Niue en de zeezoogdieren.

De binnenkomst in Niue was heel bijzonder. We werden verwelkomd door een groep dolfijnen, die ons begeleidden tot aan de mooring. Het zijn uitstekende moorings, maar de deining in de baai is soms wel wat erg veel van het goede. Nadat de dolfijnen zich ervan vergewist hadden dat we goed lagen, dansten ze er weer van door.
Kort na zonsondergang werden we opnieuw verrast, dit keer door een grote bultrug walvis die op 10 meter van de Nelly Rose aan de oppervlakte kwam. Als je tien meter niet wilt geloven, dan denk maar dat het 15 meter was. Dat blijft minder dan de lengte van het beest. Heel elegant kwam hij naar boven, blies af, dook onder en kwam nog een keer aan de oppervlakte. Het werd helaas snel donker, zodat we de volgende walvissen, een stelletje, alleen met de zaklamp even konden zien. Deze klapten met de staart op het water. Was dat uit protest tegen de zaklamp? We hoorden ze die nacht en de nachten daarna nog regelmatig afblazen. In het licht van de schijnwerper konden we zien, dat de fontein wel vijf meter hoog kwam. Wat zou ik hier graag met volle maan hebben gelegen.
Overdag zien we meerdere keren walvissen wat verder uit de kust. Ze springen dan helemaal het water uit. Wat een gezicht, wat een geweld.

Comments { 0 }

Nijoewéeee

Niue (Nijoewéeee) is een heerlijk eiland. Het is een zelfstandige land, met een eigen regering en volksvertegenwoordigers in het parlement, maar nauw aangeleund tegen Nieuw Zeeland. De munteenheid is dan ook de NZ$. Het land heeft nog maar een paar duizend inwoners. Driekwart van de bevolking heeft het eiland verruild voor Nieuw Zeeland nadat een grote orkaan heel grote vernielingen had aangericht. De kosten van de reparaties van de huizen konden niet worden opgebracht. Dat betekent dat er nu drie van de vier huizen leeg staan. Dat geeft de dorpen een beetje het uiterlijk van een ghost town, maar dat is ook het enige negatieve dat we over Niue te zeggen hebben. Het is hier mooi, met een geweldige kustlijn, rotsformaties, lava velden, grotten, spelonken met zoetwater meren en bovenal een ongelooflijk vriendelijke bevolking. Aardig zijn is hier levensstijl. Er is wel een gevangenis, maar die staat leeg. De bank is de slechtst beveiligde bank ter wereld. Er is geen geldautomaat. Iedereen gaat gezellig naar binnen door de enkelvoudige deuren en haalt geld op bij de lieve dames achter de balie. Geen loket, gewoon een balie, met daaronder houten laden waar het geld in zit.We hebben hier een scooter gehuurd, maar voordat we daar op mochten rijden, moesten we eerst ons Niueaanse rijbewijs halen; bij de politie. Gewoon ons Nederlandse rijbewijs laten zien, een foto laten maken, die werd afgedrukt op een keurig plastic rijbewijs. Het is ook geldig in Nieuw Zeeland. Het moet angstaanjagend zijn voor mensen die hier hun rijbewijs hebben gehaald om in Auckland te gaan rijden. Voor henzelf, maar ongetwijfeld ook voor de mede weggebruikers. Het geheel maakt een uiterst ongedwongen indruk.

Het hele leven is ongedwongen. Zo was de Internet winkel bijvoorbeeld gesloten toen wij aankwamen. De uitbater was op huwelijksreis. Niemand was er zeker van wanneer hij weer terug zou komen. Toen we er eergisteren langs kwamen op de scooter zagen we dat de winkel weer open was, zodat we eindelijk internet tegoed konden scoren (uitermate beperkt internet overigens). Wij waren onderweg met Toccata en iedereen stopte meteen en zette de scooter langs de kant van de weg; vier scooters in totaal. Langs de kant van de weg op de drukste kruising van heel Niue en dat tegenover het politie bureau. Dat was zelfs voor de goedmoedige agent, die ons de dag daarvoor onze rijbewijzen had verstrekt, iets teveel van het goede. Hij moet zich wel afgevraagd hebben aan wat voor idioten hij nu weer het recht op gemotoriseerde voortbeweging had verschaft. Hij deed even echt politie en bulderde: “Hey you can’t park there” en moest toen meteen ook lachen. Wij ook. Zo relaxed, zo onnozel.

Comments { 0 }

Eenvoudig reizen.

We varen sinds gisterenmorgen op de motor. Tot dat moment was het eenheerlijke zeiltocht, maar toen was de wind echt op. Ik had gehoopt, dat we noordelijk van de convergentie zone konden blijven, zodat we wind zouden houden, maar die hoop bleek ijdel. Het voordeel is, dat de accu’s weer helemaal vol zijn en de watertank ook, maar daarmee houdt de lol van het motoren echt op. Gelukkig is het wel mooi weer. Kennelijk regent het vaak in dit soort zones. De Mare Pacificum doet zijn naam volop eer aan. De oppervlakte van het water ziet er uit alsof er olie op is gegooid. De lange oceaan deining wordt ineens duidelijker zichtbaar en slechts een enkele keer zie je hoe een vleugje wind de oppervlakte breekt. Ik meen mij te herinneren dat dit capillaire golfjes zijn. Heb ik ooit gehoord van een vriendin van John Kalish, ooit uitgever van Pulp en Paper, mijn lijfblad gedurende het grootste deel van mijn werkzame leven. John stak in de zeventiger jaren al meermaals de Atlantische Oceaan over met zijn Dufour 28. Ik hing altijd aan zijn lippen als hij over die reizen vertelde. Hoe hij met zijn bemanning moest toekomen met twee liter water per dag. John mocht een liter meer gebruiken, zodat hij zijn bril zout vrij kon houden. Wat hebben wij het tegenwoordig makkelijk met onze watermaker, ijskast, zonnecellen, sterk verbeterde windvaan stuurinrichting, satelliet telefoon, meteorologische informatie en – vooral niet te vergeten – moderne GPS navigatie mogelijkheden. Nelly Rose is een heerlijk zeilschip, voorzien van al deze gemakken, maar goed kan altijd beter. Zo moeten we toch eigenlijk iedere dag wel een uur, soms twee, de motor laten draaien om voldoende stroom te hebben voor al deze weelde. Omdat we van oost naar west varen, zitten onze zonnepanelen ‘s ochtends tot een uur of tien in de schaduw van de Hydrovane en vanaf een uur of drie in de schaduw van het grootzeil. Als we voor anker liggen hebben we daar geen last van en komen we redelijk toe met onze zonnepanelen. We hebben nooit behoefte gevoeld aan zo’n luidruchtige windgenerator. Je ankert immers sowieso zo beschut mogelijk, zodat die dingen meestal weinig doen. Varend is het echter een ander verhaal. Als ik nog een keer een jacht voor zo’n tocht zou mogen uitrusten zou ik een sleepgenerator willen hebben. Een Watt and Sea zou al onze stroom wensen tijdens het varen in een keer oplossen. Die produceert 24 uur per dag stroom, zo lang je snel genoeg door de wind wordt voort geblazen. Ik denk, dat je dan alleen bij windstiltes de motor nodig zou hebben. Dat lijkt mij een heerlijke gedachte. Daarnaast is er eigenlijk maar een ding waarin ik vind dat Nelly Rose tekort schiet, de capaciteit van de gas bun. We hebben maar twee kleine tankjes, die ons nopen voortduren extreem zuinig te zijn met gas en dan nog hebben we hooguit voor twee maanden gas bij ons. Dat is tot nu toe net voldoende gebleken, maar het is te krap. Verder hebben we van alles genoeg en zijn we niet echt jaloers op cruisers met dieselgeneratoren, wasmachines en allerlei andere luxe artikelen die altijd kapot gaan. We hebben de eenvoudigst denkbare watermaker en ook die bevalt uitstekend. Alle meer sophisticated apparaten leiden tot meer zorgen om ze aan de praat te houden. Oh ja, de reden om dit op te schrijven was eigenlijk om te vertellen hoe relatief eenvoudig dit soort reizen is geworden. Ik kan het iedereen die van zeilen houdt van harte aanbevelen.

Comments { 0 }

375 mijl tot Niue.

We hebben nog 375 mijl te gaan tot Niue. Normaal gesproken een dag of drie.Het mag bij deze condities van ons rustig vier dagen worden. Het is heerlijk. We sleutelen af en toe wat aan de zeilen om op koers te blijven. Soms gaat de fok dan te loevert en soms weer aan dezelfde kant als het grootzeil. Over een dag of twee moeten we door de convergentie zone waar
twee weersystemen op elkaar stuiten. Daar zal de wind variabel zijn en is de kans op regen groot, maar dan gaat de motor gewoon aan voor de laatste loodjes. Deze heerlijke eerste dagen neemt niemand ons meer af.
We lezen veel en gisteren hebben we een brood gebakken. Verder heb ik tijdens mijn wacht (we lopen nog altijd drie uur op drie uur af. Dat bevalt ons uitstekend) naar de film ‘Too big to fail’ gekeken. Die had ik van Rafiki gekregen. Ik heb daarna voldoende tijd om over zo’n film te filosoferen. De gedachten daarover volgen hieronder.
De film presenteert de gevolgen van het faillissement van Lehmann Brothers als een Amerikaans probleem, en dat is wat kortzichtig en egocentrisch, maar het is toch een film die het bekijken meer dan waard is. Ik werkte in 2008 toen de crisis begon in Moskou en voelde daar direct hoe de glasnost definitief ten einde kwam en Poetin de touwtjes strakker kon aanhalen, omdat het in Amerika fout ging.
De omstandigheden in 2008 waren nieuw en een direct gevolg van de deregulatie van de banken. De problemen zijn, zoals de film laat zien, toen meteen weggepoetst, maar er is in de structuur sindsdien niet wezenlijk iets veranderd. De problemen zijn weggepoetst, maar niet opgelost. Dat is ook heel moeilijk, omdat er uit het verleden geen voorbeelden zijn waar we ons voor de toekomst op zouden kunnen richten. Er zijn beslissende doorbraken, maatschappelijke vernieuwingen, nodig die de samenleving op een andere fundering een stabielere toekomst geeft. Regulering van de vrije markt gaat dat niet realiseren, omdat de vrije markt altijd slimmer en creatiever is dan de regulerende instantie die achter de feiten aanloopt. De regulerende instantie is bovendien altijd verdeeld, omdat er geen verenigende ideologie aan ten grondslag ligt, maar een veelheid van politieke visies. Die verdeeldheid komt diegenen die het meest profiteren van het huidige systeem goed van pas. Verdeel en heers. De heersers hebben wèl een gemeenschappelijke interesse. Eenvoudig samengevat: meer. Daarvoor hoeven ze niet eens met elkaar te overleggen. Het spel wordt makkelijk gemaakt, omdat er met geld geld wordt verdiend; los van enige maatschappelijk tastbare prestatie. De spelregels zouden dat kunnen inperken. Geld zou alleen als betaalmiddel gebruikt mogen worden om daarmee rechtstreeks eigendom te verwerven. Eigendom van een (aandeel in een) fabriek of een ander bedrijf, maar niet van een van de veelheid financiële producten waarin mensen vandaag ‘beleggen’. Dan wordt regulatie ook een stuk overzichtelijker en dus kansrijker en ontstaat er een directe koppeling tussen het geld en de verantwoordelijkheid voor hetgeen er mee gedaan wordt. Dat zou natuurlijk een serieuze verandering betekenen. De film ‘Too big to fail’ eindigt met de slotsom dat er nu als een rechtstreeks gevolg van de crisis van 2008 alleen al in de VS een tiental banken zijn die ‘Too big to fail’ zijn. Greenspan, indertijd verantwoordelijk voor de deregulatie, heeft gezegd dat hij zich verkeken heeft op het verantwoordelijkheidsbesef van de bestuurders van de financiële sector. Die bleken echter vooral gedreven te worden door hebzucht en behoud van positie. Het systeem dwingt hen om meer
te maken van het geld dat hen ter beschikking wordt gesteld; steeds meer, ongeacht de lange termijn risico’s.

Comments { 0 }

Vliegende vis.

Het valt mee met de wind. Er blijft 10-12 knoop en hij is ook weer een beetje naar het zuiden geruimd. Toch komen we niet meer in de buurt van de snelheden die we de eerste dagen haalden. Die eerste dagen beheersen wel het verwachtingspatroon, ook al weet je dat de wind gaat afnemen. In plaats van 7-7,5 knoop zijn we nu blij als we in de buurt van de 5 knopen komen. Dat heeft dan wel gevolgen voor de planning. Dachten of, beter gezegd, hoopten we eerst dat we in de loop van vandaag in Palmerston zouden aankomen, moeten we nu onder ogen zien dat we daar in het donker aan zouden komen. Dat zien we niet zitten. We hielden dus een planningsbespreking na het heerlijke avondeten.We zaten in het donker buiten om de opties te bespreken. Eerst filosofeerden we over het feit, dat er tussen ons en de zeebodem 6000 meter water staat. Dat is indrukwekkend. Het is een van de diepste plekken waar we tot nu toe overheen gevaren zijn, maar we krijgen de Tonga Trench nog waar het 10.000 meter diep is. Nelly Rose drijft er niet minder om, maar het blijft toch een merkwaardige gedachte. Als het daar windstil is zullen we waarschijnlijk even gaan zwemmen.

Zo zaten we na te tafelen en waren we net van plan om de opties te bespreken, toen er ineens een knots van een vliegende vis (ruim de lengte van een iPad) tegen de hals van Hanneke vloog. Hij stuiterde via haar schoot op de bodem van de cockpit waar hij, met de prachtige vliesdunne vleugels uitgespreid, lag te spartelen. Hanneke maakte er snel een foto van, terwijl ik de rubber handschoenen opspoorde, waarmee ik de vis op kon rapen om hem terug te gooien in zijn element. Het was verrassend zo koel als Hanneke reageerde. Ik zou me kapot geschrokken zijn.

We hebben overigens besloten om Palmerston over te slaan en in een keer door te varen naar Niue. Dat gaat ons aan het hart, maar het is niet anders. 

Comments { 0 }

De gang is er uit.

We wisten dat de wind niet aan zou houden. De gang is er dan ook goed uit.
In plaats van vrijdag zullen we pas op zaterdag in Palmerston aankomen. Dat
is eigenlijk niet ideaal, want op zondag mogen we daar waarschijnlijk niet
van de boot af. Dan gaat de bevolking van dat eiland naar de kerk; drie
keer. Misschien is dat echter ook wel veranderd. Er is veel meer veranderd
sinds de Elena vijf jaar geleden in deze buurt rond voer.
We zullen waarschijnlijk een dagje langer op het eiland moeten blijven dan
we oorspronkelijk van plan waren en die dagen beginnen te tellen. Het is
onze bedoeling om ongeveer 15 oktober in Nieuw Zeeland aan te komen. Daar
gaat de boot dan op de kant en in de verkoop en komt er een einde aan dit
geweldige avontuur. Niet meteen helemaal, want we gaan in ieder geval Nieuw
Zeeland nog heel uitgebreid bekijken, maar dan over land. De gedachte dat
deze reis zijn einde nadert is emotioneel. Het besluit om op te houden was
veel moeilijker dan de beslissing om te vertrekken.
Dat besluit namen we tijdens een zeiltocht op en neer naar Engeland. Eenmaal
terug van die trip wisten we, dat we wilden vertrekken en was dat de enige
focus. Alles stond in het teken van dat vertrek. Alle bezwaren er omheen
werden opgelost of weggewuifd. Het ging gewoon gebeuren. Die adrenaline
bleef lang door de aderen stromen, maar gaandeweg begonnen we ook dingen te
missen, echt te missen. Ook de levensstijl van de cruiser en de voortdurende
zorg om het reizen met je hele hebben en houwen begon te wegen en zo zijn er
nog een heleboel grotere en kleinere factoren, zoals het volledige gebrek
aan aandacht voor mijn boek ‘De Macht van Tien’, die begonnen te knagen aan
die duidelijke focus van voor het vertrek. Toch weten we dat we nog
regelmatig spijt zullen hebben als we dit leventje eenmaal vaarwel hebben
gezegd. Een tussenweg is er voor ons helaas niet.
We genieten van de laatste weken van dit gedenkwaardige avontuur dat ons nog
naar Palmerston, Niue, Tonga en het Minerva Rif zal brengen voordat we in
Nieuw Zeeland weer landrotten zullen worden. Donders, wat zullen we het nog
missen.

Comments { 0 }

Voor de wind met Piet.

We zijn even het zicht kwijt op de klok, maar eigenlijk had er waarschijnlijk alweer een uurtje af gekund. Doen we morgen, zodat we dan 13 uur achter lopen op Nederland. De keer daarna wordt het de datumgrens en lopen wij ineens op jullie voor. Het werd wel een keer tijd.Het halve windse feestje van de eerste dagen is inmiddels voorbij. De wind is gekrompen tot oost en we varen nu voor de wind. De fok staat te loevert (melkmeisje of zoals de Engelsen zeggen ‘wing-on-wing’) en dat gaat dit keer ook goed met Piet, onze onvermoeibare Hydrovane windvaanstuurinrichting aan het roer. Eerder liepen we dan regelmatig uit het roer en kon Piet het niet bijhouden. Dat kwam omdat het grootzeil soms even de fok afdekte en dan hield zij het niet bij. We hebben nu een dubbel rif in het grootzeil en een bijna volledig uitgerolde fok terwijl het windkracht 5 is. We gaan dan toch nog als de rook en Piet heeft het stevig onder controle. Nog 340 mijl naar Palmerston, maar we gaan er van uit, dat we ergens in de komende 24 uur met veel minder wind genoegen moeten nemen dus hebben we geen idee wanneer we daar zullen aankomen. 

Comments { 0 }

Laatste stukje Frans Polynesië

We zijn gisteren om 13.30 uit Bora Bora vertrokken en hebben Manuae, het laatste stukje Frans Polynesië nu dwars. Manuae is waarschijnlijk onbewoond, want er zit nauwelijks iets van boven water. De Fransen hebben een heleboel van dit soort eilandjes die ze ´Caillous´ (kiezelsteentjes) noemen. Ze hebben of hadden in een vroegere tijd strategische waarde.
In principe zijn we op weg naar Palmerston, een trip van een kleine 700 mijl. Nelly Rose gaat fantastisch. Ze scheurt lekker halve wind door de beschaafde zeegang met snelheden rond de 7,5 knoop. Later op de tocht komen we mogelijk in een windgat, maar daar laten we ons nu nog niet door afleiden. Het gaat heerlijk

Comments { 0 }