We varen om half zeven weg voor de 80 mijl naar French Cay. Met een beetje geluk doen we dat binnen de 12 uur. Op een derde van de tocht hebben we een mogelijkheid om te ankeren als we denken dat we niet voor donker kunnen aankomen, maar het is weer zo’n heerlijke zeildag waarbij Nelly Rose voor de wind een knoop of zes loopt en later loeven we op en zeilen halve wind naar French Cay. French Cay is voor duikers een pracht plek. Er liggen twee grote ‘live aboard’ boten waarvandaan gedoken wordt. Het eiland zelf is erg plat met alleen maar gras en heel veel vogels.
Het hoogste punt van het eiland komt maar een paar meter boven de zeespiegel uit en het duurde dan ook lang voor we het zagen op de horizon.
Het zijn hele elegante vogels, een soort sterntjes en ze kunnen bijster goed vliegen.
Het is een komen en gaan gedurende de laatste minuten zonlicht.
De volgende ochtend lijkt het bijna alsof de vogels aan de onderkant azuurblauw zijn. Ze zijn echter spierwit, maar de kleur van het water weerspiegelt op hun veren.
We snorkelen voor het ontbijt naar het strand en worden verwelkomd door een luid schreeuwende kolonie vogels. We hebben het eiland verder helemaal voor ons alleen.
Het was best een stevig stukje zwemmen om bij de kant te komen. We konden met Nelly Rose niet dichter bij de kant komen, omdat de laatste paar honderd meter niet dieper waren dan anderhalve meter of nog minder. Wat een leven!
Als je over het eiland heen kijkt zie je alleen maar heel veel gras en geen andere begroeiing. We durven niet door dat gras te lopen in de angst de ontelbare vogelnesten te verstoren of te beschadigen.
Het laatste stuk voor het strand is bezaaid met Conch-shells. Sommigen zien er nog gezond uit, maar voor het grootste deel lijkt het toch op een Conch-kerkhof.
Pim zag nog een grote barracuda die hem nijdig aanstaarde van redelijk dichtbij. Het is voor die barracuda daar tafeltje dekje, want het barst van de kleine visjes tussen het gras en boven de zandplaten daartussen.
We zijn weer bijna terug bij Nelly Rose.
We durfden met gemak weg te zwemmen bij de boot, want het anker ligt goed ingegraven. Het eiland gaf ons wel beschutting tegen de golven, maar de 20 knoop wind werd er nauwelijks door afgeremd. Als het anker zo erbij ligt mag het rustig nog een heel stuk harder waaien. Wel kun je aan de sporen van de ketting zien, dat we wat liggen te zwieren. Daar merk je helemaal niets van.
Mooi koraal vlak onder de boot. Terwijl we het onderwaterschip aan het schoonmaken waren zwommen daar allerlei hele mooie vissen omheen.
We voeren na de lunch over het rif de 15 mijl naar Providenciales, waar we morgen gaan uitklaren. Het was een merkwaardige gewaarwording om weer eens in helblauw 4-5 meter diep water te varen in plaats van het diepblauwe duizenden meters diepe water. We moesten er echt aan wennen. De golfslag leek verdacht veel op die van het IJsselmeer. Er waren maar een paar echt linke ondieptes (koraal), maar die waren goed aangegeven op de kaart. Morgen aan de westkant eruit wordt een stuk spannender.
Recent Comments