook zo snel mogelijk weg. We moesten de douane 24 uur van te voren waarschuwen en dat betekende, dat we maandag om 16.00 zouden moeten kunnen vertrekken. We bespraken een en ander met haven meester Rigo, die beloofde de autoriteiten tussen 15.00 en 16.00 te bestellen. Dat zou een heel gedoe worden met drugshonden en allerlei ander volk, maar overslaan kun je het niet echt. Als je geen despacho van de vertrekkende haven kunt overleggen bij de volgende haven, krijg je daar problemen en geen beste ontvangst. Anders hadden we het zo gelaten, want terugkomen wilden we niet.
We spraken af, dat we om 14.00 de boot aan de wal zouden leggen, zodat we net nog even konden douchen en de zaken met het havenkantoor konden afwikkelen.
We lieten de dinghy leeglopen en bonden die op het dek en maakten de boot verder helemaal klaar voor vertrek. Het woei best stevig, maar Hanneke en ik legden zonder problemen Nelly Rose aan de steiger, maar daar waren we wel blij mee. We lagen koud aan de kant of er komt een wild gesticulerend mannetje aanlopen, die in het Spaans begint te ratelen. Ik begreep, dat hij wilde dat we daar ogenblikkelijk weer moesten vertrekken, want er zou een filmploeg komen, die juist daar aan het werk zou moeten. Dat begreep ik natuurlijk helemaal niet en ik vroeg hem of hij het hele verhaal ‘despacio’, langzaam, nog een keer uit de doeken wilde doen. Hij vroeg mij echter of ik Frans sprak. Dat verraste mij een beetje dus ik gaf dat toe, maar herstelde me snel en vroeg hem hoe het kwam dat hij Frans sprak. Of hij soms Haïtiaans was. Zijn oogopslag veranderde en hij vertelde dat hij inderdaad uit Haïti, van Île à Vache kwam. Daarmee was het, zover je daar hier in de tropen van spreken kunt, het ijs gebroken. Hanneke kwam er bij en we begonnen omstandig over dat heerlijke eiland te praten. Hij kwam van Madame Bernard en hij had vlak bij Soeur Flora gewoond, zodat we meteen wisten waar.
Dat duurde niet lang, want een opgewonden mevrouw herinnerde hem eraan waarom hij met ons stond te praten. Hij legde dat in het Frans nogmaals uit. Ik vertelde hem, dat het ons bijzonder speet, maar dat wij niet weg konden, omdat we hier een afspraak met de autoriteiten hadden en dat we om vier uur zouden vertrekken. Alles was geregeld met Rigo en daar kon hij wat mij betreft verder verhaal halen. Hij belde Rigo, die spoorslags onze kant opkwam, maar eerst in handen viel van de opgewonden mevrouw. Die ging tegen hem te keer alsof hij een deurmat was, waar ze haar spikes op schoon moest vegen. Bedeesd kwam Rigo naar ons toe en vroeg of we het erg zouden vinden om terug naar de mooring te gaan. Het kantoor had hem vergeten te vertellen, dat de filmploeg vandaag weer zou komen, kennelijk voor het vervolg van eerder begonnen opnames. Dat zou zeker problemen opleveren met onze uitklaring en dus met ons vertrek. Daar hadden we geen zin in. Rigo zat klem tussen de wal en het schip, maar gelukkig besloot de mevrouw zich er nu zelf mee te gaan bemoeien.
Ze kwam op mij af en begon in het Spaans te ratelen, terwijl ze minuten daarvoor nog in uitstekend Engels met een mijnheer van de filmploeg had staan te praten. Ik trok mijn beste verbaasde gezicht en zei ‘No hablo, no comprendo’. Ze slaakte een diepe zucht en stak haar verhaal in het Engels af. Wij moesten weg, want zij moest filmen. Nog beleefd, vroeg ik haar of het hier studio opnamen of locatie opnamen betrof. Ze keek me aan alsof ik van een andere planeet kwam en bevestigde dat het locatie opnamen waren, maar dat het de tweede draaidag was en dat de locatie er weer net zo uit moest zien als de eerste dag. Ik begon nu wat scherper te worden en vroeg haar of zij de locatie dan net zo wilde controleren als de studio? Wat als het weer veranderd was? Nu verloor zij haar geduld en begon met stemverheffing te spreken en zei dat ik nu moest vertrekken. Deze mevrouw was duidelijk gewend om haar zin te krijgen als ze met een camera ergens aan kwam lopen en ik werd vals.
Ik vroeg haar of zij de productie assistente was. Nee, zij was de productie coördinator. Dat was kennelijk nog belangrijker. Ik vroeg om verduidelijking van haar functie en of zij de verantwoordelijke was die er voor moest zorgen dat de filmploeg ongestoord haar werk kon doen. Dat bevestigde zij. “Dan”, zo zei ik licht uit de hoogte, “begrijp ik niet waarom u niet van te voren contact heeft opgenomen met Rigo, de havenmeester. Dan zouden dit soort problemen voorkomen kunnen worden en zou het forceren van oplossingen overbodig zijn.” Verbeten vertelde zij mij, dat ze afspraken met de dames op kantoor had gemaakt en dat zij een en ander aan Rigo hadden moeten doorgeven. Nu begon ik aan mijn slotoffensief: “Dus u maakt andere mensen verantwoordelijk voor uw werk en als zij hun werk niet goed doen, dan moeten anderen de rotzooi opknappen. U zei dat u eerder hier gefilmd heeft, dan weet u, dat de Marina Manager, de man waar u net tegen stond te oreren, de man is die verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen hier in de haven, de man die uw locatie controleert. Dan weet u, dat als u met hem zou hebben gesproken, wij hier niet gelegen zouden hebben. Maar nee, u delegeert dat aan iemand op kantoor en wast uw handen van uw verantwoordelijkheid? AND YOU CALL YOURSELF A PROFESSIONAL? Mevrouw, zodra de autoriteiten geweest zijn vertrekken wij. Eerder niet.”
De mevrouw liep stampvoetend weer naar Rijo, die veel plezier had in de zojuist gevoerde dialoog en haar doorverwees naar kantoor. Natuurlijk bleken er alternatieven te zijn en kon de ploeg gewoon aan het werk. De rest van de middag werden wij getrakteerd op een comedy of errors, waarbij – met veel beschreeuw – een zeiljacht fors werd beschadigd en een stuk van de steiger werd afgerost, omdat het jacht nog ene keer aan de kant moest komen. De coördinerende bitch had een technicus aan de kant laten staan met een kist vol met spullen. We hebben hier foto’s van. Die komen later.
Voor zover wij hebben kunnen zien werd er die middag geen meter film geschoten. We hebben nu een veel beter begrip van het werk van ons nichtje Ellen en van het belang van deze sleutelrol bij het maken van film. Met een beetje goodwill en gezond verstand kan iemand op die plaats heel veel geld besparen en een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de productie. De mevrouw die we hier aan het werk zagen kan beter een ander baantje gaan zoeken.
Uiteindelijk kwamen de autoriteiten pas om half vijf aan boord en voeren wij om vijf uur weg. De filmploeg was nog steeds bezig, in een poging om met de laatste restjes daglicht toch nog iets van hun draaidag te redden.
Het werd tijd dat we de D.R. gingen verlaten. Een land waar macho gedrag bij man en vrouw een geaccepteerde norm lijkt te zijn.
Recent Comments