Het was gisteren een goede vrijdag en we hebben er dan ook volop van
genoten. Ik houd niet erg van vragen over wat mijn mooiste, engste, grootste
of andere extreme belevenis is. (Liefste is natuurlijk makkelijk. Daarin heb
ik gewoon geen vrije keuze, zodat dat altijd goed komt.) Maar, eens per jaar
is het Mattheus dag. Minstens een keer per jaar mag ik wel zeggen, want voor
de Mattheus Passie mag je me altijd wakker maken. In mijn boek ‘De Macht van
Tien’ (ISBN 9789048431830) ga ik uitgebreid in op de redenen waarom die
Mattheus voor mij zo’n belevenis is.
Ik heb de Mattheus heel vaak en op veel plaatsen live mogen meemaken. Menige
keer was dat in de Grote Kerk in Naarden en dan vaak op Goede Vrijdag. Dat
was dankzij mijn zusje Leontien, die ooit directeur was van de Nederlandse
Bachvereniging. Ik kreeg dan iedere keer op het laatste moment de
vrijgevallen plaats toebedeeld van een of andere hoogwaardigheidsbekleder
(het was een ambassadeur, maar van welk land zullen we omwille van de
internationale verhoudingen maar in het midden laten) die, ieder jaar weer,
nog net het fatsoen kon opbrengen om op het laatste moment af te zeggen met
de verzekering dat hij volgend jaar echt graag de voorstelling zou bijwonen.
De man weet niet wat hij al die jaren gemist heeft; ik wel. Toen Leontien de
Bachvereniging verruilde voor de opera heb ik nog menig jaar van dit
voorrecht mogen genieten, totdat een hele charmante opvolgster van haar
opvolger zei dat het nog één keer zo kon, maar dat het daarna echt afgelopen
moest zijn. Ik ben daarna nog een aantal malen met mijn moeder gegaan, die
al jarenlang voor de donderdag samen met een vriendin recht op kaarten had.
Die Mattheus in de Grote Kerk was iedere keer weer een hoogtepunt van mijn
jaar, meestal met
Hanneke aan mijn zijde. We reden dan naar Naarden, onze oude woonplaats,
waar we meestal nog wel een parkeerplaatsje in de buurt van de Peperstraat 1
konden vinden. We waren altijd vroeg, want we gingen eerst een kopje koffie
drinken bij onze vroegere overburen, Harmen en Aliesje.
Iedere uitvoering was van geweldig niveau. Ieder jaar net weer wat anders.
Om het jaar een gastdirigent die de eigen visie op het magistrale
meesterwerk mocht geven, zoals de dirigent die de Bachvereniging tot wanhoop
dreef, door de koren, net als vroeger in de kerk van Bach zelf, ver uit
elkaar in de zijbeuken van de Grote Kerk te plaatsen. Dat jaar waren er
ineens veel minder kaarten dan andere jaren beschikbaar. De tussenliggende
jaren werden ingevuld door Jos van Veldhoven, de muzikale directeur van de
Bachvereniging. Ook daarbij was het fascinerend om te zien hoe hij gedreven
bezig kon blijven met het ontwikkelen van zijn kijk op de vele facetten van
het oratorium.
Er zijn ook specifieke voorvallen uit de verschillende jaren
bijgebleven. Wat te denken van de bizarre samenloop van omstandigheden, toen
het – ergens in 1987 of 1988 denk ik – tijdens het ‘Zum Blitzen und Donner
‘ buiten pikkedonker werd en het begon te onweren. Of die keer dat de sopraan die op donderdag had gezongen op
vrijdag vervangen moest worden. Het bestuur van de Bachvereniging wist, dat
Eileen Auger met haar man in het publiek zou zitten. Ze werd gebeld met het
verzoek of zij zou kunnen invallen. Ze deed dat op fenomenale wijze en zong
schitterend.
Toen het jaarlijkse feestje in Naarden tot een einde was gekomen en als de
vriendin van mijn moeder zelf mee wilde, vond ik altijd wel weer ergens een
andere uitvoering. Zo werden we op warme wijze welkom geheten in Breda met
een prachtige uitvoering in de Grote Kerk aldaar. Hanneke en ik namen even
pauze op de dag van onze verhuizing vanuit Buggenum en waren gaan wandelen
in het
hart van onze nieuwe stad, waar we geluid uit de kerk hoorden komen. We
slipten naar binnen, maar werden vrij snel opgevangen door iemand van de
organisatie die daar die avond een Mattheus verzorgde. Er waren nog een
paar kaarten beschikbaar! We hebben ook die avond weer genoten en verheugen
ons er nu al op om die jaarlijkse uitvoering mee te gaan maken als we
eenmaal klaar zijn met het zeilen.
Een andere bijzondere uitvoering was een keer in Venlo. Wij woonden toen nog
in Buggenum en onze lieve vriendin en prachtige alt Helena Rasker logeerde
bij ons. Ik reed haar op en neer naar de uitvoering. Toen zij op weergaloze
manier Buss und Reu en later het prachtige Erbarme Dich zong, kon ik mijn
tranen niet bedwingen. Ook Barbara Schlick vertolkte die avond een
onweerstaanbare ‘Aus Liebe’. Dat ik een traantje plengde was op zich
misschien niet al te bijzonder – het was gewoon heel mooi en ik was zeker de
enige niet – maar de verrassing kwam toen ik dit aan Helena vertelde. Zij
biechtte mij op, dat ze blij was, dat ze niet meteen na het ‘Aus Liebe’ van
Barbara Schlick hoefde te zingen, want ook zij had daarvan een brok in haar
keel gekregen. Heerlijk als doorgewinterde professionals toch nog zo kunnen
opgaan in
de schoonheid van hun muziek en een bijzondere vertolking.
Zo zijn er nog meer geweldige ervaringen en voorvallen, die de Mattheus
ieder jaar weer tot een bijzonder moment maakten. Dat wordt teveel om op te
noemen, maar 2015, varend voor de wind over de vreedzame deining van de
Stille Zuidzee hoort daar zeker bij. We luisterden naar de uitvoering van
Ton Koopmans met het Amsterdams Barok Orkest en de Nederlandse
Bachvereniging; wonderschoon.
We rondden de dag af met – zo hoort dat zeker op Goede Vrijdag – het eten
van vis. Zelf gevangen vis. Drie april 2015, een onvergetelijke dag.
Recent Comments