We zijn veel eerder dan gedacht vertrokken uit de Dominicaanse Republiek. We vonden er niets aan. We hebben er natuurlijk wel weer leuke mensen ontmoet en ook positieve dingen beleefd, maar we zullen er weinig over gaan vertellen. We hebben het niet echt een kans gegeven misschien, maar ik kan me nauwelijks voorstellen, dat ons oordeel een andere wending had kunnen nemen. Het contrast tussen arm en rijk is hier obsceen.
We kwamen aan in de marina Zarpar in Boca Chica. Daar is in ieder geval weinig mis mee. Vriendelijke mensen en goede faciliteiten. Zij verzorgen het inklaren, zodat je niet zelf alle instanties hoeft op te sporen en aan te sporen. Voor die dienst brengen ze wel $180 in rekening en daarbij is de onderhandse betaling aan de autoriteiten inbegrepen. Het uitklaren is goedkoop. Dat kostte maar $50.
Op de steiger werden we verwelkomd door de havenmeester, die Nederlands sprak. Rigo heeft 5 jaar in de Bijlmermeer gewoond, nadat hij daar door zijn Duitse werkgever naartoe was gestuurd. Hij verwarde Duits en Nederlands, maar er was goed met hem in de eigen taal te praten. Zijn Engels is uitstekend. Hij vertelde ons, dat er nog een stel Nederlanders in de haven lagen en wees op een oude zestiger jaren Nederlandse mijnenveger van de van Straelen klasse. Hij zou ons ‘s avonds graag bij die mensen introduceren.
We lieten de boot even aan de steiger liggen, terwijl we lekker gingen douchen. Daarna aten we een heerlijke kip bij Teresita, het kleine restaurantje op de marina waar Teresa en een man vanuit hun open keuken een heleboel mensen kunnen verwennen. Na deze verwennerij hadden we het nog goed naar onze zin en verhuisden we in opperbeste stemming de boot naar een mooring. Ankeren is niet alleen niet toegestaan, maar bovendien ook geen praktische propositie. Het is er te klein, te ondiep en – zeker in het weekend – vooral ook veel te druk met allerlei gemotoriseerd en belachelijk hard varend speelgoed, variërend van hele snelle waterscooters tot grote offshore game fishing boten. Bij de Marina Zarpar staan bovendien drie grote stellages waar speedboten en cabin cruisers in worden opgestapeld. Het ziet er allemaal rijk en welvarend uit. Wat een bedrieglijke eerste indruk.
Nadat we naar de lokale supermarkt waren geweest nam Rigo ons mee naar de van Straelen, waar we uiterst hartelijk werden ontvangen door Ben en Ron; twee broers die deze mijnenveger in Suriname of Trinidad hebben gekocht en daar nu mee rondvaren. Ben liet ons vol trots het hele schip van voor naar achteren zien en vertelde over de avonturen, die ze tot nu toe al met dit schip hadden beleefd. Met 33 meter is de van Straelen veruit het grootste schip in de haven en krijgt dan ook heel veel belangstelling, maar daarover later meer. Dit was heel gezellig.
De volgende avond nam Rigo ons – gedrieën op zijn motorfiets – mee naar de lokale visserijhaven, waar de vis aan land wordt gebracht. Daar zijn viswinkels en restaurantjes, waar je heel smakelijk en goedkoop vis kunt eten. Ik bestelde een biertje bij mijn vis en kreeg een literfles Presidente. We mochten overigens van Rigo niet alleen naar deze tent toe lopen. Eigenlijk zei hij dat het volstrekt onverstandig was om na het donker buiten de marina op straat te komen. Dat was eigenlijk het eerste signaal, dat het hier allemaal niet pluis is.
De volgende dag zouden we weer gaan borrelen op de van Straelen, maar dat was geen succes. Ron had ons al gewaarschuwd, dat zij als lokaal superjacht grote aantrekkingskracht hadden op vele vogels van uitermate diverse pluimage. De eerste man die we bij hen aan boord treffen was een Nederlander, die de meest vrouw onvriendelijke taal uitbraakte die je maar kon bedenken. Ik ga verder niet op de onsmakelijke details in, maar het bleek wel, dat seks toerisme een belangrijke rol speelt in de D.R.. Dit leidde tot een dispuut tussen mij en Hanneke, waarbij Hanneke de mannen schuldig achtte, terwijl ik vond, dat de lokale dames zich mogelijk ook wat ingetogener zouden kunnen opstellen. Ik weet nooit wie in dat spel de visser is of de vis die gevangen wordt. Seks is in ieder geval een makkelijke manier om aan geld te komen in een arm land. Toen er vervolgens ook nog een generaal met zijn gevolg aan boord kwam, die vooral moest vertellen over zijn huizen, auto’s en vrouwen hadden we het gezien.
De afgrijselijke armoede kregen we de volgende dag, zaterdag, op een hele duidelijke manier in beeld. We gingen weer naar de supermarkt, dit keer om echt in te slaan. De supermarkt verzorgt dan het vervoer terug naar de marina, maar dit keer zette de chauffeur eerst een lokale man af bij zijn huis. Om daar te komen moesten we door een afzichtelijke achterbuurt, waar de armste huizen nog door hekken en muren omzoomd zijn. De meeste huizen zijn wel begonnen maar nooit afgebouwd. Toch wonen er dan grote hoeveelheden mensen in zo’n ruïne die nooit heel is geweest. Het woord naargeestig schiet tekort. Ik denk, dat het beter is dat de baas van de chauffeur er niet achter komt, dat hij met ons door die buurt is gereden, terwijl de chauffeur het mogelijk wel expres deed. Wij verbaasden ons de rest van het weekend over de decadente taferelen die zich op het water afspeelden en begonnen het weer te bestuderen. We wilden weg hier. Na Cuba, Jamaica en Île à Vache – waar we steeds volop genoten hebben – was dit een dieptepunt, waar je kon zien hoe ongebreidelde hebzucht, materialisme en asociaal kapitalisme toe kan leiden. De D.R. heeft het meeste bedden voor toeristen van alle landen in de Caraïben. Ik neem aan, dat deze toeristen hun resorts als getto’s bewonen en niet echt om zich heen kijken, anders zouden ze nooit terug willen komen. Tenzij het nachtleven de grootste trekpleister is.
Wij zijn op weg naar St. Croix. Even terug naar een vertrouwd eiland waar we in het verleden volop van hebben genoten. Daar zullen we in de prachtige kroeg ‘Angry Nate’ met veel plezier de gore nasmaak van de D.R. wegspoelen.
Recent Comments