Het is alweer vijf dagen geleden dat we wat van ons hebben laten horen. We
hebben het druk gehad. Nou ja, druk, alles is relatief, maar we hadden
natuurlijk op de 26e de grote Aussie day. We werden allemaal benoemd tot
‘Aussie for a Day’, by order of the head Sheila from Pommyland, concurred by
her bloke in Oz and on the suggestion of some guy in the San Blas. De partij
begon om drie uur en werd bezocht door de bemanningen van 50-60 schepen.
Verschillende mensen hadden diverse hapjes meegenomen en de lokale bar
deed voortreffelijke zaken, hoewel een geroutineerde bar keeper
waarschijnlijk de dubbele omzet uit het feestje had kunnen halen. We stonden
regelmatig in de rij voor een biertje. We ontmoetten een aantal hele
gezellige nieuwe mensen uit Ramsgate en Wales. Ramsgate kennen we goed. Daar
hebben we voor het eerst de Nelly Rose aan de grond gezet in de super smalle
doorgang de haven in bij laag water. Maar even en een beetje hoor, maar het
stel kende, net als iedere zeiler uit Ramsgate, de plek waar we het over
hadden. Het stel uit Wales kwam uit de Why-Valley – ik hoop, dat ik het goed
schrijf – waar ik ooit met dochter Leonie ben geweest bij onze Round Britain
op de motor. Het was een van de meest pittoreske plekjes van die tocht en
dankzij de schapen, die ons wakker blaatten om een uur of vijf ‘s morgens,
zagen we daar, hoe de vallei wakker werd bij de eerste zonnestralen. Kortom
we kenden elkaar meteen al goed en de volgende avond kwamen ze bij ons aan
boord borrelen. We hebben gekneusde ribben van het lachen er aan over
gehouden. Het is jammer, dat we de volgende dag al allemaal verschillende
kanten op zouden gaan, anders waren er vast nog meer gedenkwaardige sessies
gevolgd.
Voorafgaand aan die borrel was er eerst nog een rommel markt, waar iedereen
overbodige spullen kwam verkopen, zodat die op een andere boot overbodig
zouden kunnen zijn. Hoewel, wij hebben er een paraplu ankertje voor de
dinghy gekocht. We hadden net na de feestavond tegen elkaar gezegd (echt
waar), dat we nog zo’n ankertje nodig zouden hebben, omdat die effectiever
zou zijn dan de geitenpen die we aan boord hebben. Zo’n geitenpen doet niets
in mul strandzand en dat paraplu ankertje best wel.
Verder was ik tussen de bedrijven door geabsorbeerd door het boek “A tale
for the Time Being” van Ruth Ozeki. The Time Being is het moment, het nu.
Het is enerzijds een ingewikkeld boek met meerdere lagen tot in de quantum
fysica aan toe, maar het heeft ook een boeiend verhaal over de schrijfster
op een eiland in Canada (Ruth zelf) en haar man, die het dagboek van een
Japans meisje vindt, waarin ze verhaalt over haar eigen leven en dat van
haar familie tijdens de oorlog. Ik kan het van harte aanbevelen. Hanneke had
het voor mij gelezen en had het mij ook aanbevolen.
Ik heb het boek gisteren uitgelezen tijden onze tocht terug naar het oosten
van de San Blas eilanden; naar Nargana. Een redelijk ontspannen tripje, en
een van de eerste keren, dat we echt terug zijn gevaren. Het was altijd de
bedoeling om de San Blas van oost naar west te ontdekken, maar het feestje
van de Aussies kwam er tussen. Het was meer dan de moeite waard en het was
maar vier uurtjes varen om terug te komen, waar we wilden beginnen. Nargana
is een eilanddorp, dat met een overdekte stalen brug is verbonden met het
eilanddorp Corazon de Jezus. De Kuna’s die hier wonen hebben de traditionele
leefwijze eraan gegeven en zijn – zeg maar – verwesterd. Het is voor ons
natuurlijk, zeker omdat we hier maar kort zijn, onmogelijk om de vinger
erachter te krijgen, hoe dit de onderlinge relaties beïnvloedt en in welke
richting de balans verschuift. Het is zeker niet zo, dat Nargana er op de
een of andere manier ‘beter’ uitziet dan de traditionele woonplaatsen zoals
we die tot nu toe hebben gezien. Het is wel grappig om te zien, dat Corazon
de Jezus er schoner uitziet dan Nargana. De brug is echt maar een meter of
honderd lang, maar je gaat duidelijk van het ene naar het andere dorp.
Morgen gaan we met de dinghy op safari de Rio Diablo op.
Recent Comments