Druk druk druk

We hebben het ineens veel drukker dan toen er nog genoeg wind was. Was het toen een kwestie van het temmen van de boot, nu moeten we op alle mogelijke manieren proberen haar in beweging te houden. De wind is variabel dus als je op het ene moment nog lekker als melkmeisje kunt varen, moet de boom er het volgende ogenblik weer uit, omdat de wind van zuid-oost naar noord west is gedraaid. Dat beetje wind wat er dan nog is in ieder geval. Als er minder dan 5 knoop wind op de windmeter staat, dan is er eigenlijk niets. Dat is de miswijzing als gevolg van het slingeren van de boot, waardoor de windmeter in de top van de mast in beweging wordt gehouden. Boven de vijf kunnen we iets en we slagen er het grootste deel van de tijd in om een gangetje van een knoop of 3-4 te realiseren. Nu is het echter even bijna helemaal op en hebben we voor het eerste de genaker gehesen. Er is net genoeg wind om hem bol te houden, maar daar is het ook mee gezegd.
Al onze goede bedoelingen ten spijt hebben we de windstiltes dus toch niet kunnen vermijden. Hopelijk duurt dat niet te lang, want dan gaat de bemanning morren en dreigt muiterij. Het moet overigens wel héél raar lopen, willen we vandaag niet over de derde en voorlaatste vouw van de kaart heen varen. We hebben in ieder geval een biertje in het vooruitzicht rond een uur of vijf.
Het klappen van de giek op de golven is ook niet zonder gevolgen voor de boot gebleven. Het ziet er naar uit, dat de neer- en ophouder de geest zal gaan geven. We hopen hem in leven te kunnen houden toty St. Lucia, want hij is vrij essentieel voor de zeiltrim. Als ophouder hebben we hem niet meer nodig dankzij de kraanlijn die we in Las Palmas nog hebben ingeschoren.
We zitten hier met zijn allen wel te genieten van de geur, die door de broodbakmachine wordt verspreid. Die geur blijft met dit weer lekker lang hangen.