Verrassingen kunnen toch wel heel leuk zijn. We waren onderweg naar het dinghy dock van de Journey’s End Marina, toen Hanneke zei, dat het handiger zou zijn om bij de Rockland Yacht Club te gaan liggen. We vroegen aan een man, die met de sloep van de RYC rondvoer of dat mocht en waar we moesten zijn. Gastvrij wees hij ons de weg. Aangekomen in de haven proefden we meteen een opgewonden sfeer. Er moest iets aan de hand zijn.
Het blijkt de jaarlijkse bijeenkomst van de ‘Friendship Sloop Society’ te zijn. Ze staan op het punt uit te varen. We komen de klasse meter tegen, die gaat over de handicaps, waardoor deze boten met hun hele verschillende afmetingen en zeilvoering, toch tegen elkaar kunnen racen. Hij vertelt wat over de achtergrond van de klasse en zorgt dat we het jaarverslag 2013 van de klasse in handen krijgen. (www.fss.org )
Het ontwerp stamt oorspronkelijk uit het einde van de 19e eeuw. Het scheepje werd toen natuurlijk van hout gebouwd, maar er worden nu ook polyester schepen gebouwd. De oudste die wij zagen liggen, was 110 jaar oud en er was er ook nog een, die dit jaar haar eeuwfeest vierde; te water gelaten in 1913.
Hanneke maakte wat foto’s, terwijl de scheepjes klaar werden gemaakt om uit te varen. Vervolgens wilden wij het stadje in lopen, maar we werden tegengehouden door een enthousiaste mevrouw, die vertelde dat er een ‘parade’ voor de steiger langs gehouden zou worden. Er is niet heel erg veel publiek, een man of tien misschien, dus is onze aanwezigheid belangrijk.
We lopen dus weer terug en Pim helpt een van de Friendships bij het wegvaren.
We pakken een paar stoelen en terwijl we wachten tot ‘het’ gaat gebeuren, lezen we in het jaarboek. Zoals zo vaak is het te danken aan het enthousiasme van één man, dat het ontwerp van de grondlegger Wilbur Morse ook in de 21e eeuw nog enthousiaste mensen bij elkaar brengt. Wij zaten net in het jaarboek over deze Jarvis Newman te lezen – het is dit jaar aan hem opgedragen – toen iemand over onze schouder zei: “I wouldn’t believe everything they write in there!” Het was de baas van Newman Marine zelf, die dit jaar voor het eerst zelf niet meezeilde, maar die samen met zijn dochter toch was komen kijken. Lichamelijk zou hij dat met zijn 78 jaar nog makkelijk aan kunnen, maar zijn dochter vertelde ons even later, dat hij in de eerste fase van Alzheimer’ disease verkeert. Ze zei ook, dat we rustig met hem moesten blijven praten, maar dat het wel nuttig was als we begrepen, waarom hij af en toe de plank behoorlijk missloeg. Hij had kennelijk een goede dag, want we merkten er niet veel anders van, dan dat hij af en toe ineens heel erg afwezig was en zijn best moest doen om ‘terug’ te komen. We kregen mooi commentaar over de verschillende schepen en hun bemanningen.
Zo staat deze mijnheer kennelijk altijd graag vóór de mast.
De een na de ander komen de Friendships langs de steiger gezeild. Gelukkig staat de wind zo, dat het deze piraten niet lukt om dicht langs ons te varen. Ze zijn bewapend met grote hoeveelheden met water gevulde ballonnen.
Deze man geniet van zijn uitzicht op de eerste rang! Hij zit in zijn eveneens klassieke Maine Lobster
Boat. Ook een ontwerp, dat al meer dan 100 jaar de beste oplossing blijkt voor deze wateren en het soort werk wat ze er mee doen.
De condities zijn ideaal voor de parade en deze Friendship heeft dan ook het gaffeltopzeil bijgezet.
Dit schip heeft alles bij staan wat er beschikbaar is. We weten niet zeker of het voorste zeil de buitenkluiver of een vlieger genoemd wordt. Het ziet er in ieder geval gaaf uit.
Dit is de Salatia, de eerste polyester romp die haar intrede in de klasse in 1969 maakte. Dat leidde natuurlijk tot veel discussie. Iemand sprak met grote wijsheid: “if God had wanted fiberglass boats, He would have made fiberglass trees”. Gelukkig was er een nog wijzere mijnheer, die er in slaagde de mensen ervan te overtuigen, dat Wilbur Morse, een vooruitdenkend ontwerper, de boot nu ongetwijfeld in polyester zou hebben ontworpen. De polyester schepen varen natuurlijk wel in een eigen klasse: Class D. Deze Salatia, de eerste Friendship die door Jarvis Newman te water werd gelaten, kreeg nummer 90.
Dit is waarschijnlijk een redelijk licht scheepje met weinig ballast, want de bemanning heeft de voorkluiver niet gehesen en bovendien een rif in het grootzeil. Dat is allemaal mogelijk, want de regelvoering van de klasse is nogal eenvoudig. Het is belangrijk, dat de boten op elkaar lijken. Om dat te bereiken zijn de verhoudingen gegeven: de breedte van de boot is ongeveer (sic) 1/3 van de lengte over dek. De mast staat op ongeveer 1/5 van de lengte vanaf de boeg. De giek is ruwweg de lengte van de waterlijn en de gaffel is lang genoeg om de roerstand te bereiken vanaf de mast. Het roer hangt aan de kiel en mag door een helmstok of een stuurwiel bediend worden. De boegspriet is 1/3 van de lengte van de boot over het dek. De boot heeft een zware kiel en een elliptische achtersteven. De steven heeft een klippervorm en wordt aan beide kanten versierd met houtsnijwerk van een wijnrank of iets vergelijkbaars en soms met de naam van de bouwer. Het leidt inderdaad tot een klasse, waarin de boten echt allemaal duidelijk herkenbaar zijn als leden van de Friendship familie, maar ik zou niet de meter willen zijn, die verantwoordelijk is voor het bepalen van de handicaps van de verschillende boten. Kennelijk is dat allemaal niet zo belangrijk, want de sfeer was voortreffelijk.
Recent Comments