375 mijl tot Niue.

We hebben nog 375 mijl te gaan tot Niue. Normaal gesproken een dag of drie.Het mag bij deze condities van ons rustig vier dagen worden. Het is heerlijk. We sleutelen af en toe wat aan de zeilen om op koers te blijven. Soms gaat de fok dan te loevert en soms weer aan dezelfde kant als het grootzeil. Over een dag of twee moeten we door de convergentie zone waar
twee weersystemen op elkaar stuiten. Daar zal de wind variabel zijn en is de kans op regen groot, maar dan gaat de motor gewoon aan voor de laatste loodjes. Deze heerlijke eerste dagen neemt niemand ons meer af.
We lezen veel en gisteren hebben we een brood gebakken. Verder heb ik tijdens mijn wacht (we lopen nog altijd drie uur op drie uur af. Dat bevalt ons uitstekend) naar de film ‘Too big to fail’ gekeken. Die had ik van Rafiki gekregen. Ik heb daarna voldoende tijd om over zo’n film te filosoferen. De gedachten daarover volgen hieronder.
De film presenteert de gevolgen van het faillissement van Lehmann Brothers als een Amerikaans probleem, en dat is wat kortzichtig en egocentrisch, maar het is toch een film die het bekijken meer dan waard is. Ik werkte in 2008 toen de crisis begon in Moskou en voelde daar direct hoe de glasnost definitief ten einde kwam en Poetin de touwtjes strakker kon aanhalen, omdat het in Amerika fout ging.
De omstandigheden in 2008 waren nieuw en een direct gevolg van de deregulatie van de banken. De problemen zijn, zoals de film laat zien, toen meteen weggepoetst, maar er is in de structuur sindsdien niet wezenlijk iets veranderd. De problemen zijn weggepoetst, maar niet opgelost. Dat is ook heel moeilijk, omdat er uit het verleden geen voorbeelden zijn waar we ons voor de toekomst op zouden kunnen richten. Er zijn beslissende doorbraken, maatschappelijke vernieuwingen, nodig die de samenleving op een andere fundering een stabielere toekomst geeft. Regulering van de vrije markt gaat dat niet realiseren, omdat de vrije markt altijd slimmer en creatiever is dan de regulerende instantie die achter de feiten aanloopt. De regulerende instantie is bovendien altijd verdeeld, omdat er geen verenigende ideologie aan ten grondslag ligt, maar een veelheid van politieke visies. Die verdeeldheid komt diegenen die het meest profiteren van het huidige systeem goed van pas. Verdeel en heers. De heersers hebben wèl een gemeenschappelijke interesse. Eenvoudig samengevat: meer. Daarvoor hoeven ze niet eens met elkaar te overleggen. Het spel wordt makkelijk gemaakt, omdat er met geld geld wordt verdiend; los van enige maatschappelijk tastbare prestatie. De spelregels zouden dat kunnen inperken. Geld zou alleen als betaalmiddel gebruikt mogen worden om daarmee rechtstreeks eigendom te verwerven. Eigendom van een (aandeel in een) fabriek of een ander bedrijf, maar niet van een van de veelheid financiële producten waarin mensen vandaag ‘beleggen’. Dan wordt regulatie ook een stuk overzichtelijker en dus kansrijker en ontstaat er een directe koppeling tussen het geld en de verantwoordelijkheid voor hetgeen er mee gedaan wordt. Dat zou natuurlijk een serieuze verandering betekenen. De film ‘Too big to fail’ eindigt met de slotsom dat er nu als een rechtstreeks gevolg van de crisis van 2008 alleen al in de VS een tiental banken zijn die ‘Too big to fail’ zijn. Greenspan, indertijd verantwoordelijk voor de deregulatie, heeft gezegd dat hij zich verkeken heeft op het verantwoordelijkheidsbesef van de bestuurders van de financiële sector. Die bleken echter vooral gedreven te worden door hebzucht en behoud van positie. Het systeem dwingt hen om meer
te maken van het geld dat hen ter beschikking wordt gesteld; steeds meer, ongeacht de lange termijn risico’s.