Het is weer erg rustig in de baai. Nauwelijks wind en wolken. Het levert een prachtige zonsondergang op.
Er staat eindelijk een klein beetje wind. het is nog steeds maar 5-7 knopen en uit de richting waar we naartoe willen, maar we gaan toch lekker zeilen. We hoeven maar 17 mijl en we hebben geen haast. Het is best lang geleden, dat we meer aandacht konden hebben voor de reis op zich, dan voor het doel; heerlijk. We varen de hele dag langs dit soort eilanden. Op de meesten staat wel een of andere bebouwing, maar vrijwel altijd onopvallend tussen de bomen en beschaafd uitgevoerd.
Het is wel weer oppassen geblazen. Blij dat er geen mist is.
Al zeilend heb je minder last van de vissersboeitjes. De lijn kan behoorlijk vast komen te zitten in een draaiende scheepsschroef, maar al zeilend glijden ze meestal zonder ernstige gevolgen onder de boot door. De kreeftenkooi is zwaar genoeg om het boeitje onder water door te trekken. Desondanks blijft er een keer een stelletje van twee, die kennelijk in elkaar verstrengeld zitten, lang achter de kiel, vervolgens achter de saildrive (met een klapschroef) en daarna achter het roer hangen. Pas als het weer wat dieper wordt, zakken ze er onder uit. We hopen, dat de visser ze weer terug kan vinden, want een paar honderd meter hebben we het zooitje wel verlegd.
Verderop zeilt weer een beauty.
Dit gebied is gevormd door de ijstijd. mooie grote ronde keien, gletscher-morenen, bedekt met dennenbomen.
En dan ziet Pim door de verrekijker zeehonden. Hanneke denkt eerst nog, dat het rotsen zijn, maar we varen dichterbij en het blijken inderdaad zeehonden te zijn.
Ze kijken verstoord op als we in de buurt komen.
Ze lagen te slapen, maar er komt beweging in de groep.
We hebben begrepen, dat we naar de Galapagos moeten, als we ze van dichtbij willen zien.
Hier zijn ze zo bang voor ons, dat ze uiteindelijk allemaal te water gaan. Dat is waardeloos, want dat kunnen we een volgende keer dus niet meer doen.
Soms is er een heuvel, maar de meeste eilanden komen maar net boven het water uit. We varen naar een nauwelijks zichtbare onderbreking in de kustlijn, inmiddels hebben we de zeilen wel gestreken, naar een smalle opening. Een haakse bocht naar bakboord en dan weer naar stuurboord en dan wordt het ineens weer breed. We zijn in een prachtige baai terecht gekomen, waar we morgen foto’s van zullen maken.
Als we goed en wel liggen komt er een stel met hun dinghy naar ons toe. Ze hadden onze Nederlandse vlag herkend ( niet veel Amerikanen kennen onze nationale driekleur, tenzij er OPEN in het witte gedeelte staat). Ze hebben in 1970 de staande mast route gevaren van Delfzijl door Amsterdam naar Breskens. Ze nodigen ons uit om als we straks in Woods Hole komen, om bij hun op bezoek te komen. Gaan we doen.
Recent Comments