Cuba 2

20140217-194637.jpg Mooi autootje

20140217-195219.jpg Voorgevel kerk

20140217-195339.jpg Het oudste fort met een omgevallen aanwijzingsbord als bank.

20140217-195515.jpg we wachten op de bus terug naar de Marina en worden weer vergast op een band.

20140217-201206.jpg Dit is de beroemde Marina Hemmingway. Het is ongeveer een half uur rijden van de stad vandaan. De Marina bestaat uit 3 kanalen en alle buitenlanders liggen in kanaal 2. Het is leuk om andere nationaliteiten tegen te komen. Japanners, Canadezen, Britten, Chinezen, Fransen. Iedereen helpt elkaar om in deze omgeving je weg te vinden. Waar is de markt, waar kan ik geld wisselen, is er ook internet, iemand vinden die de was kan doen, welke bus moet je nemen?

20140217-202241.jpg Dit is de haven van het dorp naast de Marina.

20140217-202336.jpg Ze houden hier van hun privacy en alle huizen en voorportaaltjes zijn afgeschermd met een hek, dus ook de auto’s.

20140217-203210.jpg We gaan het huis van kunstenaar Fuster bekijken en het begon al toen we de straat inliepen. De hele buurt is opgeleukt met mozaïkontwerpen en de nog altijd bloeiende kerstroos staat er prachtig tussen.

20140217-205422.jpg de hoek van de straat.

20140217-205700.jpg Op deze muur staan de helden van toen, Castro, Che en zo nog een paar.

20140217-205851.jpg Het is bonte toestand.

20140217-210013.jpg zelfs op de regenopvangbakken op de daken zitten mozaieken.

20140217-210241.jpg Hier worden de ontwerpen gemaakt en geschilderd.

20140217-210758.jpg Allemaal vrolijke muren.

20140217-211014.jpg De grote vriend van Castro, Hugo Chàves.

20140217-211212.jpg Om de hoek verandert de omgeving drastisch. Klein geitje schreeuwt om zijn moeder.

Comments { 0 }

Cuba foto’s

20140216-122618.jpg Een van de banken

20140216-122711.jpg Hoezo waarschuwingsbordje? Je hebt toch ogen.

20140216-122955.jpg Het Café waar Fernando speelde.

20140216-191454.jpg Lekker vers. Hij zal die ochtend al een hele reis achter de rug hebben.

20140216-191600.jpg Een eindje verderop is een voetbalcafé.

20140216-191714.jpg Natuurlijk ook met een band in een klein hoekje gepropt. Niet het standaard toeristenbandje, het draait allemaal om de saxofoon speler.

20140216-191832.jpg Er wordt weer gedanst!

20140216-192001.jpg Hij speelde geweldig.

20140216-192052.jpg Buiten staat een fietstaxi op klanten te wachten. Hij blijkt maar één been te hebben, maar hij zet zijn voet in een klem en bindt hem dan vast en begint gewoon te trappen….

20140216-192405.jpg We hebben een topdag.

20140216-192512.jpg Knoflook aan lange stringen.

20140216-192642.jpg Pleintje om even uit te rusten.

20140216-192745.jpg De gevels in de oude stad zijn in verregaande staat van ontbinding, maar toch is alles schoon en netjes.

20140216-192913.jpg Oma’s op de stoep.

20140216-192954.jpg Slagerij

20140216-193040.jpg Toeristenterras, voor Cubanen niet te betalen.

20140216-193300.jpg Rechts een modern gebouw met wel nog een oude entreé die bewaard is gebleven. Het is de universiteit van Art History.

20140216-193522.jpg Weet helaas niet meer welke bekende Cubaan dit is. Het meest voorkomende beeld is van José Martí, maar dat is deze niet.

Comments { 0 }

Havanna foto’s

20140215-194723.jpg Onze eerste dag in Havanna was kostbaarder dan nodig. Geld kun je gewoon uit de muur trekken gelukkig.

20140215-194846.jpg
In de smalle straten komen nauwelijks auto’s, wel veel fietsen.

20140215-195010.jpg Deze is helaas ingestort.

20140215-195107.jpg Mooi rood is niet lelijk.

20140215-195145.jpg Hier belden we aan en 3 trappen omhoog was ons restaurantje.

20140215-195302.jpg Het uitzicht vanaf het dakterras.

20140215-195425.jpg De andere kant.

20140215-195501.jpg

20140215-195552.jpg Het was goed te eten en voedzaam.

20140215-195701.jpg De jongens speelden natuurlijk Quantanamera.

20140215-195813.jpg
Beneden het bekende beeld in Cuba: classic car met de motorkap open!

20140215-195953.jpg Grote onderbroek aan de lijn.

20140215-200048.jpg Zij heeft verse visjes in haar hand.

20140215-200138.jpg We belanden in een café, waar één van de mannen van de officiele Buena Vista Social Club speelt.

20140215-200322.jpg De kok hangt zeker een half uur in dezelfde houding aan de bar. Afgepeigerd?

20140215-200525.jpg Fernando Amaranto wil wel een Mojito met ons drinken.

Comments { 0 }

Lobster fishing / Kreeften vangen

9 februari 21.00

Lobster fishing

We did enjoy our lobster fishing with the keepers of Cay Santos. Steve
actually managed to catch one, once we had figured out, that you have to
catch them from behind. A lobster moves backwards whilst maintaining strong
eye contact as he whips up as much sand as possible in order to obscure
visibility. If you manage to keep the noose of the lobster catcher behind
him, he will wiggle straight into it. All of this is easier said than done,
but it does work. Finding the lobster was relatively easy. There are
numerous steel plates lying around on the bottom of the bay in very shallow
water. Lobster like to hide under things and basically these steel plates
are the only thing they have for cover in the area. The trick was to find
the steel plates and hook the anchor of the keepers boat (Concrete wire bent
in the shape of a dredge) under the plate. One of us would do that standing
hip deep in the water. Then the guy on the boat would lift the plate and the
Cubans would then swing a pole with a sharp hook under the plate aimed at
one of the lobsters that would be hiding there. Some of them scarpered, but
would then run into Steve trying to catch them with the noose. All in all it
took us less than an hour to catch 6 mighty fine lobsters, that Hanneke and
I had to take on board.
We cooked them immediately and ate the smallest ones for lunch. The rest of
them were converted into a mighty fine curry that would feed us for days to
come. In the evening we were again invited for dinner at the keepers cabin.
On the menu was grilled lobster and that was enough of a variation to our
lunch to make it immensely enjoyable. In the meantime we had discussed with
the crew of Emma Louise how to best show our gratitude for the two
unforgettable days the keepers had organised for us. We decided to give them
a financial reward rather than stuff. The men make 305 pesos national (12 dollar) a
month and although – thanks to everything the island has to offer – life is
plentiful whilst at work, it is rather challenging to make ends meet during
their month on leave. We decided to give them a bit more than a month’ wages
each, for which they were indeed very grateful. It is very hard to view
their lives through our eyes.
The following morning we left Cayo Campos, a destination we can only
recommend to people fortunate enough to sail these waters. They have to
excercise due care though, when trying to get straight from the bay to the
open sea. According to the keepers we would have 2.5 meters of water on our
way out, but that was highly optimistic. It was a fortunately sandy bottom,
but we did leave a clear track in it with our keel. Even Emma Louise got
really stuck for a bit and they draw a foot less than we do, so I guess we
can consider ourselves very lucky to have come through at all. It is
possible to sail out along the north shore of the island with much more
comfort and it is only ten miles longer.
Hanneke and I decided to go straight from Cayo Campos to Cienfuegos, in
order to prepare for our journey home to the Netherlands. That always
involves more work than you think, especially because we don’t want to
return to the job-list when we get back on board. We also want to leave the
boat spotless, knowing full well, that she’ll be dirty again once we come
back. The journey to Cienfuegos was 125 miles long, an easy overnight in
very light airs straight on the nose. We decided to beeline it. This meant
forgetting about sailing, because that would have probably doubled the
journey time and that was not what we wanted whilst having to hand steer the
boat. A wind vane steering is rapidly on its way to gaining top spot on our
list of priorities.
We received a warm welcome from the harbour master and the authorities in
Cienfuegos. We were lucky to come from a destination within Cuba, because
boats coming in from Jamaica get a much more involved boarding party to
check them out, including sniffer dogs. In the afternoon we went into town
to make our reservations for the bus to Varadero on Tuesday, to be on time
for our flight on Wednesday. You won’t be hearing from us again until
Thursday when we land in Holland. However, the coming month will not bring
total silence on the blog. We will relive the Cuban experience thus far when
we put all the photos of the past seven weeks on the blog. Comments will be short, but
the pictures will be colourful.

Kreeften vangen

Het was geestig om met de opzichters van Cayo Campos op kreeftenvangst te
gaan. Steve heeft er zelfs een gevangen toen we eenmaal door hadden, dat je
ze van achteren moet vangen. Een kreeft beweegt achterwaarts, terwijl hij
duidelijk oogcontact houdt, terwijl hij zoveel mogelijk zand op wervelt om
het zicht te verstoren. Als je erin slaagt om de strop van het
kreeftenvangapparaat precies achter hem te houden, zal hij er zich vanzelf
in wurmen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar het werkt wel. Het was
nogal makkelijk om de kreeften te vinden. Er liggen een groot aantal stalen
platen op de bodem verspreid in de baai in heel ondiep water. Kreeften
verschuilen zich graag ergens onder en eigenlijk zijn deze stalen platen de
enige dingen die ze hier in heinde en verre kunnen vinden om zich te
verstoppen. Het kunstje was om een van de platen te vinden en het anker van
de boot (betonijzer gebogen in de vorm van een dreg) eronder te haken. Dat
deed een van ons terwijl hij tot zijn heupen in het water stond. De man in
de boot trok dan de plaat aan het anker omhoog en de Cubanen zwaaiden dan
met een stok met een scherpe haak er aan naar een van de kreeften die daar
verscholen zaten. Sommigen gingen er snel van tussen, maar die kwamen dan
Steve tegen met zijn strop aan een stok. Alles bij elkaar kostte het minder
dan een uur om 6 prachtexemplaren te vangen, die Hanneke en ik aan boord
moesten nemen. We kookten ze onmiddellijk allemaal en aten de kleinsten voor
de lunch. De rest verwerkten we in een heerlijk curry, waar we nog dagen van
konden eten.
Voor de avond werden we weer uitgenodigd om bij de heren in hun hut te komen
eten. Dit keer stond er gegrilde kreeft op het menu en dat was genoeg
variatie ten opzichte van onze lunch om er toch weer een feestmaal van te
maken. We hadden ondertussen met de bemanning van de Emma Louise besproken
hoe we het beste onze dankbaarheid voor deze twee geweldige dagen kenbaar
zouden kunnen maken. We besloten nu om hen geld te geven in plaats van spullen
en spulletjes. De mannen verdienen 305 pesos ($12) per maand, en hoewel er
overvloedig voedsel is als de heren op het eiland aan het werk zijn, ziet
het leven er heel anders uit, als ze gedurende hun maand verlof de eindjes
aan elkaar moeten knopen. Ze mogen niets meenemen vanaf het eiland, geen
kreeft of vis, en ze worden daar op gecontroleerd, zodat zelfs cadeautjes
een probleem zouden kunnen zijn. We besloten om de heren iets meer te geven
dan een maand salaris, iets waar ze geweldig dankbaar voor waren. Het is
heel erg moeilijk om hun leven te kunnen bezien door onze ogen.
De volgende ochtend verlieten we Cayo Campos, een bestemming die we echt
warm aan kunnen bevelen voor die mensen die fortuinlijk genoeg zijn om hier
in de buurt te mogen varen. Je moet dan wel oppassen als je van de zee naar
de baai of – zoals wij – van de baai door het rif naar de zee wilt varen. De
opening door het rif is breed en diep genoeg. Dat is geen probleem, maar de
‘doorgang’ vanaf de baai naar het rif is lastig. Volgens de opzichters zou
er 2.50 meter water moeten staan, maar dat was echt te optimistisch. Wij
waren dicht in de buurt van doodtij en dan halverwege hoog water, zodat we
hooguit 10-20 cm water meer hadden kunnen verwachten, en we trokken echt
een spoor door het zand. Zelfs Emma Louise kwam even echt vast te zitten en
die steekt een voet minder dan wij, dus we mochten ons gelukkig prijzen, dat
we er door gekomen waren. Je kunt ook langs de noordkant van het eiland
varen. Dat is een mijltje of 10 om, maar het is een stuk plezieriger.
Hanneke en ik besloten om meteen naar Cienfuegos te varen, zodat we ons op
ons gemak zouden kunnen voorbereiden op onze reis naar huis in Nederland.
Daar komt altijd meer bij kijken dan je zou denken, want we willen niet bij
de boot terugkomen en meteen weer met de kluslijst geconfronteerd worden. We
willen de boot ook brandschoon achter laten, in de wetenschap, dat ze toch
weer smerig zal zijn als we terugkomen. De tocht naar Cienfuegos was 125
mijl lang, een prima afstand om met een nachtje doorvaren af te leggen. De
wind was echter precies op de neus en erg licht. We besloten om rechtstreeks
te varen en niet te gaan zeilen, dat zou waarschijnlijk de reistijd hebben
verdubbeld en daar hadden we geen zin in, nu we de boot met de hand moeten
besturen. Een windvaanstuurinrichting is hard op weg naar de eerste plaats
op onze wensenlijst. Als we volgend jaar de Pacific in zouden gaan, dan moet
die er op.
We werden in Cienfuegos hartelijk welkom geheten door de havenmeester en de
autoriteiten. We waren blij, dat we van een bestemming van binnen Cuba
kwamen, want boten die hier aan land komen vanuit Jamaica krijgen een heel
grondige ontvangst, inclusief drugshonden. We konden ‘s middags al naar de
stad om daar onze bus naar Varadero te regelen voor dinsdag, zodat we op
tijd zijn voor onze vlucht op woensdag. We zullen niets meer van ons laten
horen tot we donderdag aankomen in Nederland. Toch zullen we de komende
maand niet volledig afstand nemen van het blog. We zullen onze ervaringen
van Cuba tot nu toe herbeleven aan de hand van de foto’s van de afgelopen 7
weken. De toelichting zal schaars zijn, maar de beelden kleurrijk.

Comments { 0 }

Lobster with your fingers Kreeft eten met je vingers en die er bij aflikken

4 februari 21:42

Lobster with your fingers

We do realise that we lead a rather special life, but sometimes it gets
extra special; memorable and probably unforgettable even. We left Nueva
Gerona and aimed for Cayo Campos as we were advised to do by the French
people that welcomed us in Gerona. We set off an hour later than planned and
therefore arrived rather late, but we immediately found a very nice place to
anchor in excellent holding ground on the south west tip of the island, as
indicated in Calder’s book. We ate on board and enjoyed a quiet evening.
Sometime midmorning the following day a few people came up to Emma Louise
and offered them lobster; for free. Steve asked for two small lobsters (dos
por favor; pequeño), but was silly enough to give them a bucket to put them
in. When he hauled it aboard, there were six lobsters in the bucket and
certainly not all of them small. Apart from that, the guys invited Steve and
Sheryl to come for lunch on the island at noon. Steve accepted the
invitation also on our behalf. Nevertheless the guys also came to us and
offered us lobster, which we declined. We have enough food on board for a
crossing and don’t really want to throw anything away. We did however
confirme that we would love to come for lunch.
At noon we took our dinghy to the small dock where we could tie up. We had a
bit of a problem getting there, because it was shallow and the prop of the
outboard converted some of the grass on the bottom to something resembling
spinach. On arrival we were told immediately to approach and leave the dock
in the same direction as the dock. Then we wouldn’t have the same problem on
our subsequent trips. It turned out that we had landed in the ‘Microestacion
Biologica de Flora y Fauna’. The three men were the responsible keepers of
the Estacion. Apart from them nobody lives on the island. They work here for
30 days in a row to be relieved by a similar crew, normally consisting of 4
persons. One of their shift however was ill and hadn’t joined them for the
trip, which is why they were only three strong now: Papo the boss, Xavier
his right hand man and Daniel the cook. The island has monkeys (makaks),
iguanas, Jutia Conga (a rodent similar to the ones we had already heard of
but not seen in the Bahamas, a cross between a rabbit and a guinea pig, that
only comes out at night), sea turtles that lay their eggs on the beaches,
crocodiles and a variety of birds. The men feed the monkeys and did so as we
came out. There are about 85 of them on this island and about 75 on the
neighbouring island.
After we had participated in the feeding of the monkeys we were invited into
their cabin, where the table was laid for four, that is to stay, there were
four chairs around the table. Next to the table stood two bunk beds and a
television, that runs of batteries charged by solar power. We sat down and
in front of us Daniel placed a plate of fried bananas (plantain/platano), a
huge bowl of white rice and a bowl of lobster in a really nice sauce. They also had
four plates for us and spoons, but that was it. We had brought something to
drink for the men and ourselves and enjoyed the very tasty meal. Halfway
through the meal Papo came in carrying a huge fish – related to the tuna –
and asked us if we would like to come back for dinner that evening. No
debate, we loved the idea.
After this magnificent lunch we walked the central path of the island and
then returned to our boats for a swim and a rest in preparation for an
eagerly anticipated return that evening. Our combined Spanish now makes it
possible to extract a lot of information from the guys and they also seemed
to enjoy our company. They told us, that we were the second and the third
boat to pass through here this year. We went back there after having enjoyed
a very nice sunset from our boats. This time we were welcomed on the beach
by three pigs, that also roam around, waiting to make a very fine meal in
the months to come. Next to the cabin there was a huge barbeque, just about
big enough for the fish that was already being prepared. When the fish was
ready it was served and the guys left us to enjoy our dinner amongst the
four of us. After that they came back and invited Steve and me to come with
them the following day to go fishing for lobster, an invite we readily
accepted.

Kreeft eten met je vingers en die er bij aflikken

We realiseren ons, dat we een behoorlijk apart leven leiden, maar soms wordt
het extra speciaal; gedenkwaardig en onvergetelijk zelfs. We hadden Nueva
Gerona verlaten en koers gezet naar Cayo Campos, op aanraden van de Fransen,
die ons in Gerona hadden verwelkomd. We waren een uur later vertrokken dan
gepland en kwamen dan ook nogal laat aan, maar we vonden zonder problemen
een goeie ankerplaats met een mooie zandbodem aan de zuidwest kant van het
eiland, zoals aangegeven in Calder’s boek. We aten aan boord en genoten van
een rustige avond.
Halverwege de volgende ochtend voeren een paar mannen met een bootje naar de
Emma Louise en boden hen kreeft aan; gratis. Steve vroeg om twee kleine
lobsters (“Dos por favor; pequeños), maar was zo onhandig om hen een emmer
aan te geven om de beestjes in te doen. Toen hij de emmer weer aan boord
haalde bleken er zes kreeften in te zitten en zeker niet allemaal klein.
Daarnaast hadden de mannen Steve en Sheryl uitgenodigd om rond het middaguur
op het eiland te komen lunchen. Steve had de uitnodiging ook namens ons al
geaccepteerd, maar de heren kwamen toch nog even bij ons langs varen om ook
ons kreeft aan te bieden, maar daar hebben wij voor bedankt. We hebben
genoeg voedsel aan boord voor een redelijk oversteek en we willen echt niets
weggooien. We bevestigden nog wel, dat we graag zouden komen lunchen.
Om 12 uur voeren we met onze dinghy naar de steiger waar we konden
vastmaken. We hadden een beetje problemen om er te komen, want het was
ondiep en onze schroef blenderde het gras op de bodem tot een spinazie
achtige substantie. Bij aankomst werd ons meteen gewezen hoe we dit konden
voorkomen, door precies in het verlengde van de steiger binnen te komen en
weg te varen. Het probleem herhaalde zich niet bij onze volgende trips.
Het bleek, dat we waren aangekomen bij het ‘Microestación Biologica de Flora
y Fauna. De drie mannen bleken de verantwoordelijke opzichters te zijn. Zij
zijn de enige bewoners van het eiland en werken daar 30 dagen achter elkaar,
waarna ze worden afgelost door de andere ploeg. De ploeg bestaat normaal uit
4 personen, maar een van de mannen van deze ploeg was ziek en was niet
meegekomen, zodat ze maar met zijn drieën waren: Papo de baas, Xavier zijn
rechterhand en Daniël de kok. Op het eiland leven apen (makaken), iguanas,
Hutias (een knaagdier waar we ook al van gehoord hadden in de Bahama’s, maar
wat we ook nu niet hebben gezien, omdat dit dier, dat het midden houdt tussen
een konijn en een kavia, alleen ‘s nachts tevoorschijn komt), zee
schildpadden die op het strand hun eieren leggen, krokodillen en een
verscheidenheid aan vogels. De mannen voederen de apen en waren daarmee bezig
toen wij aankwamen. Op dit eiland leven 85 apen en op het naburige eiland
nog eens 75.
Nadat we hadden meegedaan met het voeren van de apen werden we in de hut
genodigd, waar de tafel klaarstond voor vier personen. Dat wil zeggen er
stonden vier stoelen rondom de tafel. Naast de tafel stonden twee
stapelbedden en een televisie, die gevoed werd met een stel batterijen, die
door zonnecellen worden opgeladen.
We gingen zitten en Daniel plaatste een bord met gefrituurde bananen
(plantano), een grote kom rijst en een kom met kreeft in een heerlijke saus
voor ons. Ze hadden ook nog vier verschillende borden voor ons en lepels,
maar dat was het. We hadden zelf wat te drinken meegenomen voor onszelf en
de mannen en genoten van het verrukkelijke maal. Halverwege kwam Papo
binnenlopen met een grote vis, familie van de tonijn, die hij ‘s morgens had
gevangen en hij vroeg ons of we die ‘s avonds wilden komen eten. Geen
discussie, we omarmden het idee.
Na de smakelijke lunch wandelden we over het centrale pad van het eiland en
keerden daarna terug naar onze boten om een beetje te zwemmen en te rusten
in afwachting van hetgeen de avond ons zou brengen. De optelsom van ons
verzamelde Spaanse kennis maakt het mogelijk om een heleboel informatie uit
de mannen te halen en zij leken ook ons gezelschap te waarderen. Ze
vertelden ons, dat wij de tweede en de derde boot waren die dit jaar op
bezoek waren gekomen.
Nadat we hadden genoten van de zonsondergang vanaf het dek van onze boten
gingen we weer aan wal, waar we dit keer werden begroet door drie varkens
die ook los rond bleken te lopen in afwachting van het moment dat ze een
heel smakelijk maal zullen worden in de komende maanden.
Naast de hut was een grote barbecue gebouwd, net groot genoeg voor de vis
die er al op werd bereid. Toen de vis klaar was serveerden ze hem en de
mannen lieten ons gevieren genieten van het moment. Daarna kwamen zij weer
binnen en nodigden Steve en mij uit om de volgende ochtend er mee op uit te
gaan om kreeften te vangen, een uitnodiging die we met beide handen
aannamen.

Comments { 0 }

A nice welcome in Isla de la Juventud / Een hartelijk welkom in Isla de la Juventud

2 februari 2014 18:40

A nice welcome in Isla de la Juventud

We received a very friendly welcome on the ferry dock in Nueva Gerona. From here the service to the main land is operated by two fast ferries; catamarans built by Damen Shipyards in co-operation with their Cuban company Damex in Santiago de Cuba. There was also a third catamaran lying there, very different from the Damen-built boats and apparently currently not in service. That leaves about 100 metres free alongside the key and we were allowed to tie up there. We actually doubled up with Emma Louise in order to take up as little room as possible. We got permission to stay for two to three nights, which surprised the French couple that was part of the welcoming committee. They had arrived the previous day and were given to understand, or they understood, that they could only stay one night.
It had been quite a while that we had tied up so close to an actual town. Even Marina Hemingway is rather remote and certainly not a representative part of its environment. So, once we had cleared in, we wandered into the lovely town of Nueva Gerona. Social life here is pretty much centred around the Avenida Principal, the 39th avenue or the Avenida Jose Marti as this street is known. It is a pedestrian zone. There are shops, cafe’s and marble benches where people sit and have fun. Hanneke and I took a bicitaxi to the Agro Mercado, which was rather a long way out, to finally secure some more eggs. They don’t usually get to see any tourists there, but the people were extremely helpful to get us into the right queue for the eggs from the parallel market, not to be confused with the line where you can get eggs on your food ration card.
There are few tourists on Isla de la Juventud anyway. Very few get beyond the mainland if they manage to get beyond La Havana and actually on most of the maps of Cuba you see, the Island may not even be represented. As a consequence there is not a lot the Island has to offer for tourists. There are a few hotels and there is apparently good diving, but we hardly saw any people attracted by it. The tourists we did see were male and probably mainly interested in the sights of the two legged variety.
We met Alex, a local with an excellent command of the English language. He offered to help us to rent a car and show us around the island. We decided we would want to do that on Friday, take Saturday for shopping and chores and then leave again on Sunday.
The ‘jeep’ we rented was probably made in China. It was not of a make I had ever seen before, but it worked well, although it got a bit cramped with the five of us in there. That is, for Hanneke, Steve and Sheryl in the back, because our guide and I were quite well installed in the front. Alex had a hard time keeping up the active and friendly act he had displayed the previous day. When we returned in the evening I found out why as I was introduced to two German ‘friends’ he’d met after we left him on the previous day. They were still the worse for wear after an apparently quite involved evening on the town and wondered whether Alex had gotten home safely.
Anyway, his relative lack of enthusiasm notwithstanding, he did show us some real Cuban Jungle, the charming little town of La Fe and an alligator farm, that was originally set up as a commercial venture to produce alligator meat for consumption. As the alligator is a threatened species now in Cuba, it was hunted on a large scale because of the free meat that could provide, the farm is now part of the program to save the alligator. We saw some very nice species there of all ages and also got to hold one for the photo-opp.
Part of the attraction for Alex of showing us around, was that he would get a chance to drive the car. We survived his attempts – but only just as we did get in the way of a rather sizeable Kamaz truck – and he kept stalling the engine. That eventually forced me to reposses the keys of the vehicle. That didn’t do my personal relation with Alex a world of good, but it saved my relation with Hanneke and probably our lives. He did dose off every once in a while after his night with the Germans. In the meantime we did enjoy ourselves and were thrilled to get further into the land than the habitual mile and a half or so.
Saturday Hanneke and Sheryl did the shopping and went to see the model prison, built before the war, where thousands of prisoners were kept. During the war the facility was used to intern American citizens of Japanese origin and it was also here, that Fidel Castro and his brother Raul were imprisoned, in a rather lavish style, after their first botched attempt at revolution. Steve worked on his water maker and I unfortunately failed to bring our autopilot back to life. Either a fault in the computer or the compass itself, but from here on it is hand steering for us. Not something to complain about too much of course, but it does represent an inconvenience. We will dismantle the system and take it with us to Holland, where we hope to find out what’s wrong with it.
Yesterday my daughter informed us, that she had received the first printed copies of my book. Not for the English readers (yet), but I am proud of it and therefore want to mention it. My Dutch website www.demachtvantien.nl has more information and an ‘order’-button. At least, that is what I have heard, because I haven’t seen it for myself just yet. Internet will have to wait till we get to Cienfuegos, where I assume we’ll find some.

Een hartelijk welkom in Isla de la Juventud

We werden hartelijk verwelkomd aan de steiger van de veerboten in Nueva Gerona. Van hieruit wordt een dienstregeling uitgevoerd naar het vasteland van Cuba met twee snelle veerboten; catamarans gebouwd door Damen Shipyards in samenwerking met hun Cubaanse vestiging Dames in Santiago de Cuba. Er lag ook nog een derde catamaran, heel anders dan de door Damen gebouwde schepen, maar die leek op dit moment buiten gebruik te zijn. Naast deze veerboten bleef nog ongeveer 100 meter vrij waar wij – gratis – mochten aanleggen. We maakten vast buitenop de Emma Louise, zodat we zo min mogelijk ruimte in zouden nemen. Wij kregen toestemming om twee tot drie nachten te blijven, iets wat het Franse echtpaar, dat deel uitmaakte van het ontvangstcomité, een beetje verraste. Zij waren de de voorafgaande dag aangekomen en hadden te horen gekregen, of hadden in ieder geval begrepen, dat ze maar één nacht mochten blijven.
Het was lang geleden, dat we zo dichtbij een stadje aan de kant hadden gelegen. Zelfs Marina Hemingway is wat afgelegen en zeker geen afspiegeling van zijn directe omgeving. We liepen dus zodra we ingeklaard waren het leuke stadje in. Het sociale leven speelt zich hier voor een belangrijk deel af op de Avenida Principal, de 39e straat of de Avenida José Martí, zoals deze straat genoemd kan worden. Het is een voetgangersgebied. Er zijn winkels, cafeetjes en restaurants en marmeren banken waar mensen zitten en plezier maken. Hanneke en ik namen een bicitaxi naar de Agro Mercado, die een eindje van het centrum verwijderd was, om eindelijk weer eens wat eieren in te kunnen slaan. Ze zien daar echt vrijwel nooit toeristen, maar de mensen waren enorm behulpzaam om ons in de juiste rij te krijgen voor de eieren van de parallelle markt, niet te verwarren met de rij waar je eieren kunt krijgen op je voedsel rantsoen bonnenboek.
Er zijn sowieso niet veel toeristen op het eiland. Weinig toeristen komen buiten La Havana en dan al helemaal niet van het hoofd eiland af. In de meeste publiciteit rondom Cuba is het eiland niet eens afgebeeld. Als gevolg daarvan heeft het eiland voor toeristen niet veel te bieden; althans geen toeristische attracties. Er zijn een paar hotels en kennelijk kun je er goed duiken, maar wij zagen nauwelijks mensen die daar op af waren gekomen. De toeristen die we zagen, waren mannen en die waren waarschijnlijk meer geïnteresseerd in de attracties op twee benen.
Wij ontmoetten Alex, een lokale man die uitstekend Engels sprak. Hij bood ons aan om te helpen bij het huren van een auto en hij zou ons dan begeleiden bij een tocht over het eiland. We besloten om dat op vrijdag te doen. Zaterdag zouden we dan gebruiken voor klusjes en inkopen om dan zondag weer verder te gaan.
De ‘jeep’ die we huurden was waarschijnlijk van Chinese makelij. het was in ieder geval geen merk waar ik ooit eerder van had gehoord, maar het werkte goed hoewel het met ons vijven er in wel wat krap werd. Dat wil zeggen, voor Hanneke, Steve en Sheryl achterin, want onze gids en ik waren redelijk comfortabel voorin geïnstalleerd. Het viel Alex zwaar om de actieve en vriendelijke houding van de voorgaande dag vol te houden. Toen we ‘s avonds weer terugkwamen in het stadje, hoorde ik waarom. Ik maakte kennis met twee Duitse vrienden van Alex, die hij had opgepikt nadat wij hem de voorgaande dag hadden verlaten. De Duitsers leden duidelijk nog onder de gevolgen van die avond en zij vroegen bezorgd of Alex na die avond wel veilig thuis was gekomen.
Hoe dan ook, ‘s mans gebrek aan overtuigend enthousiasme daargelaten, hij liet ons de echte Cubaanse jungle zien, het charmante stadje La Fé en een alligator boerderij. Die was oorspronkelijk als commerciële activiteit opgezet om alligators voor menselijke consumptie te fokken. Aangezien de alligator echter een bedreigde diersoort is geworden, omdat hij op grote schaal gestroopt werd en nog wel wordt vanwege het goedkope vlees, is de fokkerij nu een onderdeel van het programma geworden om de alligator te redden. We zagen er een aantal fraaie exemplaren en mochten er ook nog een vasthouden voor de obligate foto.
Belangrijke reden van Alex’s enthousiasme om ons rond te leiden was zijn vurige wens om de auto te mogen besturen. We overleefden zijn pogingen maar ternauwernood, omdat we echt griezelig dichtbij een aanrijding met een forse Kamaz vrachtauto kwamen en hij liet om de haverklap de motor afslaan. Uiteindelijk nam ik de sleuteltjes dan ook maar weer van hem over. Dat deed mijn persoonlijke relatie met Alex niet echt goed, maar redde mijn relatie met Hanneke. Zij zag hoe hij af en toe in dreigde te dutten na zijn zware nacht met de Duitsers. We genoten wel van wat we te zien kregen en waren blij dat we weer eens verder dan de standaard 2-3 kilometers landinwaarts kwamen.
Zaterdag gingen Hanneke en Sheryl winkelen en de modelgevangenis bekijken; gebouwd voor de oorlog en er werden duizenden mensen gevangen gehouden. Tijdens de oorlog werden hier Amerikaanse burgers van Japanse afkomst geinterneerd en Ook Fidel Castro en zijn broer Raul zaten hier, onder redelijk luxe omstandigheden, opgesloten na hun eerste mislukte poging tot revolutie. Steven werkte aan zijn watermaker, terwijl ik vergeefs probeerde de autopilot weer tot leven te brengen. Of een probleem met het kompas of met de stuurcomputer, maar vanaf nu is het sturen voor ons handwerk geworden. Niet iets om echt over te zeuren natuurlijk, maar het is onhandig. We zullen het systeem uitbouwen en meenemen naar Nederland in de hoop dat we daar kunnen uitvinden wat er mis mee is.
Gisteren vertelde mijn dochter mij, dat ze de eerste gedrukte exemplaren van mijn boek “de Macht van Tien” had ontvangen. Meer informatie daarover op de website www.demachtvantien.nl. Daar zit ook een bestelmogelijkheid. Dat heb ik van horen-zeggen, want ik heb dat zelf nog niet kunnen aanschouwen. Internet zal moeten wachten tot Cienfuegos, waar we vermoedelijk wel weer on-line zullen kunnen gaan.

Comments { 0 }