Tegen het einde van het kanaal, komt er weer wat bewoonde wereld in de vorm van een enkel huis. Vrijwel alle huizen zijn hier op palen gebouwd. We weten niet of dat tegen overstromingen of dat de naam Alligator River nog steeds betrekking heeft op haar bewoners. We hebben geen alligator gezien, maar weten ook niet echt hoe je die kunt vinden. Zin om er naar te zoeken hebben we ook niet en zwemmen doen we niet in water onder de 19 graden.
Dit is niet het laatste huis, dat we op dit deel van de tocht te koop zien staan.
Dit is ‘De spannende brug’. Het zou net moeten kunnen, maar we hebben geestelijk eigenlijk al afscheid genomen van de windex. Meer schade riskeren we echt niet. We varen vanaf stilstand heel langzaam op de brug af. Van te voren roept Pim nog een motorboot op, die ons net voor of zelfs onder de brug dreigt in te halen. We vertellen hem dat we een marginale doorvaart hebben en vragen of hij zou willen wachten. Zijn hekgolf zou zeker het verschil maken, maar hij legt zijn boot meteen stil. Uiteindelijk kun je het niet echt zien of het nou wel zo geweldig krap was of niet, maar we hebben niets geraakt.
Terugkijkend naar dat hoge ding. Het ging goed! Pfoei, opluchting…. We bedanken de motorboot voor zijn consideratie en iedereen gaat weer rustig verder.
Na de brug houdt het kanaal meteen op en wordt het water weer breder en komt er weer wat meer afstand tot de hoge bomen aan de kant, zodat we weer kunnen gaan zeilen.
We zeilen de Kindred Spirit voorbij en op dat moment ziet hij onze Nederlandse vlag. Hij roept ons op over de marifoon in het Nederlands! Hij heeft de eerste acht jaren van zijn leven in Delft gewoond en heeft nog familie onder andere in Vinkeveen. Hij heet Pam en spelt zijn naam P A M. Wel verrassend voor hem dat Pim daarna zijn naam spelt P I M. Grappig moment.
Hier veranderen de merktekens. Stuurboord wordt groen en vierkant voor het vaarwater, maar de gele merkjes voor de ICW blijven aan stuurboord wel driehoeken.
Het rode merkteken heeft nu dan ook gele vierkantjes.
Hanneke dacht eerst dat er een vuurtoren aan kwam varen, maar het was een duwboot. Blij dat we die niet in het kanaal tegenkwamen. We hebben de mooie vuurtorens van de Chesapeake en New England nu definitief achter ons gelaten. We weten niet wat het zuiden ons wat dat betreft te bieden heeft. We gaan ons misschien wel toeleggen op duw- en sleepboten, hi hi.
We zien verscheidene stilliggende of langzaam varende bootjes met mensen ,die hoog staan en speurend het moeras gadeslaan. Ze zijn goed gecamoufleerd en het licht helpt ons ook niet. Geen idee wat ze zien, zoeken of jagen…..
We ankeren weer in een andere kreek. De Kindred Spirit en een andere Amerikaan gaan al iets eerder aan de oostkant van het vaarwater een kreek in, maar wij willen liever onder de westwal. Daar ligt niemand en dat maakt je misschien wat onzeker. Gelukkig komen er even later twee andere boten ons gezelschap houden. Kennelijk hebben we het toch goed gezien. Of vertrouwen zij juist op ons? Het zijn meer melige spelletjes dan werkelijke zorgen.
Dit keer gingen de luiken bijtijds dicht en het hor er in, zodat de grote muggenjacht ons bespaard is gebleven.
We zijn om half 8 als tweede weggevaren, maar we halen de Cara al snel in.
Is onze Australische vriend Bugs toch kapitein geworden? Er liggen hier een paar van die hele grote vissersschepen. Het is maar een paar mijl varen naar de Oceaan.
Het is erg koud als we vertrekken en het duurt uren voordat de zon eindelijk doorbreekt. Dat scheelt meteen een jas. In het begin is het maar 8 graden en we dragen handschoenen en vele laagjes kleren. We weten dat zo nauwkeurig, omdat Hanneke een buitenlucht thermometer heeft aangeschaft, zodat we haar lijden beter kunnen documenteren. De Amerikanen praten alleen in graden Fahrenheit en daar begrijpen we niet veel van. We weten wel, dat 35 graden verdomd koud is en 100 graden woest heet. Dat zijn zo’n beetje de extremen waartussen de temperaturen hier in North Carolina zich tussen bewegen van de winter tot de zomer.
Verder heerlijk gezeild, dat dan weer wel. Om 11.30 laten we het anker vlak voor de brug van Oriental zakken. Die brug is duidelijk veel te laag voor ons, maar we liggen hier goed.
Eerst even lunchen en dan Klontje klaar maken om naar de kant te gaan.
Recent Comments