Why English?

Crashing and bangingIn case you’re wondering why this blog is suddenly in English, that is because of our third crew member Tim. He is American and therefore it is easier for his folks back home. We are delighted to have Tim with us. This is not an easy trip. Right at this moment we’re crashing and banging hard to windward in 30 knot winds and that is not counting the gusts. We knew this was in store for us, but it came a bit earlier than expected. No problem, as long as it doesn’t last longer than forecast.

So, this morning at six the three of us were on deck to once again put in the third reef. I mentioned in my previous blog that we have Volvo Ocean Racing sailor Gerd Jan Poortman to thank for the fact that we have a third reef. Gerd Jan would probably love these conditions, jumping from wave top to wave top. People like him are real sailors. We are just travellers. It is on days like today, that we respect the difference. It is thanks to the third reef that we can now maintain our course. The last time Hanneke and I had similar wind and sailing conditions, was in the Gulf of Biscay, when we had the reef in the sail, but no line in it to use it. This time we came better prepared.

Anyway, this is all part of the final leg to New Zealand. We knew we had it coming and if all is well it will last only until tonight. After that the winds are mainly light and we will be running with the wind. A more gentlemanly course. Thanks to the time gained by staying on course today we just might make it to Whangarei before the next front, otherwise the sting will be in the tail. 

Comments { 0 }

tear

Just a short word to let you all know that we’re in fine fettle. Nelly Roseis however really in need for a real maintenance stop, the last one being

well over a year (in Trinidad in August 2014) and a good 8.500 miles ago. I

can’t wait to get everything, really everything, stuff, pillows, floorboards

and all, off the boat so that we’ll have access to all the places with

wiring and tubing and what have you. Also the sails need to go to a North

loft to get a proper service.

Yesterday Tim, our third crew member on this tough passage, discovered a

nasty tear in the main sail, just above the second reef. As we knew the wind

was getting stronger and darkness approaching, we decided not to attempt a

repair just yet, but to put in the third reef for the first time on our trip

and leave the repair for one of the next days when the wind is expected to

drop and with it the swell. That turned out to be a good decision or a lucky

call, whichever way you may want to look at it. We knew we were in for more

wind, but is was really a quite a bit more with a regular 25 knots and gusts

up to 30 knots. Going pretty much to windward, that is a lot of wind, giving

you – at speeds over 8 knots – 35 knots over the deck. I don’t know if our

repairs could have stood up to such a drubbing, but I do know it would have

made for a hell of an uncomfortable sail. Now everything was just fine and

we could all sleep reasonably well. The luxury of a third crew member makes

a great difference in that department as well. Anyway, that third reef, that

we had sown in by North at a suggestion of rather experienced round the

world sailor and ex-Cadet Gerd Jan Poortman, came in handy just when we

needed it. Sailing courses off the wind, you can get away most of the time

with the second reef, but battling to windward is a different story. It

really is avoided by most cruisers as much as possible.

Our electrical situation is reasonably satisfactory, although we’re under

full cloud cover today. Not, or hardly, using any power is of course a great

help. We did run the refrigerator for most of yesterday and through the

night, but decided to switch it off again this morning. It should have done

enough to cool our beers though. Hanneke is allowing us a beer every day, to

make sure we drink enough liquids, as we are rationing the water (at two

litres per person per day; a rather healthy ration that does however include

personal hygiene). Now don’t let anybody get it into their heads to start

warning about the dehydrating effects of alcohol and carbonated drinks. The

trouble list on board got just one item longer. The toilet is blocked. I

know who did it, but will attempt to repair it nonetheless. Love is a

strange thing. I deserve that extra beer. 

Comments { 0 }

Thermal Underwear

All is well.
House batteries are fully charged, but we rexain cautious using electricity as we xay yet experience cloudy days.
No change on engine starting front. Probably one go only. We’ll use that if need be to get around next waypoint.

Nelly Rose is sheer joy to sail, but sleeping in the v-berth (Pim) is a bit of a dance and will continue to be so for the next 4 days.
The warmest regards don’t suffer under the ambient temperature. Thermal underwear is back in service after many years of storage.
Pim

Comments { 0 }

Black box died

It’s happening again. Nowhere near as dramatic as the problems with the rigging on the way to the Marquesas, but our this time our comfort is seriously impaired as the black box that regulates the charging of our batteries has died. We now only have power from our solar panels and because of our increasing latitude and possible cloud cover that means that we have had to shut down all electricity consumption except for our AIS. Are we ever grateful for the Hydrovane. Don’t leave home without one.With a bit of luck we will have enough juice to log in on our Mailasail twice a day. First to send our position report and second to receive XetBob’s instructions about our course. We would love to receive mails, will only respond through updates of our blog daily as our computer set up uses way too much power.

The most annoying aspect of all this is, that we will probably only be able to start up our engine once more unless we manage to charge the engine battery from solar. We will only attempt that once we have a better understanding of the situation.

We have plenty food and enough water and Nelly Rose is sailing like a dream. All will be well that ends well.

Comments { 0 }

Alles wel

Alles is wel aan boord. We sturen weliswaar met een grote buitenbocht om een gebied met veel squalls heen, waardoor onze tocht 250 mijl en dus een dag of twee langer wordt, maar het verloopt volgens plan. Dat plan voorzag dat we vandaag op de motor zouden moeten varen en dat doen we dus ook. De zee ligt erbij als een spiegel.We zullen Minerva Reef op 60 mijl passeren. We hoeven daar niet naartoe. De omstandigheden lijken ons gunstig gezind te blijven. Dat blijft een gok, want Bob de weermijnheer kijkt meer dan tien dagen vooruit en dat is niet echt hoog betrouwbaar. We zien wel.

Comments { 0 }

De halve bol

We vertrokken op 12 augustus 2012 vanuit de Veerhaven. De positie van die Veerhaven is 51:54 N en 4:29 O. Vanochtend passeerden we 175 graden en 31 minuten westerlengte. Dat betekent, dat we de halve aardbol hebben omzeild. Daar drinken we vanavond een biertje op. Het volgende doel is terugkeren op het oostelijk halfrond. Dat is nog maar een paar honderd mijl. Goed om te weten waar het volgende biertje vandaan komt.
We zijn donderdag 1 oktober om 23.00 uur UT (Universal Time) uit Tonga vertrokken voor de laatste grote etappe van onze reis. Het is ongeveer 1400 mijl naar Nieuw Zeeland, maar we zullen wel wat meer moeten varen om bij de wind te blijven en overvloedige wind te vermijden. Het zou moeten kunnen dat we rond de 14e oktober in Whangarei aankomen. Het is echter geen voorspelbaar tripje over de rug van de passaatwinden, maar we hebben te maken met echte variabele weersystemen. Daar waar op het noordelijk halfrond het weer bepaald wordt door stationaire hogedrukgebieden, zoals het Azoren hoog, zijn de hogedrukgebieden op het zuidelijk halfrond voortdurend in beweging, meestal in westelijke richting. Ze worden dan gevolgd door een laag en verbonden door een trog. Da’s hele andere koek. We laten ons dan ook de les lezen door weerkundige Bob McDavitt om ons door die complexiteit heen te leiden. Wordt vervolgd.

Comments { 0 }

Niue en de zeezoogdieren.

De binnenkomst in Niue was heel bijzonder. We werden verwelkomd door een groep dolfijnen, die ons begeleidden tot aan de mooring. Het zijn uitstekende moorings, maar de deining in de baai is soms wel wat erg veel van het goede. Nadat de dolfijnen zich ervan vergewist hadden dat we goed lagen, dansten ze er weer van door.
Kort na zonsondergang werden we opnieuw verrast, dit keer door een grote bultrug walvis die op 10 meter van de Nelly Rose aan de oppervlakte kwam. Als je tien meter niet wilt geloven, dan denk maar dat het 15 meter was. Dat blijft minder dan de lengte van het beest. Heel elegant kwam hij naar boven, blies af, dook onder en kwam nog een keer aan de oppervlakte. Het werd helaas snel donker, zodat we de volgende walvissen, een stelletje, alleen met de zaklamp even konden zien. Deze klapten met de staart op het water. Was dat uit protest tegen de zaklamp? We hoorden ze die nacht en de nachten daarna nog regelmatig afblazen. In het licht van de schijnwerper konden we zien, dat de fontein wel vijf meter hoog kwam. Wat zou ik hier graag met volle maan hebben gelegen.
Overdag zien we meerdere keren walvissen wat verder uit de kust. Ze springen dan helemaal het water uit. Wat een gezicht, wat een geweld.

Comments { 0 }

Nijoewéeee

Niue (Nijoewéeee) is een heerlijk eiland. Het is een zelfstandige land, met een eigen regering en volksvertegenwoordigers in het parlement, maar nauw aangeleund tegen Nieuw Zeeland. De munteenheid is dan ook de NZ$. Het land heeft nog maar een paar duizend inwoners. Driekwart van de bevolking heeft het eiland verruild voor Nieuw Zeeland nadat een grote orkaan heel grote vernielingen had aangericht. De kosten van de reparaties van de huizen konden niet worden opgebracht. Dat betekent dat er nu drie van de vier huizen leeg staan. Dat geeft de dorpen een beetje het uiterlijk van een ghost town, maar dat is ook het enige negatieve dat we over Niue te zeggen hebben. Het is hier mooi, met een geweldige kustlijn, rotsformaties, lava velden, grotten, spelonken met zoetwater meren en bovenal een ongelooflijk vriendelijke bevolking. Aardig zijn is hier levensstijl. Er is wel een gevangenis, maar die staat leeg. De bank is de slechtst beveiligde bank ter wereld. Er is geen geldautomaat. Iedereen gaat gezellig naar binnen door de enkelvoudige deuren en haalt geld op bij de lieve dames achter de balie. Geen loket, gewoon een balie, met daaronder houten laden waar het geld in zit.We hebben hier een scooter gehuurd, maar voordat we daar op mochten rijden, moesten we eerst ons Niueaanse rijbewijs halen; bij de politie. Gewoon ons Nederlandse rijbewijs laten zien, een foto laten maken, die werd afgedrukt op een keurig plastic rijbewijs. Het is ook geldig in Nieuw Zeeland. Het moet angstaanjagend zijn voor mensen die hier hun rijbewijs hebben gehaald om in Auckland te gaan rijden. Voor henzelf, maar ongetwijfeld ook voor de mede weggebruikers. Het geheel maakt een uiterst ongedwongen indruk.

Het hele leven is ongedwongen. Zo was de Internet winkel bijvoorbeeld gesloten toen wij aankwamen. De uitbater was op huwelijksreis. Niemand was er zeker van wanneer hij weer terug zou komen. Toen we er eergisteren langs kwamen op de scooter zagen we dat de winkel weer open was, zodat we eindelijk internet tegoed konden scoren (uitermate beperkt internet overigens). Wij waren onderweg met Toccata en iedereen stopte meteen en zette de scooter langs de kant van de weg; vier scooters in totaal. Langs de kant van de weg op de drukste kruising van heel Niue en dat tegenover het politie bureau. Dat was zelfs voor de goedmoedige agent, die ons de dag daarvoor onze rijbewijzen had verstrekt, iets teveel van het goede. Hij moet zich wel afgevraagd hebben aan wat voor idioten hij nu weer het recht op gemotoriseerde voortbeweging had verschaft. Hij deed even echt politie en bulderde: “Hey you can’t park there” en moest toen meteen ook lachen. Wij ook. Zo relaxed, zo onnozel.

Comments { 0 }

Eenvoudig reizen.

We varen sinds gisterenmorgen op de motor. Tot dat moment was het eenheerlijke zeiltocht, maar toen was de wind echt op. Ik had gehoopt, dat we noordelijk van de convergentie zone konden blijven, zodat we wind zouden houden, maar die hoop bleek ijdel. Het voordeel is, dat de accu’s weer helemaal vol zijn en de watertank ook, maar daarmee houdt de lol van het motoren echt op. Gelukkig is het wel mooi weer. Kennelijk regent het vaak in dit soort zones. De Mare Pacificum doet zijn naam volop eer aan. De oppervlakte van het water ziet er uit alsof er olie op is gegooid. De lange oceaan deining wordt ineens duidelijker zichtbaar en slechts een enkele keer zie je hoe een vleugje wind de oppervlakte breekt. Ik meen mij te herinneren dat dit capillaire golfjes zijn. Heb ik ooit gehoord van een vriendin van John Kalish, ooit uitgever van Pulp en Paper, mijn lijfblad gedurende het grootste deel van mijn werkzame leven. John stak in de zeventiger jaren al meermaals de Atlantische Oceaan over met zijn Dufour 28. Ik hing altijd aan zijn lippen als hij over die reizen vertelde. Hoe hij met zijn bemanning moest toekomen met twee liter water per dag. John mocht een liter meer gebruiken, zodat hij zijn bril zout vrij kon houden. Wat hebben wij het tegenwoordig makkelijk met onze watermaker, ijskast, zonnecellen, sterk verbeterde windvaan stuurinrichting, satelliet telefoon, meteorologische informatie en – vooral niet te vergeten – moderne GPS navigatie mogelijkheden. Nelly Rose is een heerlijk zeilschip, voorzien van al deze gemakken, maar goed kan altijd beter. Zo moeten we toch eigenlijk iedere dag wel een uur, soms twee, de motor laten draaien om voldoende stroom te hebben voor al deze weelde. Omdat we van oost naar west varen, zitten onze zonnepanelen ‘s ochtends tot een uur of tien in de schaduw van de Hydrovane en vanaf een uur of drie in de schaduw van het grootzeil. Als we voor anker liggen hebben we daar geen last van en komen we redelijk toe met onze zonnepanelen. We hebben nooit behoefte gevoeld aan zo’n luidruchtige windgenerator. Je ankert immers sowieso zo beschut mogelijk, zodat die dingen meestal weinig doen. Varend is het echter een ander verhaal. Als ik nog een keer een jacht voor zo’n tocht zou mogen uitrusten zou ik een sleepgenerator willen hebben. Een Watt and Sea zou al onze stroom wensen tijdens het varen in een keer oplossen. Die produceert 24 uur per dag stroom, zo lang je snel genoeg door de wind wordt voort geblazen. Ik denk, dat je dan alleen bij windstiltes de motor nodig zou hebben. Dat lijkt mij een heerlijke gedachte. Daarnaast is er eigenlijk maar een ding waarin ik vind dat Nelly Rose tekort schiet, de capaciteit van de gas bun. We hebben maar twee kleine tankjes, die ons nopen voortduren extreem zuinig te zijn met gas en dan nog hebben we hooguit voor twee maanden gas bij ons. Dat is tot nu toe net voldoende gebleken, maar het is te krap. Verder hebben we van alles genoeg en zijn we niet echt jaloers op cruisers met dieselgeneratoren, wasmachines en allerlei andere luxe artikelen die altijd kapot gaan. We hebben de eenvoudigst denkbare watermaker en ook die bevalt uitstekend. Alle meer sophisticated apparaten leiden tot meer zorgen om ze aan de praat te houden. Oh ja, de reden om dit op te schrijven was eigenlijk om te vertellen hoe relatief eenvoudig dit soort reizen is geworden. Ik kan het iedereen die van zeilen houdt van harte aanbevelen.

Comments { 0 }

375 mijl tot Niue.

We hebben nog 375 mijl te gaan tot Niue. Normaal gesproken een dag of drie.Het mag bij deze condities van ons rustig vier dagen worden. Het is heerlijk. We sleutelen af en toe wat aan de zeilen om op koers te blijven. Soms gaat de fok dan te loevert en soms weer aan dezelfde kant als het grootzeil. Over een dag of twee moeten we door de convergentie zone waar
twee weersystemen op elkaar stuiten. Daar zal de wind variabel zijn en is de kans op regen groot, maar dan gaat de motor gewoon aan voor de laatste loodjes. Deze heerlijke eerste dagen neemt niemand ons meer af.
We lezen veel en gisteren hebben we een brood gebakken. Verder heb ik tijdens mijn wacht (we lopen nog altijd drie uur op drie uur af. Dat bevalt ons uitstekend) naar de film ‘Too big to fail’ gekeken. Die had ik van Rafiki gekregen. Ik heb daarna voldoende tijd om over zo’n film te filosoferen. De gedachten daarover volgen hieronder.
De film presenteert de gevolgen van het faillissement van Lehmann Brothers als een Amerikaans probleem, en dat is wat kortzichtig en egocentrisch, maar het is toch een film die het bekijken meer dan waard is. Ik werkte in 2008 toen de crisis begon in Moskou en voelde daar direct hoe de glasnost definitief ten einde kwam en Poetin de touwtjes strakker kon aanhalen, omdat het in Amerika fout ging.
De omstandigheden in 2008 waren nieuw en een direct gevolg van de deregulatie van de banken. De problemen zijn, zoals de film laat zien, toen meteen weggepoetst, maar er is in de structuur sindsdien niet wezenlijk iets veranderd. De problemen zijn weggepoetst, maar niet opgelost. Dat is ook heel moeilijk, omdat er uit het verleden geen voorbeelden zijn waar we ons voor de toekomst op zouden kunnen richten. Er zijn beslissende doorbraken, maatschappelijke vernieuwingen, nodig die de samenleving op een andere fundering een stabielere toekomst geeft. Regulering van de vrije markt gaat dat niet realiseren, omdat de vrije markt altijd slimmer en creatiever is dan de regulerende instantie die achter de feiten aanloopt. De regulerende instantie is bovendien altijd verdeeld, omdat er geen verenigende ideologie aan ten grondslag ligt, maar een veelheid van politieke visies. Die verdeeldheid komt diegenen die het meest profiteren van het huidige systeem goed van pas. Verdeel en heers. De heersers hebben wèl een gemeenschappelijke interesse. Eenvoudig samengevat: meer. Daarvoor hoeven ze niet eens met elkaar te overleggen. Het spel wordt makkelijk gemaakt, omdat er met geld geld wordt verdiend; los van enige maatschappelijk tastbare prestatie. De spelregels zouden dat kunnen inperken. Geld zou alleen als betaalmiddel gebruikt mogen worden om daarmee rechtstreeks eigendom te verwerven. Eigendom van een (aandeel in een) fabriek of een ander bedrijf, maar niet van een van de veelheid financiële producten waarin mensen vandaag ‘beleggen’. Dan wordt regulatie ook een stuk overzichtelijker en dus kansrijker en ontstaat er een directe koppeling tussen het geld en de verantwoordelijkheid voor hetgeen er mee gedaan wordt. Dat zou natuurlijk een serieuze verandering betekenen. De film ‘Too big to fail’ eindigt met de slotsom dat er nu als een rechtstreeks gevolg van de crisis van 2008 alleen al in de VS een tiental banken zijn die ‘Too big to fail’ zijn. Greenspan, indertijd verantwoordelijk voor de deregulatie, heeft gezegd dat hij zich verkeken heeft op het verantwoordelijkheidsbesef van de bestuurders van de financiële sector. Die bleken echter vooral gedreven te worden door hebzucht en behoud van positie. Het systeem dwingt hen om meer
te maken van het geld dat hen ter beschikking wordt gesteld; steeds meer, ongeacht de lange termijn risico’s.

Comments { 0 }