We kunnen heel dichtbij dit paartje komen. Lekker samen op het nest.
Daar gaat de boot die toeristen nog dichterbij de albatrossen, zeeleeuwen en penguins gaat brengen. Het strand erachter is de locatie waar we morgen gaan paardrijden.
Mammie kijkt een beetje boos, kwam misschien toch te dichtbij.
Waarschijnlijk woont hier een van de vissers uit deze baai.
De weg is uit de klif gesneden, goed te zien met dit bergje zand met een boom die zich nog vastklampt.
Er staan gezellig geverfde bushokjes, ook van binnen.
Wij draaien linksaf de berg op om naar het enige kasteel van Nieuw Zeeland te gaan. Natuurlijk weer prachtige uitzichten.
We gaan de Camp road op, die ons naar het kasteel brengt. De man die het liet bouwen, refereerde altijd aan het kamp. Dat was het natuurlijk ook tijdens de bouw met 200 mensen gedurende drie jaar. Daarna duurde het nog twaalf jaar voordat de binnenkant gereed was. De bouw begon in 1871.
Het is al vier uur geweest, maar we kunnen nog naar binnen zegt de poortwachter, omdat de tuinen pas om 18.30 gesloten worden.
We lopen naar de ingang door een bos en komen dan in de tuinen. De eerste echtgenoot van Mr.William Larnach begon met de aanleg van de tuinen tegelijkertijd met de bouw van het kasteel.
Dit zijn exclusieve Nieuw Zeelandse planten, waarvan we de naam al niet meer weten.
Eerst maar even een kopje thee drinken in de oude Ballroom. Met scones, cream and jam ofcourse.
Je kunt hier mooi zien hoe een varen omhoog komt en dan langzaam ontrolt.
William wist wel een mooie plek te vinden. Vanuit de toren kon hij de zee aan de andere kant van de peninsula zien.
Recent Comments