We liggen inmiddels alweer een paar dagen in Villamil op Isla Isabella, het
grootste eiland van de Galapagos. Isabella is een van de rustigste
toeristeneilanden. We liggen hier met een hele gezellige ploeg boten, die
van hieruit de grote sprong gaan maken.
Toen we hier aankwamen was het natuurlijk wel even spannend of we zouden
mogen blijven. Of we onze bodem schoon genoeg hadden gemaakt. Op zich waren
we tevreden over wat we hebben kunnen doen, want het is geen eenvoudige klus
om op volle zee lekker te gaan poetsen. Bij dat poetsen bleek ook wel dat er
nog een derde reden is waarom we meer vervuild waren dan we verwachtten. We
hebben de boot natuurlijk behoorlijk vol geladen als voorbereiding op ons
seizoen in de Pacific en hoewel de waterlijn als de boot stil ligt nog
duidelijk boven water uitsteekt, is het water rondom de boot natuurlijk
nauwelijks stil. De kern van de aangroei lag dan ook vooral op de rand van
de antifouling en de onbehandelde romp. Vooral onder onze ´racy´
achtersteven, is het erg gevoelig voor aangroei. Die is erop gebouwd om zo snel
mogelijk het water te raken als de boot onderweg is, om zodoende de
waterlijn te verlengen (een trucje om de meting naar beneden te brengen en
toch hard te kunnen varen. Iets wat meer bij een racer dan bij een cruiser
hoort). We hadden dat allemaal kunnen voorkomen door de antifouling hoger op
de rop te smeren, maar daar is onze Nelly Rose te mooi voor en het zou de
proporties verstoren. Geen optie.
Toen we aankwamen op de plek waar we mochten gaan poetsen (40 mijl buiten
het park) was het inmiddels pikkedonker en bovendien was de zee erg
onrustig. We zetten de wekker op 5.30, zodat we bij het krieken van de dag
kunnen beginnen en kruipen vroeg onder de wol. Zonder zeilen op en neer
zwiepend op de deining is geen garantie voor een goede nachtrust, maar het
wordt in de loop van de nacht wel beter, maar opstaan om half vijf kostte
geen moeite.
Ik deed mijn duikspullen aan, maar keek met meer dan een beetje spanning
naar het kielzog van de boot. We voeren voor top en takel bij 3-4 mijl wind
nog steeds 1-1,5 knoop. Ik weet, dat ik, ook met mijn zwemvliezen, niet zo
hard kan zwemmen. We hadden een lange drijvende lijn achter de boot hangen
als een soort vangnet, maar die had ik net niet nodig. Met een behoorlijke
sprint slaagde ik erin de lijn die we langs de romp hadden hangen te
bereiken. Ik was daarvan al behoorlijk kapot. Hangend aan de lijn werd ik
door het water gesleurd en het geheel kostte zoveel kracht, dat ik me
besefte, dat dit een onmogelijke klus was. Achteraf weten we, dat we heel
slecht hebben nagedacht. als de boot zo hard vaart, kun je ook sturen. Ik
denk, dat we de kop zelfs op de wind hadden kunnen krijgen. Dan zou ze
daarna wel weer wegvallen voor de wind en snelheid oppikken, zodat het een
behoorlijk geklooi zou blijven, xaar ik denk, dat het zo ook had gekund.
Ik klauterde met de hele spullenboel weer aan boord en we hielden beraad. We
konden het geheel opgeven en doorvaren naar de Markiezen. De wind was
daarvoor zeker aantrekkelijk, maar we hadden echt nog niet genoeg gezien van
de Galapagos. We besloten dat ik eerst zou gaan proberen wat ik gewoon
snorkelend zou kunnen bereiken. Het was duidelijk dat ik dan niet aan
saildrive en kiel toe zou komen, maar de rest was dan redelijk bereikbaar.
Zeg maar tot anderhalve armlengte vanaf de waterlijn. Zonder de hele
duikuitrusting had ik inderdaad weinig weerstand in het water en kon ik
hangend aan een touw goed werken. Ik was tevreden et het resultaat, alleen
onder de achtersteven, die steeds hard op het water klapte, kon ik er niet
lekker bij. Met een bezem kreeg ik het roer wel behoorlijk schoon. Rond een
uur of acht was het resultaat redelijk toonbaar en besloten we koers te
zetten naar Isabella. Niet naar Santa Cruz, want wind en stroom hadden ons
‘s nachts zover naar het westen gezet, dat we Santa Cruz bij daglicht nooit
zouden halen, maar Isabella wel. Via de satelliet telefoon communiceerden we
met Bolivar onze agent, die van de autoriteiten toestemming kreeg voor deze
verandering van plannen.
In de ochtend hadden we de motor nog vol bij, maar vanaf 1 uur konden we
heerlijk zeilen. Het was een prachtige dag en we zouden et daglicht in
Villamil aankomen. Dat was ook zo, maar toen we net onze zeilen hadden
gestreken om de lastige haven binnen te varen begon het waanzinnig hard te
regenen. Het zicht was slechter dan bij een donkere nacht. Ik stond op het
punt om om te draaien en te accepteren dat we nog een nacht op zee zouden
moeten doorbrengen toen Niels van de UnWind ons op de marifoon opriep. Hij
had ons op de AIS aan zien komen. Hij had op zijn plotter zijn koers nog
staan van zijn binnenkomst en zag onze positie aan de hand van ons AIS
signaal. Daarmee kon hij ons prima naar binnen loodsen. Het ankeren viel bij
dat slechte zicht ook nog niet echt mee en het was dankzij de begripvolle
medewerking van de Boxing Kangaroo en de Toccata dat we uiteindelijk een
plekje voor de nacht hadden en met een gerust hart aan boord van de Toccata
gezellig konden borrelen.
We zijn blij dat we terug zijn gegaan. Wat is hier veel te zien.
Recent Comments