Russell heette oorspronkelijk Kororāreka en het was het centrum van de eerste bewoning van Nieuw Zeeland, tot men besloot dat te verleggen naar Auckland. Het was een ruige bende en er is nog steeds een kroeg die aan die tijden herinnert, genaamd ‘The Hell Hole’.
De lieflijke prachtkleuren in al die bomen verbergen die rauwe historie.
Maar het was vroeger een centrum van de walvisvangst.
Ze gingen de zee op met een groot zeiljacht en lieten dan dit soort kleine boten te water als ze een walvis hadden gespot. Dan werd er geroepen: “There he blows” en met groot gevaar voor eigen leven, gingen ze er naar toe en staken hun lange harpoenen met flinke weerhaken in het slachtoffer. Als je dat soort avonturen met succes overleefde, dan was de Hell Hole precies de juiste plaats om dat te vieren.
We lopen langs de waterkant letterlijk en figuurlijk naar de andere kant van stadje. Daar is het historisch museum gevestigd in het huis van de Franse bisschop. De boom aan de linkerkant is weer zo’n Nieuw Zeelandse Kerstboom: de Pohutukawa.
De schors is door de jaren heen behoorlijk gerimpeld en verkleurd.
Bij de giftshop van het museum, waar we morgen naar toe gaan, want het is nu te laat, staat dit mooie boeket.
Het is nu vijf uur en tijd voor een drankje in de ‘Duke of Marlborough’. Dit is een van de alleroudste nog bestaande etablissementen in Nieuw Zeeland. Allang niet meer in het oorspronkelijke gebouw, maar het bier smaakt er niet minder om. De zwaardvis, die boven de bar hangt, blijkt niet overdreven groot, want de volgende dag in het museum zien we een hele oude foto met een man, die zijn gevangen zwaardvis naast hem heeft staan, die woog 450 pond en stak flink boven de man uit qua grootte.
De diningroom van dit etablissement heeft een gezellige borrelhoek bij de open haard.
Marce en Jack leerden we al in Hiva Oa op de Markiezen kennen en het is natuurlijk leuk om weer even verhalen uit te wisselen op het terras van de Duke.
Recent Comments