Goed, er klonk iets of wat teleurstelling door in ons bericht over de BVI 25 jaar na ons vorige bezoek. We hadden ons onvoldoende gerealiseerd, dat wij hier toch op een ander soort reis zijn, dan de mensen die hier een boot komen charteren. De publicaties zijn er trots op, dat hier de grootste chartervloot van de Caribbean vaart. Dat is volstrekt begrijpelijk, want het is hier briljant als je maar een paar weken de tijd hebt.
Wij hebben iets meer tijd en we zijn op zoek naar iets meer authenticiteit. Dat bestaat hier gelukkig ook nog, maar dan moet je wel een straatje verder dan de jachthaven en het plein waar de cruise schepen hun ladingen lossen. Dat straatje verder kom je bij Kelly’s Bar, Restaurette and Superette.
Daar legt de lokale visser zijn bootje even aan de wal voor een snelle lunch, een biertje en wat kletsen met een andere dorpeling.
Het terras is natuurlijk minder design dan in de jachthaven of in Soper’s Hole, maar we genieten wel van de pelikaan, die hier zijn privé jachtgebied van heeft gemaakt. Hij heeft kennelijk een gezonde honger, want hij blijft vlak voor het terras het water induiken. De camera komt natuurlijk iedere keer te laat.
Voldaan gaat hij uiteindelijk poseren.
Als we gaan afrekenen bljkt de kassière uit Roseau op Dominíca te komen. De rest van het personeel is lokaal.
We wandelen door naar een klein resort op Frenchman’s Cay. Hier zie je wat we bedoelen met design.
De stoelen geven het ‘elegant dining’ extra allure. Ook de ligstoelen aan het zwembad zijn byzonder.
Het oog voor detail valt op bij het koperen buizenwerk waar de glazen aan hangen.
Dit prachtige plekje is ver weg van het gewone toerisme en echt een verademing!
Tussen de huizen een landje, waar de mensen worden begraven.
Recent Comments