Een van de 3 kerkjes in Blackpoint. De Getsemaneh kerk. De meeste mensen die wij hebben leren kennen kerken hier en zingen ook allemaal in het koor. We kennen vooral de vrouwen. Die runnen de zaken hier op het eiland, met uitzondering van Scorpio’s, waar een man de kroeg runt, en Adderly’s, de food market. Formeel lijkt Adderly de baas, maar zijn vrouw doet serieus mee. De meeste mannen van het eiland verdwijnen ‘s morgens met een dory naar Staniel, Sampson of Compass cay, waar ze werken. Daar zijn meer faciliteiten dan hier en die moeten bemand worden.
Deze boom was het slachtoffer van de laatste hurricane. Gelukkig begint hij het weer een beetje te doen.
Meeuwen op het steigertje voor de Laundermat, zoals Ida het op haar uithangbord heeft staan.
Ida maakt kleine vlechtjes in Hanneke’s haar. Het is lekker koel en misschien heeft ze wel een halfuurtje lang krulletjes, als ze er over een poosje uitgehaald worden. Dan mag ze dat halve uurtje niet zwemmen.
‘s Middags gaan we op dinghy safari naar het volgende eiland aan de andere kant van Dotham’s Cut. Het water, behalve in de Cut zelf, is als een spiegel, zodat we er met een mooie snelheid naartoe varen. Het eiland is het thuis van de Exuma Island Iguana, een van de drie soorten van de Northern Bahamian Rock Iguana; een diersoort waarvan de populatie terugloopt en die met uitsterven wordt bedreigt. Ze worden bejaagd door mensen, die ze eten, door de varkens die we eerder zagen en door verwilderde honden. De varkens eten de eieren, die de Iguanas in mierenhopen leggen. Een andere reden voor de achteruitgang is het ontwikkelen van de eilanden, waardoor hun natuurlijke habitat kleiner wordt.
Pim neemt dit keer de foto’s voor zijn rekening met het andere toestel is het mogelijk om “up close and personal” bij de Iguanas te komen.
Echt schuw zijn ze niet. We denken niet, dat ze op dit eiland bejaagd worden, maar wel verwend worden door de bezoekers. Ze houden nauwelijks afstand.
Ze zijn ongeveer 70/80 cm groot, de mannetjes misschien nog iets groter.
Ze laten grappige sporen na. Ze gaan echter het water nooit in, schijnbaar te zout, dit in tegenstelling tot de marine Iguanas die we op Culebra tegenkwamen.
We hadden een paar blaadjes witte kool voor ze meegenomen en een wortel. Hoewel ze misschien liever fruit en bloemen eten, was het allemaal schoon op toen we weer weggingen. Op het drukste moment voerden we ongeveer 15 Iguanas.
Hanneke gooide het voer naar ze toe, want ze schijnen anders wel in je vingers te bijten. Waarschijnlijk doen ze dat niet expres, maar zien ze gewoon slecht vlak voor hun neus, omdat hun ogen naast hun hoofd staan. We hebben niet echt kunnen zien of de ogen onafhankelijk van elkaar bewegen.
De geschubde dieren hebben een prachtige tekening in schitterende kleuren.
Recent Comments