Al dit soort vuurtorens zijn inmiddels geautomatiseerd. Je probeert je voor te stellen hoe het leven op zo’n vuurtoren moet zijn geweest. Hier in Long Island Sound ben je niet ver van de bewoonde wereld, en met een redelijk comfortabel huis erbij, moet het voor mensen, die houden van de eenzaamheid, goed toeven zijn geweest.
Deze vuurtoren staat op het vaste land van Long Island Sound. Wat een plekje om te wonen. Dit huis ziet er nog bewoond uit, maar we weten niet of de bewoner een vuurtorenwachter is.
Er zijn nogal wat rijke mensen in het land van de onbegrensde mogelijkheden. Die hebben allemaal een zomerhuisje aan het water nodig. Zoals de Eagle’s Nest, het zomerhutje van de Vanderbiltjes in Northport. Volgens de pilot ‘a rather modest affair, with 24 rooms, that looks like a fairy tale castle’. De pilaren bij de ingang zijn afkomstig van de ruines van Cartago en het huis heeft een hangar voor de watervliegtuigen. Eagle’s Nest zijn we niet op gaan zoeken. We doen het even met de foto’s van deze twee eenvoudige hutjes.
Deze driemaster is ook een superjacht. Het ziet er gelikt uit.
Op East River en het eerste stuk van de Long Island Sound hebben we op de motor gevaren. Allereerst omdat het druk bevaren kan zijn, met grote schepen en moeilijk manoeuvreerbare sleep en duw combinaties. Het bleek uiteindelijk bijzonder rustig te zijn, maar er stond bovendien nauwelijks wind (4 knoop). Dan is het met de hele huishouding aan boord op onbekend vaarwater geen goed idee om te gaan zeilen. Vanaf deze vuurtoren wordt het echter overzichtelijker en de zeilen gaan vast omhoog in afwachting van de wind, die kennelijk in de loop van de middag altijd opsteekt.
We proberen natuurlijk zoveel mogelijk de vuurtorens te fotograferen, die we onderweg tegenkomen. Het zicht op dit oude exemplaar werd wat belemmerd door het huis wat er voor staat. Het zal niet de woning van de vuurtorenwachter zijn.
We zeilen inmiddels heerlijk. We gaan halve wind met 12-15 knopen wind en we denken er over om de nacht door te varen. Dat kan met de stroom, maar het is niet optimaal. Terwijl Pim daar nog over zit te piekeren, komt er een waarschuwing van de Coastguard, dat er voor de nacht onweer met windstoten wordt verwacht. We besluiten om de baai van Port Jefferson in te varen en daar te gaan ankeren. Als we dan de volgende ochtend om 6 uur wegvaren, hebben we het getij optimaal te pakken. Om 20.00 uur laten we het anker zakken en de volgende ochtend om 06.00 uur halen we ‘t alweer op.
…. en we komen dichter in de buurt van Maine, waar ze vissersboten en lobsterboten maken met prachtige rompjes. Mooi gelijnde en vaak nog van hout gebouwde schepen.
Deze Vuurtoren staat in de ‘Race’ ten zuid westen van Fisher Eiland, de ingang van de Long Island Sound. Die ingang is relatief smal en door dit soort eilandjes en rotspartijen onder water giert het hier van de stroom.
We zijn de dag vanochtend vroeg weer met de motor begonnen, omdat er vrijwel geen wind stond. Dat vinden we nooit erg, omdat de accu’s dan even lekker bijgeladen worden, maar toch gelukkig kwam er al vrij snel wind en hebben we een heerlijke zeildag gehad. Rond een uur of twee moest er zelfs een klein uur een rif in het grootzeil.
Op meerdere plaatsen in de Long Island Sound wordt Long Island met het vaste land verbonden met allerlei soorten en maten ferries voor auto’s en passagiers.
Op het hoogtepunt van de ‘Race’ kwamen er van bakboord naar stuurboord wel honderden meeuwen voorbij. Het glinsterde bij allemaal in de bek, alsof ze een zilveren tand hadden. Je kon zien, dat ze iets in de bek hadden, waardoor het glinsterde. De foto bracht uitkomst; ze vlogen allemaal met een lekker visje in de snavel. Voer voor de jeugd op het nest.
Het schiet weer goed op (het log moet nog steeds gekalibreerd worden, maar dat is een lastige procedure, zeker als het om je heen alsmaar zo hard stroomt). De zon schijnt en Hanneke ligt lekker te zonnen.
Rond een uur of drie blijkt ineens, dat we de verste boot, waar we mee opvaren niet meer kunnen zien. Het zicht wordt minder. Niet veel later worden we plotseling omringd door de mist, zeevlam, en horen we ineens een toeter. Er komt, vanuit het niets, een schip voor ons langs. Zeevlam is een zeer snel opkomende mist vanuit zee, waarbij je binnen de kortste keren geen hand voor ogen meer ziet en het flink koud wordt.
We kleden ons vlug warm aan en halen ook de toeter naar boven. We zetten de radar aan en letten scherp op. Lang niet alle boten hebben AIS en het is druk op weg naar Block Island in verband met de viering van de 4th of July. We moeten zo nog een uur doorvaren. Het is spannend en Hanneke toetert iedere 20 sec., terwijl Pim de radar in de gaten houdt.
Eindelijk varen we in een file van boten door de ingang van de baai van Salty Pond.
We vinden een plekje tussen een paar anderen om te ankeren en zijn opgelucht om binnen te zijn.
Als de mist later even optrekt kunnen we rondkijken en blijkt de baai stampvol met jachten te liggen. Er komen nog steeds nieuwe schepen bij.
Er komt een kano langsvaren met 2 totaal niet nautische meisjes erin, die volledig gedesoriënteerd en verdwaald zijn. We wijzen een richting aan, die in ieder geval niet richting zee gaat, want daar waren ze naar op weg.
We liggen aan het begin van de baai naast een oude Navy sleepboot.
Recent Comments