De Delaware is een oude voetgangers pont.
In het stuurhuis krijg je een aardig idee van het gemak, waar we tegenwoordig de boot mee kunnen besturen. Hier vind je een heel indirect roer. De hendel om voor- of achteruit te schakelen komt naast de schipper uit de vloer, maar het gas hendel zit achter de schipper. Verder staat er een motor in met een laag toerental en een knots van een vliegwiel, zodat het geheel maar erg langzaam op toeren komt. Vooruitdenken is een voorwaarde voor schadevrij varen met dit houten schip. Schepen van hout, schippers van staal; zo luidt het oude gezegde.
De eerste motorboten waren omgebouwde zeilboten, maar het duurde niet lang of de motorboot kreeg zijn eigen ontwikkeling. De Drakeboat was een van de eerste ontwikkelingen om mee te gaan tongen naar oesters. Lang en smal, zodat ze snel was, maar het was geen erg stabiel schip. De vissers stonden met die lange tongen op het gangboord. Een nat pak zal ongetwijfeld af en toe het gevolg zijn geweest.
Rondom de waterkering zie je een lijn lopen, die midscheeps aan een houten hendel zit. Met die lijn en de hendel kon het roer bediend worden, zodat je overal op de boot kon sturen.
Oesters uit blik, was vroeger heel normaal. Het was, in tegenstelling tot kreeft en zalm, wel altijd een luxe.
Het inblikken van oesters was zwaar werk.
Oorspronkelijk werden in de Chesapeake Bay alleen oesters gevangen met de ‘tong’, twee harken die als een schaar aan elkaar zaten. Toen de Long Island sound was leeggevist met de daar gebruikelijke sleepkorven, kwamen die vissers met hun boten naar de Chesapeake. Met die sleepkorven kun je veel dieper vissen, maar oorspronkelijk kozen deze vissers de makkelijke weg en gingen op de ondiepe gebieden de concurrentie aan met de traditionele vissers, die de tong bleven gebruiken. Dat werd de oorzaak van de eerste oester oorlog. Uiteindelijk werd de baai opgedeeld in ‘dredging’ en ‘tonging’ gebieden. Op de meest rechtse boot wordt gevist met de tong. De boot daarnaast is uitgerust met duikapparatuur. Een duiker in een klassiek pak met zo’n grote bronzen helm daalt af, terwijl de lucht van bovenaf wordt aangevoerd. Daarmee breng je de bodem het minste schade toe. Je pakt immers alleen op wat je nodig hebt, maar het was gevaarlijk en omslachtig. De zeilboot is een Skipjack waarmee sleepkorven over de bodem werden gesleurd. Per trek kwamen geweldige hoeveelheden oesters, maar ook een heleboel andere dingen, naar boven. De boot helemaal links, gebruikt een hijskraan met een grijpbak eronder. Dat was de manier om op nog grotere dieptes te gaan vissen, toen de oesterstand al behoorlijk ver was teruggelopen.
Lincoln, in zijn jonge jaren als advocaat, trakteerde graag op oesters.
Een skipjack in het museum geeft een goed beeld, hoe het er aan toe ging. De vissers bleven soms dagen op zee en de oesters werden door runners opgehaald om ze naar de kant te brengen.
De rode gebieden zijn de gebieden die waren voorbehouden aan het tongen en in de lichtblauwe gebieden mocht gesleept worden. Overtredingen tegen alle bepalingen waren aan de orde van de dag. De oestervissers kenden twee soorten overtredingen, die waarvoor je betrapt en beboet kon worden en die waar niemand achter kwam. Gebiedsoverschrijdingen en overtredingen van de vangstbeperkingen leidden regelmatig tot ware veldslagen. De tongers tegen de slepers, het ene gebied tegen het andere en met zijn allen tegen de oesterpolitie.
Uiteindelijk mocht het allemaal niet baten en, hoewel het langer duurde dan in de Long Island Sound, werd uiteindelijk ook de Chesapeake Bay leeggevist. Op onze heenreis waren we in Oxford getuige van de pogingen om de oester weer terug te brengen in de baai. Oorspronkelijk zat er zoveel vis in de Chesapeake Bay, dat John Smith op zijn eerste ontdekkingsreis aan het begin van de 17e eeuw schreef, dat hij zelfs probeerde om met een koekenpan vis te vangen. Hij moest vaststellen, dat de koekenpan niet erg geschikt is om vis mee te vangen, ongeacht de grootte van het aanbod.
Hier kun je de route van de trekvogels zien. Ze komen allemaal over de Chesapeake Bay. Dat betekende, dat er ook flink op gejaagd werd. Er is een hele cultuur ontstaan rond de jacht op waterwild.
Dit is een zinkboot, die werd bij de eendenjacht gebruikt. Op de brede randen zetten ze dan de houten lokeenden. Met behulp van deze boot kon er zelfs gejaagd worden als er ijs lag.
Lokeendenwerkplaats.
Sommigen zijn echt prachtig.
Alle soorten en maten.
Het was niet echt een weidelijke jacht. Het ging om het resultaat en met twee lopen kun je meer dan met een enkele loop. die gedachte werd natuurlijk ontwikkeld tot ridicule proporties.
Er is veel ontwikkeling geweest, voordat we terecht kwamen bij het huidige jachtgeweer. Hanneke dacht eerst, dat dit een giek voor het bootje was, maar het is een enorm lang en groot kaliber geweer.
Als we teruglopen naar Klontje, is het vloed. Het water is aardig boven normaal gestegen. Dat heeft ook te maken met de enorme hoeveelheden water die uit de lucht is komen vallen.
Leuk binnenplaatsje.
Dit huis stamt uit 1870 en is bijzonder, omdat het van baksteen is. Wat een leuke dag was dit. Heel blij dat we St.Michaels niet hebben overgslagen. Tevreden kruipen we aan boord voor een lekker glas wijn om de dag mee af te sluiten. Morgen vroeg op om de volgende 50 mijl te varen. Er wordt helaas geen wind verwacht.
Recent Comments