Alles is blauw om ons heen. Zelfs Nelly Rose is blauw. Hetzelfde blauw als
de oceaan. Blauw met witte strepen zoals de witte wolken hun accent geven
aan de veel lichtere blauwe lucht. Wolken zoals boven het nederlandse
landschap, maar veel minder scherp gedefinieerd. Brian noemt ze de ‘fluffy
tradewind clouds’. Verder zien we niets, helemaal niets. Een grote leegte
halverwege onze reis. Er zijn wel boten in de buurt, maar in de buurt is dan
toch verder dan 10 mijl, zodat we ze niet kunnen zien. Onze AIS kan soms nog
wel iets verder kijken, maar dat hangt dan af van de plaatsing van de AIS
zender op de andere boot. We zijn meer dan 1000 mijl verwijderd van welk
land dan ook. Hoe klein kunnen we zijn, en toch zijn we halverwege.
Ondanks die grote leegte houden we trouw de wacht. We zien zelden een ander
schip. Toch spotte Hanneke een paar nachten geleden i n het aardedonker de
MV Serenea op weg naar Canada. Het leek alsof de Serenea recht op ons af
kwam. Volgens de AIS was het Closest Point of Aproach 0,3 – 0,5 mijl achter
ons langs. Op het IJ een volstrekt acceptabele afstand, maar niet met een
door wind en golven zwabberende zeilboot op de grote zee. We riepen het
schip op met de marifoon en vroegen of hij ons gezien had. Hij bevestigde
dat en kondigde aan, dat hij zijn koers naar stuurboord zou verleggen. Hij
veranderde vervolgens zijn koers van 306 graden naar 320 graden. Best wel
veel als hij ons al zo duidelijk gezien had…
Wat is halverwege? Dat is een redelijk arbitrair gegeven. We hebben nu 1520
mijl gevaren en in vogelvlucht via de kortste afstand over de aardbol zouden
we nog 1350 mijl te gaan hebben. Dan zouden we dus allang over de helft
zijn, maar beide cijfers kloppen niet. Het aantal mijlen nog te gaan zou
theoretisch kunnen kloppen, maar het zal meer kunnen worden omdat we op zoek
blijven naar de beste wind en meer of minder kunnen worden afhankelijk van
de stroming. De 1520 mijl, die we tot nu toe gevaren hebben, is gemeten door
het water en houdt dus geen rekening met die stroom. Tot nu toe hebben we
eigenlijjk voortdurend wat stroom mee gehad en voorlopig blijft dat ook zo.
Wij hebben aan de hand van de lengte graden bepaald wat voor ons de helft
is. De Sailor’s bar in Las Palmas, waar we voor vertrek wilden gaan
ontbijten, ligt op 15 graden 25′ en de Spinakers bar, waar we onze aankomst
willen gaan vieren, ligt op 60 graden 57′. Halverweg is dan ook, wat ons
betreft, het moment, dat we 37 graden en 41’passeren en dat was vannacht om
05.30 lokale tijd tijdens de wet watch van Brian het geval. Vanavond wordt
dat rond borreltijd gevierd.
Gisteren was de mooiste zeildag tot nu toe en dat bleef zo tot 5 uur
vanochtend. We willen verder naar het zuiden en we voeren dus met weinig
wind, windkracht 4, halve wind. Nelly Rose vaart dan 7-7,5 knoop en snijdt
prachtig door de golven. De temperatuur was erg aangenaam en omdat je niet,
zoals de laatste dagen, precies voor de wind vaart, brengt de wind ook
aangename verkoeling. Ook in de nacht bleven we op die halve windse koers
varen, waardoor de boot steeds, en redelijk constant, naar suurboord
overhelt en niet, zoals bij een voordewindse koers, voortdurend van de ene
kant naar de andere kant slingerend in een vrijwel steeds onregelmatig
patroon. Om 5 uur was de pret echter afgelopen en kwamen, tijdens de wet
watch, de eerste van een serie squalls door, die tot in de wacht van Pim
bleven komen.
De maan komt inmiddels pas heel laat, na middernacht, op en is dan minder
dan half. Totdat de maan opkomt zie je bij onbewolkte hemel zoveel sterren,
dat het je bevattingsvermogen te boven gaat. Als we al klein zijn als
scheepje op de oceaan, hoe nietig zijn we dan in dat geheel. Als het
wolkendek zich sluit, dan wordt het aardedonker, ook hier op zee.
Wordt vervolgd….
Recent Comments