Round Island

We liggen bij Round Island, een van de vijf of zes drooggevallen stukjes land van een klein plateau ergens midden in de Caribische zee. De eilandjes vormen een Archipel die Las Aves de Sotavento wordt genoemd. Isla Larga – smal en nog geen drie mijl lang – schijnt ooit nog door Nederlanders bewoond geweest te zijn. Ik vind het knap, dat ze het gevonden hebben, want wij konden het pas op 4 mijl afstand met moeite zien. Vanuit een zwiepend kraaiennest in een mast 15 meter boven zee en met een hongerige buik na een maandenlange overtocht zal je het wel wat eerder opmerken, maar het blijft klein en behoorlijk laag. Het is hier heel erg mooi. Een verstilde schoonheid zoals je die op steeds minder plaatsjes op deze aardbol kunt vinden.
Round eiland is vierkant. Ongeveer 350 meter lang en 200 meter breed biedt het ons prima beschutting tegen de passaatwind die met 30 knoop door het wand huilt. We hebben besloten er nog een dag te blijven liggen voordat we ons weer in het rumoer van Bonaire storten. Dat is eigenlijk gek, want we hebben ook wel weer zin in dat rumoer, maar als we daar eenmaal aan toegegeven hebben zal het maanden duren voordat we dit soort leven weer mogen meemaken. Dat zal pas in de San Blas eilanden zijn, ergens in januari.
Eén dag extra dus nog. We zijn inmiddels aangewezen op eten uit blik en zo weinig melk hebben we al twee jaar niet meer aan boord gehad, maar die ene dag redden we ook nog. We kunnen nog 6 broden bakken. We hebben geen idee hoe laat het hier is. Sommige van de klokken aan boord staan nog op de tijd van Trinidad, de iPad heeft zichzelf in Gran Roque toen we even op het internet zaten op Venezolaanse tijd gezet (die verschilt een half uur) en we zijn nog maar 35 mijl van Bonaire, wat weer een andere tijd heeft. Het maakt niets uit. Als de zon erg laag begint te komen maken we een inschatting van de te verwachten schoonheid van de zonsondergang. Als die mooi lijkt te worden wachten we nog met koken, anders proberen we dat voor donker achter de rug te hebben.