De hoofdstraat in Kralendijk, de eerste stad op Bonaire ziet er gezellig caribbisch gekleurd uit.
Dit kun je hier dus verwachten. Ben benieuwd of we het ook allemaal echt te zien krijgen.
We huren een auto en gaan het droge eiland verkennen. We komen bij de slavenhutten, die werden gebruikt door de tienduizenden slaven, die hier in de zoutmijnen moesten werken. In iedere hut sliepen er waarschijnlijk vier.
Je kunt er niet in rechtop staan…..
Het zijn echt maar hutjes, wel met uitzicht aan de achterkant op een meer met soms flamingo’s en aan de voorkant naar de zee.
De oranje pilaar op de achtergrond werd gebruikt om aan te geven, waar de vrachtschepen, die het zout kwamen ophalen, hun anker konden laten vallen. Er wapperde dan een oranje vlag ergens. Er staan meerdere van dit soort pilaren in verschillende kleuren langs de kust. Achteraan staat er nog een Roze Pilaar.
In het weekend gingen de slaven naar hun gezinnen, die in het noorden in de tweede stad van Bonaire, Rincón woonden. Dat moest dan wel blootsvoets, want ze mochten geen schoenen dragen.
We zien onze eerste flamingo, die rustig staat te grondelen, net als bij ons de zwanen.
Overal langs de kust zie je soort kunstwerkjes van gejut hout en wat er verder nog maar aandreef.
Salamanders lopen hier overal en Pim moet uitkijken dat ie er niet overheen rijdt.
Er lopen nog zo’n 400 ezels in het wild rond; een ander overblijfsel uit de slaventijd. Langs de kant van de weg zie je overal hun uitwerpselen liggen, zelfs in de stad.
Grappig vogeltje; ongeveer 15 cm. groot.
Nog een paar flamingo’s.
Overal zie je auto’s langs de kust staan met duikers in verschillende stadia van ontkleding en uitrusting. Bonaire is Diver’s Paradise. Dat staat ook op alle nummerborden van de auto’s.
Er ligt een schip bij de Zoutpier in te laden. Hij komt eens per maand en dan mag je er niet onder duiken. Het schijnt een topplek voor duikers te zijn. Dat willen wij ook wel eens zien.
De duikschool achter ons, waar het eindelijk weer rustig is. Als ze onder Nelly Rose doorduiken, horen wij binnen allemaal borrelende geluiden, heel grappig. We liggen kennelijk ook boven een topplek, want het is druk onder de boot.
Recent Comments