Vissen

We lagen voor anker bij Blanquilla en zaten gefascineerd naar het vissen van
de pelikanen en de boobies te kijken. Er zat ook nog een enkel meeuwtje bij.
De pelikaan komt onverstoorbaar langzaam klapwiekend aangevlogen. Hij wint
even wat hoogte en duikt dan plotseling met ingetrokken hals en vleugels
naar het water. Hij heeft de bek nog stijf gesloten, als hij het water raakt,
maar die moet meteen opengaan als zijn kop onder water zit en hij zijn hals
uitstrekt. De bek moet ver open gaan, want de pelikaan gaat nooit echt
helemaal onder. Je blijft het puntje van zijn staart altijd net zien en hij
komt boven op de plek, waar hij het water heeft geraakt. Zodra het lichaam
weer aan de oppervlakte komt, kan hij zijn kop nog niet optillen, omdat de
zak onder zijn snavel als een grote ballon vol zit met water. Die ballon
loopt snel leeg zodat de pelikaan de hals weer kan strekken en statig
ronddobberend en geniet hij van zijn vangst. Veel dieper dan een meter zal
hij met deze vangtechniek niet kunnen vissen. Dat hoeft ook niet, want als
we later op deze plek aan het snorkelen zijn, worden we omringd door
gigantische scholen vissen, die net onder de oppervlakte zelf op jacht zijn
naar hun voedsel. De scholen zwemmen zo dicht op elkaar, dat het me niet zou
verbazen als de pelikanen soms wel meer dan een enkele vis in één duik
verschalken.
De boobie doet het heel anders. Als gestroomlijnde vlieger komt hij
vermoedelijk met een hogere snelheid dan de pelikaan aanvliegen. Het is
overigens moeilijk om het verschil in snelheid in te schatten. De pelikaan
is groter en de vleugels bewegen in een heel ander ritme, maar het lijkt
alsof de boobies harder gaan. Dat moet misschien ook wel, want zij moeten
veel preciezer jagen. Hun snavel is maar een fractie van de gigantische bek
van de pelikaan, waarmee het genoeg is, als hij in de buurt van een vis komt.
De boobie vouwt de vleugels en duikt met hoge snelheid het water in en komt
meters verder pas weer boven. Hij duikt echt helemaal onder en kan
waarschijnlijk onder water zijn koers nog aanpassen om juist dat ene visje
te verschalken.
Het meeuwtje gaat biddend boven het water hangen en laat zich plotseling
vallen in de hoop een even stilliggend visje te verrassen. Dat lijkt me de
minst aantrekkelijke methode om te vissen, want die school vissen is echt
voortdurend in beweging. Bovendien kan dat meeuwtje alleen de kleinere
visjes vangen. Het aantal meeuwtjes dat op deze manier aan de kost probeert
te komen is klein. Het zal wel meer vissen voor de sport zijn dan als
werkelijke tactiek om te overleven.
Het is niet mogelijk om een favoriet uit te kiezen. De statig en licht
arrogant rondvliegende pelikaan, die gewoon inslikt wat hem voor de bek komt
of de agressief jagende boobie die zijn prooi uitzoekt en hem verschalkt.
Het meeuwtje is te midden van dit rondvliegende geweld slechts een grappig
klapwiekend bijverschijnsel. Het geheel is een spektakel dat ons urenlang
blijft boeien. Net zoals de jacht onder water van de scholen vissen die daar
hun honger weten te stillen. Zonder enige andere bescherming dan hun grote
aantallen jagen ze van links naar rechts en van boven naar onder, hopend,
dat het hun buurman zal zijn die ten prooi zal vallen aan de kaken van de
hongerige vogels? Of genietend van het bestaan in de wetenschap dat ze met
zijn duizenden zijn en er slechts enkele tientallen vogels op hun jagen? De
kans om te overleven lijkt groot.