Onze Duitse vrienden zijn vandaag een jaar onderweg. Dat moet gevierd worden en dus gaan we bij Spinnakers een hapje eten.
Omdat het zaterdag avond is, speelt in het restaurant een Blue Grass band; typische Amerikaanse volksmuziek. De mannen zijn echt goed. De lead zanger is minstens 70, maar hij heeft een geweldig repertoire. Hij komt uit het dorp. De andere bandleden zijn echt vaklui. De banjospeler, de gitarist en de bassist zijn allemaal virtuoos op hun instrument. We genieten van hen, maar evenzeer van het publiek, dat helemaal opgaat in hun muziek.
Pim raakt in gesprek met Cathy en Jay, die opgegroeid zijn met deze muziek. Ze kennen wijs en woorden van heel veel nummers. Jay komt uit Wyoming, maar heeft het cowboy leven verruild voor het zeilersbestaan. Hij vaart nu met Cathy door de Chesapeake Bay. De Bay heeft meer kilometers kustlijn dan de hele westkust van de VS. Toch wil hij graag met Cathy naar de Bahama’s en hij is dan ook erg blij met onze enthousiaste verhalen daarover.
Hoewel we het erg leuk vinden, wordt het toch niet echt laat. De band houdt er om half 10 mee op. Dat is een half uur later dan normaal, want het publiek was zo enthousiast. Dat is maar goed ook, want we willen de volgende dag weer verder.
We varen om half elf uit en komen eerst langs de zwaar beschadigde A-stijger, die gekaapt is door een stelletje visarenden. Die visarenden maken onvoorstelbaar slordige nesten. Wel redelijk veilig aan het einde van zo’n totaal vergane steiger en de andere nesten zijn meestal op de bebakening van het vaarwater en dus ook redelijk veilig. Toch is het niet meer dan een slordige verzameling takken. Een zwaluw zou het niet eens als nest herkennen.
Hier zit het vrouwtje nog te broeden en als we in de buurt komen laat pa zich van het nest afvallen. Hij vliegt weg in de hoop onze aandacht van het nest af te leiden, terwijl ma een en ander rustig gade slaat. Hij laat zich van zo van het baken afvallen.
Hier wordt het nuttige met het aangename verbonden. De vissersboot haalt de krabbenpotten op terwijl de juffrouw voorop ligt te zonnen.
Dit is een meetboei, die gegevens over wind, stroom en temperatuur doorgeeft. Je kunt hier in de baai niet genoeg meten, want wij kunnen er geen peil op trekken. Ook vandaag hadden we de hele dag weer stroom mee, terwijl we eigenlijk al dagen de rivier stroomopwaarts bevaren.
Vroeger waren deze vuurtorens echt bewoond. Er staat er bij ieder riviermonding minstens een. Deze heet Point No Point, omdat hij de ondiepte voor een inham markeert.
We proberen altijd foto’s van onze passagiers te maken. Meestal zijn dat vogeltjes, maar dit keer zit deze gouden Libelle op een draad van de zeereling.
We varen de Patuxent rivier op en zijn meteen weer in de bewoonde wereld.
Twee helgele ogen, die keken de fotograaf aan.
Bij Solomon’s Island gaan we de Mill Creek op. Het eiland zelf is een groot watersport centrum. We gaan daar morgen met de dinghy nog naartoe.
Dit is niet de M van Mullersleepboten, maar van de familie Moran.
De meeste huizen met bijbehorende speeltjes zijn groot.
En zo zijn er nog velen! De meesten mooi om te zien en met mooie goed onderhouden tuinen er omheen.
Recent Comments